Janna Nieuwenhuijzen dj
Beeld via de auteur, beeldbewerking door Djanlissa Pringels.
Drugs

Is mijn drugsgebruik nog wel recreatief?

Jarenlang waren drugs voor mij een manier om een leuke avond nog leuker te maken. Maar er kan een punt komen waarop een vrolijke gewoonte verandert in een probleem.

“Schat, haal jij ff?” krijg ik in de appgroep met de naam Raveteam toegestuurd. Ik scroll in mijn gearchiveerde chats van boven naar beneden en weer terug. Ik twijfel, de keuze is riant. Ga ik vandaag voor ‘Rachid Sneeuw’, ‘K Gappie’ of ‘Tikkie Benny’? Ik kies voor dealer nummer twee. Op zijn menulijst scan ik de opties, maar eigenlijk weet ik allang wat ik wil. “Hey ben je aan ‘t werk? Mag ik 2k en 1c?” stuur ik. Een paar uur later zit ik met mijn Raveteam-vriendinnen aan de keukentafel, te bedenken waar we vanavond eens heen zullen gaan. Nog voordat we eruit zijn, gaat bij mij de eerste snuif erin. 

Advertentie

Wekelijks drugs gebruiken was voor mij heel gewoon. Om mij heen zag ik veel mensen dezelfde hoeveelheden als ik naar binnen werken. Dat was niet weinig, maar we deden het enkel in het weekend. De vraag of ik verslaafd was, kwam daardoor niet eens bij me op. 

Maar ik begon doordeweeks steeds vaker last te krijgen van drugsdowners, die ik dan telkens maar weer voor lief nam. Uit onderzoek blijkt dat drugsgebruik steeds meer normaliseert onder jongeren. Het zette me aan het denken: hielden we onszelf niet voor de gek door vol te houden dat ons drugsgebruik in het weekend niet problematisch was? Waar ligt eigenlijk de grens tussen enthousiast recreatief gebruik en een schadelijke gewoonte?

“Het is een ingewikkelde vraag,” zegt Eva Kalis, preventie-expert bij Jellinek. “En ik kan je alvast verklappen dat er geen eenduidig antwoord is.” Binnen de verslavingszorg wordt er onderscheid gemaakt tussen meerdere fases van drugsgebruik. De eerste fase is de kennismaking met drugs. “Dat is bijvoorbeeld wanneer je voor het eerst de geur van wiet ruikt of je iemand strak ziet staan op een feestje.” De tweede fase is het experiment, waarin je de nieuwsgierigheid naar drugs onderzoekt. Je gebruikt een middel een keer of twee. Kalis: “Als het dan bevalt, ga je vaak over naar recreatief gebruik: tijdens sociale gelegenheden op een gecontroleerde wijze gebruiken. Incidenteel. Recreatie heeft geen effect op je verdere dagelijkse bezigheden. Je hebt het zelf in de hand.”

Advertentie

Recreatieve gebruikers zijn bijvoorbeeld mensen die een paar keer per jaar naar een festival gaan, en dat als gelegenheid kiezen om drugs te gebruiken, zegt Kalis. “Maar gebruik je drugs omdat je het leuk vindt en doe je dat nagenoeg elk weekend, dan is het lastig om dat nog recreatief te noemen. Dan spreken we van gewoontegebruik.” 

Volgens Kalis hoeft gewoontegebruik niet problematisch te zijn. Wel zijn er een aantal signalen die erop kunnen wijzen dat een gewoonte langzaamaan in een verslaving verandert. “Iemand die alleen in het weekend gebruikt en verder nergens last van heeft, valt zwart-wit gezien niet onder de zwaarste categorie verslaving. Maar kun je het nog wel leuk hebben op een feestje zonder die snuif of die pil? Hoe vaker je gebruikt, des te groter de kans wordt dat je steeds méér gaat gebruiken. Je bouwt namelijk een tolerantie op voor het middel, waardoor je meer nodig hebt om hetzelfde effect te ervaren.” 

