narcistische moeder
Beeld: Djanlissa Pringels
Identiteit

Hoe het is om op te groeien met een moeder met onbehandeld narcisme

“Ze genoot van de macht die ze over ons had, en dat ze de sfeer thuis in een vingerknip kon veranderen. Op feestdagen of op mijn verjaardag kondigde ze vaak aan dat ze van mijn stiefvader ging scheiden, en dat ik hem dus nooit meer zou zien”

“Ik ben een vrouw van tegenstellingen. Aan de ene kant sta ik stevig in mijn schoenen: ik voel heel snel aan wanneer iemand me niet goed behandelt, en ik ben er dan ook niet bang voor om die mensen vervolgens uit mijn leven te snijden. Ik ben ambitieus, zelfstandig en ik weet dat ik een goede moeder ben voor mijn kinderen. Toch voel ik me soms heel erg klein, alsof ik een vijfjarig meisje in het lichaam van een dertiger ben. Ik heb weinig zelfvertrouwen, voel me constant schuldig over alles en heb vaak het gevoel dat ik de liefde die ik krijg, eigenlijk niet verdien. Ik ben namelijk opgegroeid met een narcistische moeder die het vertikt om hulp te zoeken. Voor mij waren leugens, manipulatie en vernedering dagelijkse kost. Onvoorwaardelijke liefde heb ik nooit gekend. 

Advertentie

Mijn vader is overleden aan een hartstilstand toen ik vijf jaar oud was. Dat was een ontzettende klap voor mijn moeder. Ze wilde voor mijn broertje blijven zorgen, maar ik moest bij mijn tante gaan wonen, omdat ik haar te veel deed denken aan mijn vader. Toen ik een jaar later wel weer welkom was thuis, moest ik alles zelf doen: ik kleedde mezelf aan voor school, smeerde mijn eigen boterhammen en suste mezelf in slaap. Op mijn zevende kreeg mijn moeder een nieuwe vriend. Dat ik plots een stiefvader en stiefzusje kreeg, was een enorme opluchting. Ik had het gevoel dat ik eindelijk weer deel uitmaakte van een gezin. Alleen werden de symptomen van mijn moeders narcisme alsmaar duidelijker.

Enerzijds was mijn moeder vaak erg kil, bijna emotieloos. Zo maakte ze misbruik van mijn stiefvader, die dag en nacht werkte om haar dure smaak in luxueuze kleren en dure kappersbezoekjes te financieren. Wanneer hij aan het werk was, sprak mijn moeder af met andere mannen. Daar had ze genoeg tijd voor, omdat ze zelf geen baan had - dat vond ze beneden haar stand. Ze vertelde me geregeld over haar afspraakjes met andere mannen, zonder een greintje medelijden voor de man die me behandelde als zijn bloedeigen dochter. 

Voor haar was dit ook geen kwestie van goed en fout: ze had me altijd geleerd dat een man er enkel is voor zijn geld en status. En anderzijds ben ik er volgens haar, als vrouw, enkel en alleen om te charmeren, om mannen te manipuleren met mijn uiterlijk. Voor haar was ik een accessoire, iets om mee op te scheppen tegen andere moeders. Achter gesloten deuren, verdween al dat geprijs. Het maakte niet uit hoe jong ik was, mijn moeder was altijd aan het concurreren met me. Die strijd om wie de beste is, voert ze ook met de rest van de wereld. Dat heeft ze geleerd van haar eigen moeder, die overigens ook narcistisch is. In haar ogen heeft iedereen en alles altijd het slechtste met ons voor.

Advertentie

Ondanks haar koelheid kon mijn moeder plotseling ontzettend kwaad worden wanneer ze zich aangevallen voelde. Ze stond constant in aanvalsmodus. Wanneer ze een slechte dag had, kon ze door de minste opmerking gewelddadig worden. Zo heeft ze me eens zodanig in elkaar getimmerd dat ik naar de dokter moest met een hersenschudding. Mijn stiefzus kreeg meerdere keren een broodmes tegen haar keel, omdat ze mijn moeder zogenaamd verkeerd had aangekeken. Een dag later kon ze weer poeslief zijn. Dan overstelpte ze me met cadeautjes, of noemde ze me ‘haar kleine meisje’. Dat doet ze trouwens nog steeds. Ik vind dat helemaal niet fijn, want ik heb het gevoel dat ze me klein wil houden. Die golf van liefde kon ze ook op elk moment weer stopzetten. 

