Een bezoek aan een vluchtelingenkamp in Libanon waar Palestijnse en Syrische vluchtelingen naast elkaar wonen
Foto door Saptak Ganguly via Stocksy

FYI.

This story is over 5 years old.

Identiteit

Een bezoek aan een vluchtelingenkamp in Libanon waar Palestijnse en Syrische vluchtelingen naast elkaar wonen

"Daesh," giechelt mijn dertienjarige gids terwijl hij naar een groepje mannen wijst. "Vermoorden jou. Jou."

In Shatila wonen zo'n 22 duizend vluchtelingen. Foto door Eleanor Ross

Samaa vluchtte voor de oorlog in Syrië en kwam terecht in het vluchtelingenkamp Shatila in Libanon, waar ze inmiddels al bijna vijf jaar woont met haar vier kinderen. Ze is één van de duizenden vrouwen die het slachtoffer zijn geworden van de voortdurende crisis in het Midden-Oosten. "Als we de oversteek maken op die boot, zal die zinken en zullen mijn kinderen sterven. We kunnen niet goed zwemmen."

Advertentie

Samaa, 32 jaar oud, zit in kleermakerszit op een rood vloerkleed in een appartement met twee kamers, in het vluchtelingenkamp in Shatila. "Het is te gevaarlijk, iedereen is zich daar bewust van — daarom ben ik nog steeds hier."

Ze gebaart om zich heen in de klamme betonnen doos die door moet gaan voor een huis voor Samaa en haar vier kinderen. Niemand zou ervoor kiezen om hier te wonen. Het ruikt er vochtig, en door het raam kijk je uit op een dak dat bedekt is met bijna een halve meter aan afval. "Kom, maak hier maar een foto van," zegt ze, terwijl ze opstaat en me naar buiten toe leidt. "Neem een foto en laat het aan de mensen zien." Het is niet ideaal, maar Samaa weet dat ze geluk heeft dat ze Syrië heeft kunnen verlaten. Ondanks de ellende in haar omgeving is ze dankbaar dat ze samen met haar familie relatief veilig in Beiroet zit. Ze erkent dat veel andere mensen niet zoveel geluk hadden.

Shatila is een dichtbebouwd kamp. Het werd in 1949 opgericht om drieduizend Palestijnse vluchtelingen onderdak te kunnen bieden, maar inmiddels wonen hier zo'n 22 duizend mensen. Dat aantal groeit alleen maar, en dat leidt tot extreme overbevolking. Aan bestaande gebouwen worden extra verdiepingen toegevoegd, waardoor er appartementencomplexen ontstaan van soms wel acht verdiepingen hoog. Volgens Amnesty International bestaat een vijfde deel van de bevolking uit Syrische vluchtelingen. En terwijl Assad de oorlog in het oosten voortzet, bereidt Libanon zich weer voor op een nieuwe vluchtelingenstroom.

Advertentie

Het leven in dit kamp is een heel ander verhaal dan de mediaberichten over de grote aantallen jonge mannen die wanhopig via Macedonië proberen Europa binnen te komen. In het kamp hebben vrouwen en kinderen de overhand. Overal zie je kleine kinderen, spelend en gillend in de donkere, vochtige straatjes. Vrouwen wachten tot hun echtgenoten vanuit Syrië aan zullen komen, of verwachten zonen en neven die inmiddels begonnen zijn aan hun reis naar Europa.

Ik verblijf in het Children and Youth Center in het hart van het kamp. Het programma hier wordt al jarenlang gerund door Abu Moujahad, een Palestijn die naar Shatila kwam toen hij één maand oud was. Zijn doel is om te strijden tegen het onrecht dat de Palestijnen wordt aangedaan, maar ook om de kinderen in het kamp zoveel mogelijk kansen te geven. Dat is lastig doordat het budget steeds kleiner wordt, en het kamp iedere dag meer Syrische vluchtelingen opneemt.

