wildlifefotograaf
Michel aan het werk
Fotografie

Het eenzame leven van een wildlifefotograaf

We spraken de Belg Michel d’Oultremont over gevaarlijke beren, 72 uur wachten op één plek en kakken in een tupperwarebakje.
Pierre Longeray
Paris, FR

“Wat ik eigenlijk vooral doe is wachten,” vat Michel d’Oultremont zijn werk samen. De 27-jarige Belg, die in 2018 de prijs Wildlife Photographer of the Year won, struint al bijna tien jaar de wereld af om zeldzame vogels, otters en andere sicke dieren vast te leggen. Zijn foto’s zijn gepubliceerd in National Geographic en in drie fotoboeken. Hij is ook ambassadeur voor Canon en geeft privélessen in natuurfotografie in België.

Advertentie

d’Oultremont brengt maanden achter elkaar door in afgelegen gebieden als de Karpaten in Oost-Europa, het Japanse eiland Hokkaido en Yellowstone Park in de VS. Hij houdt zich doorgaans wel acht uur lang schuil op één plek, terwijl hij zich verschuilt achter boomtakken om niet door de dieren te worden opgemerkt. d’Oultremont is er inmiddels aan gewend: hij omarmt de eenzaamheid. Ik belde hem op om meer te weten te komen over zijn leven en zijn werk, vlak voordat hij naar de Himalaya’s zou gaan om sneeuwluipaarden vast te leggen.

1579253178779-Ardenne_belge

In de Belgische Ardennen

VICE: Hey Michel. Ik denk dat veel mensen jaloers zijn op jouw baan. Hoe ben je begonnen?
Michel d’Oultremont: Als kind was ik al heel nieuwsgierig naar de natuur. Ik ben vlak buiten Brussel opgegroeid en liep daar vaak door de velden en het bos. Op mijn twaalfde pakte ik met een vriend de fiets om dieper het bos in te gaan, zodat we konijnen, vogels, vossen en herten konden zien. In 2007 kwam ik op een festival voor natuurfotografie in Namen, waar ze een film lieten zien over de afgezonderde levens van wildlifefotografen. En toen wist ik het. Ik trok mijn hele spaarrekening leeg en kocht een oude telelens.

Hoe vind je goede plekken om dieren te vinden?
Ik vraag om raad bij wild-experts en boswachters, maar verder gebruik ik eigenlijk vooral Google Maps. Ik ga op zoek naar de bosranden, de plek waar meestal een grotere biodiversiteit is, maar ook naar moerassen en paden die de dieren misschien nemen. En het is ook handig om een plek voor je uitkijkpost te bepalen.

Advertentie

Wat houdt dat in?
Het moet een kleine, gecamoufleerde verstopplek zijn, die je makkelijk en snel op kunt bouwen – een kleine tent, een paar takken en wat gaas ervoor. In Europa – of in ieder geval in Frankrijk, Zwitserland en België – zijn dieren vaak bang voor mensen vanwege jagers. Dichtbij komen is lastig. Ik gebruik grote lenzen, maar om een interessante foto te kunnen maken moet ik toch ook fysiek dicht bij de dieren kunnen komen.

1579253211805-Combat_Boeuf_musque_1

Twee kwaaie

Hoelang wacht je doorgaans?
Het langste wachten was toen ik beren ging fotograferen in Kroatië. Ik zat 72 uur lang op dezelfde plek, en kookte en sliep daar ook. Als ik thuis ben ga ik weleens naar het moeras in de buurt van ons huis om moerasvogels te fotograferen, en dan blijf ik daar ook meestal een dag of twee in een tentje zitten. Het leuke is dat dieren vanaf een bepaald punt niet meer bang voor je zijn: dan komen de vogels op je tent zitten en gaan de vossen naast je liggen slapen. Je wordt onderdeel van hun habitat.

Ruiken de dieren je dan niet?
Wind is de grote vijand van wildlifefotografen. Als je zoogdieren fotografeert, moet je goed opletten hoe de wind staat, want als ze je ruiken komen ze niet meer dichterbij. Herten kunnen mensen al ruiken op 300 meter afstand.

