Sakir Khader
Zelfportret. Alle foto's door Sakir Khader
Identiteit

Sakir Khader fotografeert de schoonheid en de gruwelijkheden van Palestina

“Ik leg graag alles vast. Mensen die er straks niet meer zijn bijvoorbeeld, zodat ik ze altijd kan herinneren op een bepaalde manier."

Leven in Palestina betekent voor veel mensen dat ze om de haverklap een begrafenis van een familielid of een bekende moeten bijwonen. De situatie is er de afgelopen tijd enorm verslechterd – 2022 was met minstens 154 doden door Israëlisch geweld het dodelijkste jaar in de Westelijke Jordaanoever sinds 2005, het eerste jaar waarin de Verenigde Naties daarover cijfers bijhielden. In datzelfde jaar vielen er aan de Israëlische kant 29 doden. Het is nu net maart en er zijn tot nu toe bijna 80 doden gevallen aan Palestijnse kant, dus dat grimmige record lijkt dit jaar verbroken te worden. Ondanks het vredesoverleg tussen Israël en Palestina twee weken geleden, zijn er ook deze week zes Palestijnen gedood, meldt persbureau AP. 

Advertentie

Voor de Palestijns-Nederlandse filmmaker Sakir Khader (32) is het vaak dodelijke geweld geen reden om zijn thuisland niet meer te bezoeken. Regelmatig reist hij naar Palestina om het dagelijks leven daar te fotograferen en te filmen – de mooie, maar ook de gruwelijke dingen, en soms met gevaar voor eigen leven. VICE sprak hem over zijn werk. 

Protestmars in Jenin nadat een Palestijnse jongen werd doodgeschoten.

Protestmars in Jenin nadat een Palestijnse jongen werd doodgeschoten.

Sakir groeide op in Vlaardingen, maar kreeg toch veel mee van zijn Palestijnse achtergrond, vertelt hij. Samen met alle andere Palestijnse kinderen uit Vlaardingen ging hij op zondag naar de Arabische school, en in de zomer vloog hij naar Palestina. “We propten ons in auto’s naar Schiphol, op het dak bonden we koffers en tassen, en we vlogen allemaal in hetzelfde vliegtuig.” 

Die zomervakanties waren zorgeloos, zegt Sakir. “Dagelijks brachten we uren door in de bergen, aten we de lekkerste kunafa in de oude stad van Nablus en sliepen we met z’n allen in het oude huis van opa en oma. Een typisch Arabisch huis, waar oma ons instopte met van die goed gevoerde kussens en wollen dekens met tijgers en bloemen erop. Waar ze ons ‘s ochtends vroeg al wakker maakte om de naalden uit haar handen te halen met een pincet. Die kreeg ze omdat ze cactusvruchten, sabr in het Arabisch, voor ons plukte en met haar blote handen voor ons schoon maakte en pelde. Ik vergeet nooit hoe ze in haar eentje brood zat te bakken. Ondertussen scheurden wij steeds een stukje van het brood, omdat we niet konden wachten op het ontbijt.” 

Advertentie
Sakirs opa en oma in hun oude huis in Palestina.

Sakirs opa en oma in hun oude huis in Palestina.

In het jaar 2000 beleefden ze de laatste mooie, zorgeloze zomer daar. “Nog geen paar weken nadat we terugkeerden naar Nederland brak de tweede intifada uit. "Vanaf dat moment begonnen we ons te realiseren: ons land staat in brand.” In het ouderlijk huis van Sakir stond de televisie altijd aan op Al Jazeera en Palestine TV. “We groeiden op met wat zich allemaal afspeelde in ons thuisland Palestina. De beelden van Muhammad al-Durrah, een jongen van 12 jaar, die samen met zijn vader schoolspullen in Gaza wilde kopen en onder vuur kwam te liggen, maakten grote indruk op me. Zijn vader probeerde hem nog te beschermen, maar hij werd doodgeschoten. Die beelden gingen destijds de hele wereld over en staan sinds mijn negende op mijn netvlies gebrand.” 

Sinds de uitbraak van de intifada is Sakir meer verbondenheid met Palestina gaan voelen. Hij bleef het land met zijn gezin bezoeken in de zomer. “Ik zag het land ook veranderen. Alle gesprekken met neven en vrienden gingen ineens over oorlog. Er waren checkpoints, soldaten, tanks, helicopters en begrafenissen. En het geluid van de gevechtsvliegtuigen die boven de stad rondvlogen. Inmiddels is dat geluid zo gewoon geworden, dat ik niet eens meer opkijk,” vertelt hij.

“Ik verloor ineens dierbaren, zoals mijn beste vriend en neefje Kosay, die pas elf was toen hij werd doodgeschoten. Waar ik voorheen elke zomer met mijn neefje doorbracht, bezocht ik nu ineens zijn graf.” Dat zorgde niet alleen voor immens veel verdriet, maar het wakkerde ook Sakirs nieuwsgierigheid aan, zegt hij. “Ik wilde weten wat er met hem was gebeurd en waarom. In die tijd, de vroege jaren 2000, hadden de media het altijd al over nummers – dodentallen. Dat is hoe we werden gezien: nummers, getallen. Maar wie zijn die gezichten daarachter? Vanaf dat moment wilde ik de verhalen van de Palestijnen vertellen, het humaniseren.”