Aida, een Palestijnse vluchteling die bij het CYE werkt, wijst naar de gebouwen om ons heen. Ze zijn zo hoog en er zijn zoveel verdiepingen bovenop gebouwd, dat de zon de straten eronder nauwelijks kan bereiken. We moeten bukken als door de buurt lopen. Dikke snoeren lopen van de daken naar beneden naar een warboel van kabels die maar een paar centimeter boven onze hoofden hangt. Ze slingeren over de wegen als lianen in een regenwoud. Ik ga maar uit van het beste en hoop dat we niet geëlektrocuteerd worden. "Alles is hier nat," zegt Aida. "Dat maakt de situatie heel gevaarlijk."

Advertentie

Stroomstoringen komen vaak voor in Shatila. Terwijl we verder lopen om Samaa, de buurvrouw van Aida, te bezoeken valt de stroom weer uit. In tegenstelling tot de situatie in het centrum van Beiroet, drie kilometer verderop, zijn de generatoren hier zwak. Het kan uren duren voordat er weer stroom is.

Overbevolking is een groot probleem in het kamp: nieuwe verdiepingen worden continu aan al bestaande gebouwen toegevoegd. Foto door Eleanor Ross

De stabiliteit in Libanon balanceert op het randje. In de afgelopen paar jaar heeft het kleine land meer dan twee miljoen vluchtelingen uit het naburige Syrië verwelkomd. Damascus ligt ongeveer 55 kilometer verderop, een afstand die binnen een uur afgelegd kan worden. De grens met Syrië wordt vaak bestookt met mortiervuur, en in het zuiden van het land duurt de vijandigheid met Israël voort.

Ik vraag Aida en Abu Moujarad, terwijl we koppen hete koffie drinken, waarom mensen ervoor kiezen om hier te wonen. Het is de sterkste koffie die ik ooit heb gedronken en ik neem zo klein mogelijke slokjes, terwijl ik de koffieprut in m'n keel probeer te negeren. "We zijn allemaal ontheemde mensen, maar Shatila voelt wel als een gemeenschap. Dat heeft ook te maken met hoe goedkoop het is om hier te leven. In Beiroet liggen de huurprijzen erg hoog — meestal wel rond de 530 euro, terwijl de huur in Shatila meestal maar zo'n 220 tot 260 euro is. Daar zitten alle rekening dan al bij inbegrepen."

Het kamp is een toevluchtsoord voor mensen die huis en haard moesten verlaten. Abu Moujarad legt uit dat, ook al kan hij vanuit het kamp makkelijk naar het centrum van Beiroet komen, hij zich daar niet welkom voelt. "Het voelt als een andere wereld. Taxichauffeurs die in het centrum werken willen niet naar het kamp rijden — het voelt soms alsof het land erg verdeeld is en de bevolking zich onderling niet mengt. Voor de burgeroorlog speelde religie hier geen rol, maar nu wordt nergens anders over gepraat. God heeft het maar druk in Libanon!"

Advertentie

Een jong kind rent over een weg die bezaaid is met afval en elektrische draden. Foto door Eleanor Ross

Het is even stil in de straten van dit benauwde, donkere doolhof. Dan licht buiten het kantoortje de straat op doordat een tiener zijn pistool uitprobeert. Vonken vliegen in het rond door de kogels die over de stoep schieten.

Toch is Samaa optimistisch over de toekomst. "Ik vind het niet fijn om hier te moeten zitten, maar ik doe wat ik kan. In Syrië was ik lerares, nu besteed ik al m'n tijd aan lezen en koken." Als Samaas kinderen thuiskomen, geeft ze hen zelf vaak nog extra les. Het onderwijs op de scholen, die door de Verenigde Naties worden gefinancierd, is niet heel goed.

Aida, die naast me zit en Samaas verhaal aan het vertalen is, vertelt dat de scholen uit hun voegen barsten. "Sinds de vluchtelingen uit Syrië zijn gearriveerd, is er gewoon geen plek meer. Dat kun je aan de gebouwen zien, maar ook aan de aangeboden diensten. De school hier geeft in de ochtend les aan Palestijnse kinderen en in de middag worden Syrische kinderen onderwezen, maar de klaslokalen zitten bomvol."

Samaa vertelt: "Ik doe wat ik kan met m'n kinderen. 's Avonds lezen we en ik help hen met hun opleiding." Naast de versleten bank met twee zitplekken staat er in de kamer alleen een vrijwel lege boekenkast. Op de vloer ligt een tapijt. Een dik wit boekje dat volgekrabbeld is in het Arabisch ligt open op de bank. Wanneer Samaa over lesgeven praat, dwalen haar ogen af en toe af naar het boek.

