Marco Meijer is een dartscaller bij de BDO.
Foto's door Dave Aalbers of via Marco Meijer. 

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Rekenblunders, 180’s en Gangnam Style: het leven van een dartscaller

“Je moet een bepaalde uitstraling en charisma hebben.”

Als ik darten op televisie kijk, heb ik vaak meer bewondering voor de callers dan de darters. Waar de meeste jongeren tegenwoordig voor een simpele som al hun rekenmachine erbij pakken, moeten zij voor een miljoenenpubliek razendsnel allerlei ingewikkelde berekeningen maken, terwijl er voor de darters tonnen op het spel staan.

Marco Meijer (30) is zo’n caller bij de BDO, de Britse dartsbond die geldt als het kleinere broertje van de PDC. Ooit hoopt hij met een microfoon in zijn hand het publiek van Alexandra Palace gek te maken, tijdens het WK darts van de PDC. VICE Sports zocht Meijer op in zijn dartcafé in het Zuid-Hollandse dorpje Middelharnis, om te praten over charisma, rekenblunders en viral gaan met Gangnam Style.

Advertentie

VICE Sports: Ha Marco, wanneer kwam het moment dat je dacht: ik wil dartscaller worden?
Marco Meijer: Ik gooi zelf al een jaar of vijftien mee bij rankingtoernooitjes hier in Goeree-Overflakkee. Ik schreef altijd de punten op, omdat ik goed kon rekenen. Bij de finale was er ook een omroeper, en ik ben toen als ventje van achttien op hem afgestapt: “Nou, ik denk dat ik dat wel beter kan dan jij.”

Mocht je het toen bij het volgende toernooi proberen?
Ja, iedereen gaf daarna ook aan dat het best wel goed ging. Ik heb toen voorgesteld om het daarna voor vast te blijven doen. In de finale kwam ik toch nooit, daar was ik niet goed genoeg voor. Ik vond het lachen om te doen en het gaf extra sfeer op die avonden. Zo is het eigenlijk begonnen, in de kroeg voor de fun voor een man of twintig.

Hoe maak je als caller in een kroeg de stap omhoog?
Er was een evenement in Hellevoetsluis, waar ze een keer in het jaar bekende darters uitnodigen. Het was een grote feestavond, en mensen uit de buurt konden een pijltje gooien tegen profs. In 2008, toen Gary Anderson en Gary Robson te gast waren, vroeg de organisatie mij om te callen. Ik zei in eerste instantie: “Ik heb net vijf keer in de kroeg omgeroepen, dan ga ik toch niet daar bij dat soort gasten staan?” Uiteindelijk kocht ik een pak en een wit overhemd, en ben ik toch gegaan.

1545388809207-12289461_1667601910166886_408570426951495093_n

Foto via Marco Meijer.

Hoe ging dat?
Ik had best een beetje een trillende stem en klotsende oksels van de zenuwen. Ik weet niet welke sport je zelf volgt? Daarin heb je vast ook idolen.

Advertentie

Als kind was ik fan van de voetballer Ronaldinho.
Nou, stel je dan eens voor dat je een balletje moet hooghouden met Ronaldinho. Dat is best lastig. Die gasten probeerden me ook extra op de proef te stellen door allerlei rare combinaties te gooien. Maar dat ging me vrij goed af. Gary Robson was zodanig onder de indruk dat hij vroeg of ik ook weleens op grote toernooien stond. “Nee joh, ik doe het in de kroeg,” antwoordde ik. Robson nam me toen een keer mee naar een toernooi en de organisatie daarvan. Hij zei dat ik pas negentien was en een kans verdiende. Toen ging het hard, binnen twee jaar stond ik op alle toernooien in Nederland en België.

En niet veel later werd je een van de callers op Lakeside.
Ik was pas 23 toen ik in 2012 mijn debuut op Lakeside maakte. Ik heb altijd geroepen dat ik dat wilde bereiken. Veel mensen dachten dat het nooit zou lukken, maar ik mag toch dromen? Als je nu beelden terugkijkt hoor je wel dat ik een wat trillende stem had, maar het ging negen dagen foutloos. Vanaf dat moment deed ik alle toernooien van de Britse dartsbond.

Het moeilijkste lijkt mij het snelle rekenwerk. Hoe word je daar goed in?
Gewoon veel darten kijken. Van iedere darter weet ik van welke dubbel ze houden, iedereen heeft een bepaald patroon. De een houdt van dubbel twintig, de ander weer van dubbel zestien. Ik ben de darters eigenlijk altijd een pijl voor. Er zijn genoeg dartliefhebbers die net zo goed kunnen rekenen als ik, maar niemand heeft het lef om voor een volle zaal een microfoon vast te houden. Veel mensen roepen dat ze het ook makkelijk zouden kunnen. Dan zeg ik: “Hier heb je mijn jassie en mijn stropdassie, ga maar staan.” Dan durven ze het toch niet. Dat is het verschil.

Advertentie

Heb je weleens een blunder gemaakt bij het rekenen?
Moet ik dat vertellen?

1545389214308-46798783_2203513963013412_5344969495725211648_n

Foto via Marco Meijer.

Graag.
Het was een keer tijdens de finale tussen Ross Montgomery en Scott Waites op de Dutch Open in Assen, met drieduizend man in de zaal. Het stond 2-2 in sets en ook 2-2 in legs, de beste van vijf sets zou winnen. In die allerlaatste leg maakte ik een fout, waardoor misschien wel de verkeerde heeft gewonnen.