Advertentie

Ondertussen ging het leven in Palestina gewoon door. “Er werd getrouwd en er werd gerouwd. Er werd gegeten, op straat gehangen en gewinkeld. Het was soms even kalm, maar dan viel er weer een bom en steeg het aantal doden.” 

Sakirs opa werd geboren tussen Nablus en Jenin, in de Westelijke Jordaanoever, en kwam in de jaren zestig naar Nederland om hier te werken. “Mijn opa ging weg uit Palestina. Vijf jaar later kwam mijn oma met mijn oom en vader via gezinshereniging naar Nederland. Zowel mijn grootouders als mijn ouders kwamen uit generaties die zichzelf moesten bewijzen en hard moesten werken om het beter te hebben en een mooi huis te kunnen bouwen in Palestina. Of de situatie beter werd of niet: mijn opa was van plan om na zijn pensioen terug te keren naar Palestina.” 

Sakirs opa in de winter in Nederland in de jaren zeventig.

Sakirs opa in de winter in Nederland in de jaren zeventig.

Vanaf zijn achttiende begon Sakir zijn familie in Palestina ook in de winter op te zoeken. De realiteit van de bezetting is vanaf dan erg confronterend, zegt hij. “Maar ik beleefde ook de mooiste momenten in Palestina. Familieleden en vrienden lopen er zo bij elkaar naar binnen, er is de geur van manakeesh met za'atar, verse fruitsappen die op straat worden verkocht, en de theekraampjes die tot vroeg in de ochtend open zijn. En dan de geur van brandhout, waar we in de avond shakshuka op maken. Dat is de geur van thuis. En dan kom ik weer terug in Nederland, waar we leven in routines en systemen, waar je zelfs een afspraak moet maken om met iemand koffie te drinken.” 

Advertentie

Als hij in Palestina is herkennen mensen op straat hem niet alleen aan zijn lange baard, maar ook aan z’n camera, die hij altijd met zich draagt. “Ik leg graag alles vast. Mensen die er straks niet meer zijn bijvoorbeeld, zodat ik ze altijd kan herinneren op een bepaalde manier. Maar ook veranderingen wil ik laten zien. Als ik nu een wijk fotografeer en een jaar later precies dezelfde foto probeer te maken, ziet het er waarschijnlijk compleet anders uit. Vandaag is een stad er, morgen misschien niet meer. Palestina is een tikkende tijdbom, heel onrustig,” zegt Sakir. “Ik wil de mooie herinneringen levend houden in mijn geheugen, maar ook op mijn harde schijf. Opdat het nooit vergeten wordt, dat het voor altijd voort blijft bestaan.”  

Sakir fotografeert altijd in zwart-wit. “Daarmee kan ik de pijn vastleggen. Ik gebruik pas kleur wanneer wij Palestijnen vrij zijn,” zegt hij. Wij Palestijnen zijn een gewond volk en elke keer wanneer het weer even rustig is, heelt die wond een klein beetje. En dan wordt er weer met een mes in gestoken. We hebben nooit tijd om te genezen, op adem te komen.”  In januari fotografeerde hij bij een begrafenis in Jenin. “Ik zag de moeder van de overleden jongen en ze keek naar de hemel, zo van: alsjeblieft God, verzacht mijn pijn. Ik moest zo hard huilen. Ik liet mijn camera aan m’n nek hangen en liep weg. Het was dit keer iemand anders z’n moeder, maar het kon net zo goed mijn tante, of zelfs mijn moeder zijn.” 

Advertentie
Kogelgaten in een auto in Jenin na een grote Israëlische aanval in januari. De kogels vlogen door het kamp.

Kogelgaten in een auto in Jenin na een grote Israëlische aanval in januari 2023. De kogels vlogen door het kamp.

Begrafenis in Qabatiya. Een jongen van 18 is omgekomen bij een Israëlische inval. Zijn familieleden nemen hier afscheid van hem.

Begrafenis in Qabatiya. Een jongen van 18 kwam om bij een Israëlische inval. Zijn familieleden nemen hier afscheid van hem.

De beelden die hij maakt zijn vaak erg heftig, maar hij merkt dat ze niet altijd evenveel indruk maken. “Als ik over Palestina praat of foto’s maak, zegt iedereen altijd: het is eindeloos aan de gang. Maar beelden van onrecht mogen nooit winnen of genormaliseerd worden. Vaak vraag ik me af: een volk van wie de basisrechten wordt ontnomen, en een samenleving die als tikkende tijdbom geldt, hoelang blijft dat goed gaan? We staan aan de rand van escalatie.” 

Tijdens zijn bezoek aan Palestina afgelopen januari verbleef hij bij zijn familie in Nablus en Jenin, waar de drones regelmatig over de stad vlogen. “Dat klonk alsof een bij de hele tijd zoemend om je heen vliegt. Elke keer wanneer we dat hoorden wisten we dat er een inval aan zat te komen. Weer gewonden, weer doden. En deze film herhaalt zich steeds weer.”