Wat als je moet kakken?
Als ik niet op mijn uitkijkpost ben is het vrij simpel: dan graaf ik een gat in de grond en huppakee. Als ik voor een langere tijd op één plek aan het wachten ben, plas ik in een flesje en poep ik in een tupperwarebakje, of in een beker. Je moet wat, hè?

Advertentie
1579253380446-Hokkaido_8

Op het Japanse eiland

Ben je weleens in gevaarlijke situaties geweest?
Ik heb tegenover aardig wat wolven en beren gestaan, maar ik ben niet echt bang voor dieren. Ze zijn gewoon nieuwsgierig, en los daarvan zijn zij meestal juist bang voor ons. In Kroatië probeerde er wel een keer een beer in mijn wachttoren te klimmen, die drie meter boven de grond zat. Hij kreeg zijn hoofd en een poot door het luik. Ik schreeuwde en sloeg hem om hem weg te jagen, en toen sloeg hij op de vlucht. De uren daarna zat ik daar nog wel even na te trillen.

Wat kun je doen als het echt misgaat?
Ik heb laatst een GPS gekocht met een SOS-knopje. Eigenlijk vooral zodat mijn familie en mijn vriendin rustig kunnen slapen, want zelf heb ik eerlijk gezegd zoiets van: als er iets gebeurt, dan gebeurt het. Zo zit het leven in elkaar.

Hoelang ben je meestal op pad?
Een maand. Als ik minder lang ga, dan zie je dat af aan de foto’s. Je leert je omgeving pas echt goed kennen als je ergens twee weken zit. Je moet achter de gewoonten van de dieren komen, de plek aanvoelen en nadenken over de beelden die je wilt schieten. Voor dat moment hoef je je camera niet eens tevoorschijn te halen. Een maand klinkt misschien lang, vooral als je helemaal geen foto’s hebt kunnen maken. Dat kan namelijk ook gebeuren – soms heb je gewoon pech.

Raak je nooit verveeld, of word je weleens gek?
Neuh. Ik heb een routine gecreëerd en denk alleen maar aan wat ik moet doen. Iedere ochtend begin ik door wat water op het vuur te zetten – als er sneeuw ligt kan het wel even duren voordat het kookt. Daarna ga ik ontbijten, en daarna foto’s schieten. Soms is er niks – geen geluid, niet eens een vogeltje. Dat betekent meestal dat ik beter moet kijken, want er is altijd wel iets te vinden. Als het donker wordt zet ik weer wat water op voor het avondeten. Zodra ik onder mijn dekentje zit, helemaal kapot van de vrieskou, denk ik alvast na over de volgende dag. Over welke shots ik wil maken, en waar. Het is een gekke bui waarin je dan zit – je raakt de buitenwereld even helemaal kwijt.

Praat je dan met jezelf?
Nee, dat is niet echt mijn ding. Ik had het hier laatst toevallig over met een vriend, een Zwitserse fotograaf. Hij praat altijd tegen zichzelf als hij op pad is. Ik praat in mijn gedachten ook wel met mezelf, maar ik spreek niet daadwerkelijk woorden uit.

Ben je graag alleen met je gedachten?
Er zijn tegenwoordig weinig momenten waarop je je gedachten de vrije loop kunt laten. Maar voor mij is het noodzaak. En mijn werk is een manier om die druk te verlichten. Diep in het bos kun je jezelf afzonderen van de buitenwereld en jezelf interessante vragen stellen.

Is het moeilijk om weer terug te keren naar het normale leven als je zoveel tijd in je eentje in de wildernis hebt doorgebracht?
Ik vind het fijn om weer mensen te zien, maar ik heb ook wel even tijd nodig om te wennen. Dat is ook zo als ik op expeditie ga – pas na drie of vier dagen kan ik tegen mezelf zeggen: oké, je bent echt alleen. Als ik weer thuis ben hoef ik niet meteen mensen te zien. Maar voordat je het weet heb ik alweer een barbecue georganiseerd.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE Frankrijk.