Oei, meteen op een lekker moment. Kon de leg niet worden overgespeeld?
Als ik “game shot and match” zeg, dan kan ik niet meer terug. Als er een rekenfout is bij je tegenstander, moet je dat eigenlijk aangeven voordat je eerstvolgende pijl in het bord zit. Een minuut na de finale wisten ze allebei dat ik een fout had gemaakt. Montgomery had er voordeel van, maar hij beweert dat hij niets doorhad.

Je hebt vast niet lekker geslapen die nacht.
Nou, ik heb die avond mijn hotelkamer verbouwd. Ik werd helemaal gek. Er was die avond nog een afterparty met de officials en de spelers, maar het liefst was ik heel de avond op mijn nest blijven liggen. Uiteindelijk ben ik toch gegaan en daar heb ik met allebei de spelers gesproken. Ze waren sportief en begrepen dat het menselijk is om fouten te maken. Als caller heb je het eigenlijk goed gedaan als niemand weet wie tijdens de wedstrijd de caller was. Dat was nu overduidelijk wél het geval.

1545388854856-12642696_10206537074679417_6852281636326660015_n

Foto via Marco Meijer.

Als caller moet je er ook wel een beetje een show van maken, toch? En een goede 180-kreet hebben.
Natuurlijk. Je moet wel een bepaalde uitstraling en charisma hebben. Ik denk wel dat ik een krachtige stem heb. Iedereen heeft ook zijn eigen identiteit bij het omroepen van de 180. Ik heb tussen al die Britten als enige een Nederlands accentje. Dartsfans herkennen alle stemmen van de callers blind, ook die van mij. Verder is vooral die van Russ Bray natuurlijk iconisch. Je zou bijna een kaartje kopen om hem 180 te horen schreeuwen. Hij krijgt gewoon gewoon standaard tienduizend man gek.

Advertentie

Over het publiek gek krijgen gesproken: ik zag je ook een keer het dansje van Gangnam Style op het podium doen.
Haha, dat was op Lakeside. Ik had net een damespartij gedaan, en die was zacht uitgedrukt niet best. Er moest iets gebeuren in die zaal, de sfeer was compleet doodgeslagen. Dat dansje deden we altijd met de andere callers op toernooien, en iemand vroeg toen of ik die niet op het podium wilde doen. Ik zei eerst: “Ben je niet goed man, ik ga dat toch niet voor tweeduizend man doen?” Even later deed ik het toch. Bleek er ook nog een camera op te staan, dat filmpje ging echt compleet viral.

Wat voor reacties kreeg je daarop?
Ook veel negatieve hoor, dat het niet professioneel was. Maar goed, die tweeduizend man hebben zich goed vermaakt en de bond vond het alleen maar prachtig. Mensen vragen weleens of ik het nog een keer wil doen, maar dat doe ik niet. De spelers moeten voor het vermaak zorgen.

Kun je eigenlijk een beetje lekker verdienen als caller?
Bij de PDC is het een echte baan, maar voor mij bij de BDO niet. Ik heb er nog een baan naast als koerier. Het is vaak vooral onkostenvergoeding en soms een klein zakcentje. Het is echt een hobby, en af en toe maak een krankzinnige trip, zoals naar Zuid-Korea of Japan. Dat is dan een soort vakantie, waarvoor ik bijna geld zou bijleggen om het te mogen doen.

Is het voor een Nederlandse caller realistisch om de overstap naar de PDC te maken?
Ik ga in januari voor de achtste keer naar Lakeside, dus naar de PDC zou de enige stap omhoog nog zijn. Ik zou in maart ook wel tijdens de Premier League in Ahoy willen staan, en dan niet met een biertje in mijn hand, maar met de microfoon op het podium. Ze hebben nu vier vaste callers bij de PDC, waarvan er een al boven de zestig is en twee boven de vijftig. Zij gaan ook niet meer honderd jaar mee. Ik denk niet dat ze dan snel een nieuw iemand voor vijfduizend man op Alexandra Palace zetten, maar een van de vier callers van de BDO nemen. Ik zeg niet dat ze sowieso bij mij uitkomen, maar je weet maar nooit.

Advertentie

Bouw je als caller ook een band op met de spelers?
Zeker, ik kom die gasten zo vaak tegen op toernooien. Op demonstraties heb ik ook weleens omgeroepen bij Raymond van Barneveld. Hij is mijn held en heeft het darten in Nederland groot gemaakt. Van Barneveld is indirect ook de reden dat jij mij vroeg voor dit interview. Het is bijzonder om met hem op het podium te staan, maar uiteindelijk is 180 gewoon 180 en 140 gewoon 140. Het is nu allemaal maar normaal geworden, maar eigenlijk is dat het helemaal niet. Vroeger zat ik op tv naar Tony O'Shea te kijken en nu drink ik weleens een biertje met hem. Weet je wat ik ook mooi vind?

Nou?
Dat Nederlandse jongens als Jimmy Hendriks en Jeffrey de Zwaan al een keer een WK hebben gespeeld. Toen ik tien jaar geleden ongeveer begon, deed ik altijd hun jeugdfinales. Die moesten toen nog springen om hun pijlen uit de tops te halen. Ik heb mijn weg gevonden en ik vind het top dat zij nu met de grote mannen spelen.

Geniet je ook van een mooie partij op het podium?
Natuurlijk man. Spannende partijen, hoge finishes en een hoop 180’s achter elkaar zijn prachtig. Bij een goede partij mag het van mij zo lang mogelijk duren. Dan heb ik zoveel adrenaline en hoor ik de zaal niet eens meer. Weet je wat het ook een beetje is? Ik kan er zelf werkelijk helemaal niks van, maar ik wilde toch altijd iets met darten doen. Het is echt mijn passie. Nu hoor ik er helemaal bij, dat is toch wel mooi.

1545389044223-IMG_1774