Ondertussen wordt het leven daar steeds benauwder, ziet Sakir. Tussen alle steden staan er checkpoints. De camera’s daar leggen elke beweging vast en scannen je gezicht. Een “streng bewaakte gevangenis” noemt hij het. “Continu zijn er ogen op ons gericht. We leven tussen muren, onder de drones, en er kan ieder moment een gewapende eenheid in je huis staan. Alleen de vogels zijn vrij in Palestina.” 

Gebouw in het kamp bij Jenin dat doorzeefd is met kogels.

Gebouw in het kamp bij Jenin dat doorzeefd is met kogels.

Tijdens een inval in Jenin werd een jongen neergeschoten. Zijn Palestijnse leraar probeerde hem weg te slepen, maar de Israëlische sniper raakte hem ook. Dit is zijn bloed.

Tijdens een inval in Jenin werd een jongen neergeschoten. Zijn Palestijnse leraar probeerde hem weg te slepen, maar de Israëlische sniper raakte hem ook. Dit is zijn bloed.

Wanneer Sakir hierover vertelt, raakt hij zichtbaar geëmotioneerd. “Ik ben steeds bozer en vooral emotioneler,” zegt hij daarover. “De ene dag leer ik iemand kennen, de volgende dag wordt diegene doodgeschoten bij een checkpoint. Daardoor ben ik anders gaan kijken naar het leven en de dood.” In Palestina ziet hij de muren steeds meer bedekt raken met posters – foto’s van jongens die zijn doodgeschoten door Israëlische soldaten. “En dan denk ik: wie is de volgende wiens foto hier wordt geplakt? Is het weer een neef, een vriend, of ben ik het zelf?” 

Advertentie

Er worden niet alleen burgers geraakt, ook journalisten worden soms slachtoffer. Zoals Shireen Abu Akleh, de Amerikaans-Palestijnse journalist van Al Jazeera die vorig jaar in Jenin werd vermoord door het Israëlische leger. “Als je geluk hebt ben je twee, drie dagen headline. Daarna sta je ergens achterin de krant en ben je niet meer relevant,” zegt Sakir. 

Een begraafplaats in Jenin.

Een begraafplaats in Jenin.

In 2017 werd hij zelf opgepakt bij de Grieks-Turkse grens. Hij werkte destijds aan een reportage over vluchtelingen die naar Europa wilden, maar de Griekse politie pakte hem ook op. Zijn Nederlandse identiteitsbewijs, perskaarten en camera waren niet genoeg bewijs dat hij aan het werk was. Ze noemden hem een mensensmokkelaar en stelden hem vragen over terreurorganisatie IS. Even dacht Sakir dat hij daar de gevangenis in moest. Hij werd veroordeeld tot een maandenlange voorwaardelijke gevangenisstraf. En niet veel later werd hem toegang tot Turkije ontzegd.

Hoewel Sakir weet dat het tijdens elke reis naar zijn land van herkomst fout kan gaan, houdt het hem niet tegen. “Israëlische kogels werden bewust op mij afgevuurd. Een daarvan schampte over mijn hoofd heen en raakte mijn pet. Natuurlijk ben ik extra voorzichtig en probeer ik veilig te bewegen, maar ik ben niet bang voor de dood. Ik word soms Kuifje genoemd, alsof ik als kip zonder kop naar oorlogsgebieden reisde, maar dat is natuurlijk niet zo. Ik ben kind van de regio en weet hoe alles daar te werk gaat. Als Palestijn en iemand met een bepaald talent, vind ik dat ik het onrecht moet laten zien, maar ook moet delen wie we zijn. We willen gewoon leven in onze waardigheid en niet steeds onderdrukt worden.” 

Zijn werk wordt niet door iedereen gewaardeerd. “Steeds als ik iets maak of zeg over Palestina, word ik het mikpunt van lastercampagnes. Ik krijg bedreigingen in mijn dm’s op Instagram, ik word beschuldigd van antisemitisme en zou zogenaamd lid zijn van een terroristische organisatie. Er zijn zelfs mensen geweest die de Israëlische diensten onder mijn foto’s taggen, en tegen hen zeggen dat ze mij moeten aanpakken,” zegt Sakir. “Mensen willen dat ik mijn werk objectief doe, maar wat bedoelen ze daar precies mee? Wat is objectiviteit? Praten met de moordenaar van mijn familie? Ik ben duidelijk onderdeel van een groep die wordt onderdrukt en laat alleen zien wat wij meemaken.” 

Ook de lastercampagnes en persoonlijke bedreigingen weerhouden Sakir er niet van om de komende jaren door te gaan met zijn werk. Hij is bezig met een lange film over intergenerationeel trauma, waarvoor hij veel van zijn tijd zal doorbrengen in Palestina.

Een gewapende Palestijn bij Jenin.

Een gewapende Palestijn bij Jenin.