Spijt na gebruik – wanneer je van tevoren besluit niet te gebruiken en het toch doet – en lichamelijke ontwenningsverschijnselen zijn tekenen dat je gebruik uit de hand loopt. Maar ook als je gedachten doordeweeks afdwalen naar de drugs die je in het weekend gaat gebruiken – wat geestelijke afhankelijkheid wordt genoemd – wil dat zeggen dat drugs je dagelijks leven beïnvloeden, ook al gebruik je alleen in het weekend. Als je drugs gebruikt om gevoelens te onderdrukken of als je denkt dat je drugs nodig hebt om je beter te voelen, beland je in de problematische fase. “Dat zijn signalen om serieus te nemen,” zegt Kalis. 

Advertentie

Ik ben op een gegeven moment duidelijk in die fase terechtgekomen. Jaren was het lang leve de lol – als dj in het Amsterdamse nachtleven ging er een wereld voor me open vol gastenlijstplekjes, gratis drank achter de booth en een hele hoop aandacht. Vanaf mijn twintigste sloop het wekelijks gebruik van coke en keta erin. In de backstage van de talloze feestjes waar ik kwam werd openlijk gesnoven. Drugs waren een middel om leuke avonden nóg leuker te maken. Maar in de tijd dat de coronamaatregelen van kracht waren, bleef er weinig leuks over. Weekenden achter elkaar zat ik in dezelfde huiskamer met mensen die ik eigenlijk verschrikkelijk vond, maar ik bleef keer op keer komen en ging als laatste weg – simpelweg omdat daar de drugs waren. “Ik wil verdwijnen”, galmde het steeds door mijn hoofd. Ook doordeweeks werden dat stemmetje en de drang om te verdoven steeds luider. Het werd zo erg dat ik wist: ik moet iets aan mijn drugsgebruik veranderen. 

Maar waar ik duidelijk in de problemen kwam, zie ik om mij heen talloze mensen die nagenoeg elk weekend gebruiken en helemaal geen last lijken te hebben van duistere gedachten. Hoe zit het met hen? 

“Dat jij in een spagaat terecht kwam, omdat jouw drugsgebruik je in de weg ging zitten maar iedereen om je heen hetzelfde leek te doen en daar geen probleem mee leek te hebben, komt doordat in jouw omgeving een bepaalde norm van gangbaar drugsgebruik bestaat. Wat als gangbaar wordt beschouwd, is afhankelijk van je referentiekader. De groep waarbinnen je je begeeft, bepaalt de norm van wat geaccepteerd wordt en wat te ver gaat,” legt Arne van den Bos uit. Hij is onderzoeker bij het lectoraat Verslavingskunde aan de Hanzehogeschool van Groningen en doet onderzoek naar de normalisering van drugs. 

Advertentie

In de omgeving waarin ik mij bevond was het inderdaad ontzettend normaal om bijvoorbeeld elk weekend coke, speed of ketamine te gebruiken, maar werd de lijn getrokken bij wekelijks GHB-gebruik. Op het gebruik van GHB werden mensen dan ook aangesproken. “Maar in dat geval wordt er voorbijgegaan aan het feit dat er elk weekend gesnoven wordt. In jouw groep is problematisch drugsgebruik dan al de norm, en wordt het gezien als gangbaar,” zegt Van den Bos. 

Binnen de fases van gebruik wordt gebruik pas als problematisch bestempeld als het ten koste gaat van verdere dagelijkse bezigheden, vertelt preventie-expert Kalis. Maar wat als je je leven zo indeelt dat je ‘brak-zijn’ al van tevoren incalculeert (zoals bij mij het geval was)? Het afzeggen van afspraken, moeite hebben met uit bed komen en niet gefocust zijn op werk waren zaken die ik zag als een onoverkomelijke bijkomstigheid van mijn gebruik. Daarnaast had ik mijn leven “gewoon op orde”, aan de buitenkant leek er niet zoveel mis met mij.  Zolang je belemmeringen in je dagelijks leven niet als zodanig beschouwt, is het lastiger om gebruik als problematisch te bestempelen. 

“Ook dat heeft te maken met normalisering van drugs,” zegt Van den Bos. Uit zijn onderzoeken naar deze maatschappelijke trend blijkt dat drugsgebruik toegankelijker is geworden – het is makkelijker om aan drugs te komen dan tien jaar geleden, een dealer staat na één appje voor de deur en stuurt menulijsten door via WhatsApp. “Daar wordt ook heel normaal over gedaan, het is niet eens meer spannend om af te spreken met een dealer,” zegt Van den Bos.  