Shatila is geen geschikte plek voor kinderen. Tijdens mijn eerste avond nam mijn dertienjarige gids Omar me mee naar een winkeltje om wat brood te kopen. Op de terugweg gaf hij me een por en wees hij naar een klein groepje mannen dat bij een gebouw stond. Omar haalde zijn vingers langs zijn keel. "Daesh." Hij giechelde. "Vermoorden jou. Jou." Hij wees naar me.

Advertentie

IS ziet Shatila als vruchtbare rekruteringsgrond. Volgens vluchtelingen- en mensenrechtengroepen maakt de jihadistische groep gebruik van de desillusie die in dergelijke kampen heerst, en rekruteren ze voornamelijk soennitische moslims en Ba'athisten. De spanningen lopen vaak hoog op in het kamp — mensen leven dicht op elkaar en geven weinig om het kamp. Gevechten komen veel voor. Verschillende religies, culturen en dialecten zorgen ervoor dat de vrede soms moeilijk te bewaren is.

Hoewel Samaa positief blijft, betekent dat niet dat ze wil blijven. Maar ze wil geen onnodige risico's lopen om hier weg te komen. Iedereen waarmee ik sprak in het kamp kent wel iemand die gestorven is tijdens de gevaarlijke oversteek per boot naar Europa, waarbij vaak tientallen vluchtelingen in kleine rubberbootjes worden gepropt. Aida legt uit dat de meeste mensen hier over land naar Istanboel reizen en dan een boot naar Griekenland pakken, of dat ze direct naar Cyprus gaan. "Ik kan niet per boot naar Europa, maar ik zou wel graag per vliegtuig naar Canada gaan," zegt Samaa. "Die route is veilig, maar ik ben hier nu al meer dan vier jaar, sinds de burgeroorlog in Syrië begon. We waren een van de eerste groepen die vertrokken."

"De grens is nu gesloten," zegt ze. "Mijn zus en haar kinderen zijn nog steeds in Syrië en ze vinden het moeilijk om weg te gaan, maar ze proberen nu naar Jordanië te komen."

Ze is niet de enige die nog familie in Syrië heeft. Ik ontmoet Lia op het vliegveld. In haar hand heeft ze een witte plastic zak van de VN met haar naam erop. Ze heeft zich losgemaakt van een lange rij van mensen die allemaal hetzelfde tasje vasthouden, en wacht in de vertrekhal. Ik vraag of ze weet waar ze heen gaat.

Advertentie

Ze struikelt over het onbekende woord: "Montreal." Ik vraag haar of ze uitkijkt naar de reis. "De vlucht is zo lang," zegt ze. "We moeten eerst naar Jordanië, en daarna nog twaalf uur vliegen over zee." Ze kijkt al een stuk vrolijker wanneer ik haar vertel dat ze in het vliegtuig films kan kijken.

"Ik ben heel verdrietig dat ik Syrië moet verlaten," voegt Lia nog toe. "Ik heb de afgelopen negen maanden in een vluchtelingenkamp in Libanon gezeten, maar mijn familie is nog in Syrië. Mijn moeder en mijn vader, en al mijn ooms en tantes." Ze wijst naar een jonger meisje. "Ik reis samen met mijn zusje."

Meer dan 25 duizend vluchtelingen zijn sinds 2015 hervestigd in Canada, en Duitsland heeft nog een groot aantal plekken beschikbaar. Als je naar de statistieken kijkt, duurt het waarschijnlijk niet zo lang voordat Samaa op het vliegveld staat met haar kinderen.

Voor nu blijft ze vrolijk en optimistisch. Op het fornuis staat linzensoep te pruttelen voor haar kinderen (het is hun lievelingslunch, vertelt ze) en wanneer ik haar flat verlaat hoor ik kleine voetjes de betonnen trap op racen. Twee meisjes, met rode wangen van de kou, stormen naar boven en langs mij het huis in.

"De meisjes zijn thuis!" roept ze. En voorlopig is dat ook zo.

-

Vrouwen praten misschien veel, maar we horen ze te weinig. Daarom is Broadly Nederland er. Like onze pagina.