Ik leerde al snel dat ik op mijn hoede moest zijn voor mijn moeders grillige buien. En zij genoot op haar beurt weer van de macht die ze over ons gezin had. Wanneer het goed ging met ons, wilde zij degene zijn die in een vingerknip de sfeer kon veranderen. Een voorbeeld: elke feestdag, waaronder kerst, Sinterklaas en mijn verjaardag, kondigde ze aan dat ze ging scheiden van mijn stiefvader en dat ik hem dus nooit meer zou kunnen zien. 

Dat ons huis constant in oorlogsmodus was, heeft ons gezin ontworteld. Mijn broer is op zijn twaalfde begonnen harddrugs te gebruiken. Ik kreeg een binge-eating disorder. Wanneer de sfeer thuis niet te harden was, legde ik mijn volledige focus op eten. Ook smachtte ik zodanig naar liefde en aandacht van mijn moeder, dat ik zelf ook begon te liegen. Mijn stiefzusje was zo ongelukkig thuis, dat ze vroegtijdig uit huis is gegaan. 

Advertentie

Toen mijn moeder en stiefvader uiteindelijk uit elkaar gingen was ik zeventien jaar oud, en vertelde ik haar dat ik bij hem wilde wonen. Ik zei haar dat er niets was wat ze  er aan kon doen, en ik vertrok naar zijn huis. Daar wachtte de politie me op. Mijn moeder had ze gebeld en verteld dat mijn stiefvader en ik een incestueuze relatie hadden. Ik moest naar de jeugdrechter, waar ik met handen en voeten probeerde uit te leggen dat dit niet het geval was. Gelukkig werd ik geloofd en hoefde ik niet meer bij mijn moeder te wonen. Toen zag ik hoe ver ze zou gaan om controle over me te blijven houden.

Ik heb hulp gezocht bij een psycholoog. Daar werd me voor het eerst verteld dat ik met een onbehandelde, narcistische moeder heb samengewoond – en ook dat dit dus consequenties kan hebben op hoe ik liefde en relaties ervaar. Omdat ik nooit echt geleerd heb wat liefde zou moeten inhouden, voel ik me vaak aangetrokken tot narcistische mannen. Hun manipulatieve en bezitterige gedrag verwar ik dan met liefde. Soms voel ik me onzichtbaar en onbegrepen, omdat ik altijd geleerd heb dat alles wat ik doe zo negatief mogelijk geïnterpreteerd zal worden. Nu nog steeds ben ik erg op mijn hoede.

Ik heb moeten leren om mijn grenzen duidelijk aan te geven. Het was een verademing om te ontdekken dat veel mensen die grenzen dan ook respecteren. Ik ben nu zelf een moeder van twee kinderen. Ik kan me niet inbeelden dat ik ze hetzelfde aan zou doen als wat ik heb meegemaakt. Mijn moeder, hun oma, wil maar één van hen zien. Net als bij mij en mijn broertje heeft ze een favoriet gekozen. Hoewel mijn dochter haar oma graag wil blijven zien, moet ik ook hun grenzen beschermen. 

Ik zie mijn moeder nog zo nu en dan. En keer op keer word ik geconfronteerd met het feit dat ze niets veranderd is. Bijvoorbeeld: toen mijn schoonvader kanker kreeg, zei ze niet alleen dat dat haar nooit zou overkomen, maar ook dat ze het oneerlijk vond dat ons gezin hem nu extra verzorging zou geven. Ook blijft ze concurreren met me - misschien wel meer dan ooit omdat ik nu een volwassen vrouw ben met een eigen gezin. Hoe ik eruit zie, met wie ik getrouwd ben, mijn werk... het kan allemaal beter.  En ja, wanneer ze die grip over me verliest, wordt ze plotseling weer poeslief. 

Het is schrijnend, maar ik heb geen medelijden meer met haar. Je kan je laten behandelen voor narcisme, maar ze heeft nooit willen inzien hoe schadelijk haar eigen gedrag is. Er zijn zoveel signalen geweest dat ze hulp moest zoeken. Als ze dat had gedaan, was alles anders geweest.”