Advertentie

Over drugs wordt ook gemakkelijker gesproken. Van den Bos: “Tien tot twintig jaar geleden werden drugs alleen gebruikt in nichegroepen zoals de dancescene. Nu zie je dat het in de hele samenleving gebeurt. Onder studenten worden drugs bijvoorbeeld openlijk gebruikt en wordt er normaal over gepraat. Volgens Van den Bos is er wel sprake van zogeheten bounded normality: “Studenten beseffen dat het normaal is binnen de eigen groep, maar praten er niet zomaar met iedereen over, zoals met ouders of docenten.”

Het is lastig om uitspraken te doen over daadwerkelijke toename van het drugsgebruik in Nederland onder jongeren. We weten niet hoeveel mensen er weekendgebruikers zijn en er zijn nog geen cijfers bekend van drugsgebruik na de coronapandemie. Volgens Van den Bos is er wel sprake van een verschuiving van wat we zien als gangbaar drugsgebruik. “Omdat we drugs over de gehele breedte een stuk normaler vinden, wordt pas in een later stadium opgemerkt dat de hoeveelheid en frequentie van het gebruik misschien helemaal niet zo normaal is als we denken.” 

Volgens Van den Bos verschilt het per persoon hoeveel drugs je naast je gewone bezigheden aankunt. Niet iedereen die wekelijks gebruikt valt dus automatisch in de categorie ‘problematisch gebruiker’. “Sommige mensen kunnen een drugsdowner beter aan, die kunnen dat emotionele gevoel dat je van drugs kan krijgen scheiden van de realiteit en zien in dat het chemisch is. Maar veel mensen kunnen dat niet en zijn er gevoeliger voor. Je ziet dat mensen die hoog scoren op emotionele instabiliteit, zoals neuroticisme, vaker drugs gebruiken als een copingstijl. Of dat mensen die sociaal angstig zijn drugs gebruiken omdat ze het anders moeilijk vinden om met anderen te kletsen. Ook mensen met adhd of met een slechte impulscontrole grijpen sneller naar drugs als een copingmechanisme om met zichzelf om te kunnen gaan.”

Advertentie

Van den Bos merkt op dat we onszelf heel makkelijk voor de gek kunnen houden. “Veel mensen zeggen tegen zichzelf dat ze drugs gebruiken omdat ze het voor hun plezier doen, maar gebruiken het onbewust toch als copingstijl. Dan spreken we van een cognitieve dissonantie: mensen zeggen het één, maar doen het ander. We praten ons gedrag graag goed, dat helpt om zelfvertrouwen in stand te houden.” 

Veel drugsgebruik onder jongeren heeft vooral te maken met de levensfase en de context waarin ze zich bevinden. “Daar groeien de meesten overheen,” zegt Van den Bos. “Er is echter altijd een kleine groep waarbij het wel mis gaat en die toch blijft gebruiken.” 

Desondanks benadrukt hij dat het van belang is om je bewust te zijn van je gebruik in deze cruciale fase van het leven. Als je jong bent, zijn je hersenen namelijk nog volop in ontwikkeling. Van den Bos: “Jezelf leren kennen zonder drank en drugs is belangrijk. Het gevaar van gewoontegebruik is dat je van jezelf verwijderd kan raken, omdat je niet helemaal weet wat jouw eigen reactie is op situaties en wat beïnvloed is door de chemische processen die aan de gang zijn in je lijf – ook daags na het gebruik van drugs.” 

Ik kende mezelf eigenlijk niet zonder drank of drugs. Ook al gebruikte ik alleen in het weekend, doordeweeks scrolde ik vaak genoeg door mijn gearchiveerde chats, langs de menulijsten van de dertig dealers die ik in mijn telefoon heb staan. Inmiddels ben ik een aantal maanden met succes in behandeling bij Jellinek. Het Raveteam zal het de komende tijd even zonder mij moeten doen. 


Het gebruik van drugs is nooit zonder risico. Neem in België voor alle vragen over drank, drugs, pillen, gamen en gokken, contact op met de Druglijn of bel 078 15 10 20. In Nederland kun je voor dezelfde onderwerpen contact opnemen met het Trimbos-instituut, via de website of het telefoonnummer 0900-1995. Op de site van Jellinek kan je testen hoe het met jouw gebruik staat en meer informatie vinden over verslavingszorg.