Vlaanderen koersfiets bier
Identiteit

Vlaanderen, ik doe mijn best maar soms ben ik echt niet mee

Afgezien van de taalbarrière (die ik bijna overwonnen heb), ligt de echte moeilijkheid van mijn integratieproces in de kleine en grote dingen van het dagelijkse leven.
Nadia Kara
Antwerp, BE

In juni woon ik tien jaar in Vlaanderen. Een vrij ongewone lotsbestemming voor een vrouw uit Luik, daar word ik regelmatig op gewezen. “Quén’ drôl’d’idéj", zeggen de Luikenaren. “Ah ik dacht dat ge van Brussel waart, met uw accent”, zeggen de Vlamingen. Hier wonen, mijn plaats vinden, vriendschappen en een netwerk uitbouwen - het is niet altijd even gemakkelijk geweest. Maar vandaag kan ik met trots zeggen dat het eindelijk gelukt is: ik voel mij evenveel Vlaming als Waal. 

Advertentie

En tegelijkertijd ook geen van de twee.

Integreren is meer dan een taal leren; je moet een cultuur en een bepaalde denkwijze leren begrijpen en een manier vinden om je te wortelen in nieuwe, ietwat vreemde grond. Afgezien van de taalbarrière (die ik bijna overwonnen heb), ligt de echte moeilijkheid van mijn integratieproces in de kleine en grote dingen van het dagelijkse leven. Culturele verschillen die ik nooit echt zal begrijpen en die me, tien jaar later, nog altijd fascineren.

Om te vieren dat ik intussen tien jaar in het noordelijke gedeelte van het land woon, heb ik een lijst opgesteld met tien regionale specialiteiten, dingen die ik nog altijd niet helemaal begrijp: voor Vlamingen de normaalste zaak ter wereld, voor mij gewoon heel raar. En voor de haters die nu gaan zeggen dat ik maar "terug naar mijn kant van ‘t land moet, als het hier zo hard suckt": geloof mij, Luik suckt nog harder. Ik blijf hier, en ik blijf zagen.

Ballekes in de vol-au-vent

Laten we eerlijk zijn: over het algemeen nemen Vlamingen het niet zo nauw met culinaire tradities. Van de beroemde spaghettisaus (een soort van freestyle-bolognese waar iedereen naar eigen believen groenten en andere ingrediënten aan toevoegt, probeer dat maar eens uit te leggen aan een Italiaan), tot de bijzonder authentieke curry's zonder kruiden waarvan het recept werd gestolen uit het Delhaize-magazine. Vlamingen zijn nogal ruimdenkend wat betreft smaakcombinaties, en nogal gierig wanneer het op kruiden aankomt. Maar de ergste heiligschennis, wat mij betreft, blijkt een Belgische klassieker te zijn: vol-au-vent.

In het begin vond ik het nog grappig: het is een komisch idee om zo'n iconisch en smakelijk gerecht als vol-au-vent te verpesten met balletjes, alsof het soep uit blik is. Weird flex, maar oké. In de loop der jaren is die frustratie alleen maar toegenomen, omdat ik me realiseerde dat het simpelweg onmogelijk is om hier vol-au-vent zònder balletjes te bestellen. Meer nog: als je vraagt of het mogelijk is om het zonder balletjes te serveren, word je vierkant uitgelachen: "komaan, dat is het beste van ‘t gerecht, waarom zou je er geen willen?". Als Jeroen Meus het gezegd heeft, maakt dit kleine Waalse meisje geen schijn van kans.

De cultus van het koersen

Dacht je echt dat Vlamingen van tweewielers houden, gewoon omdat elk station een fietsenstalling heeft met fietsen die geparkeerd staan zo ver als het oog reikt? Je hebt nog niks gezien: de opperheerschappij van de fiets over de persoonlijke mobiliteit in Vlaanderen, is slechts het topje van de ijsberg. Al ben ik er nog niet helemaal uit wat er dan precies schuilgaat onder de oppervlakte (ik heb nochtans veel Vlaamse vrienden, ik zweer het). Van Kortrijk tot Maasmechelen, van Leuven tot Beveren, er is één

Advertentie

kledingstuk dat je altijd en in ieder huis terugvindt - kun je al raden welk? Ding, ding, ding, bingo! Het is het flatterende lycra-fietstruitje Vlamingen regelmatig op zondag uit de kast halen om over landweggetjes te rijden - in plaats van gewoon zoals een normaal mens in de zetel te hangen en wat Netflix te checken. Iedereen kent de opschepperige Tinder-foto’s van kerels die poseren met een vis in de armen; de Vlaamse versie poseert - helemaal rood en bezweet - halverwege de Mont Ventoux. Die obsessie is zo groot dat sommige trendy bars zelfs hun eigen teams hebben opgericht, compleet met bijpassende uniformen. Ik heb het ondertussen nog steeds moeilijk om met zo’n koersfiets te remmen zonder mijn evenwicht te verliezen en zo mijn kruis te ruïneren.

Een vreemde fascinatie voor Queens of the Stone Age

Oké, RIP Mark Lanegan en zo, maar... Wat is dat met die obsessie voor QOTSA? Dat ze een paar goede nummers hebben, wil ik gerust toegeven. Maar om van hen de jaarlijkse headliner van zowat elk festival te maken, is er misschien een klein beetje over. Is het hun rock-'n-roll-but-not-too-bad-look waarmee Vlamingen boven de 30 die denken dat ze een rebelse ziel hebben maar tegelijkertijd elke ochtend om 6.30 uur opstaan om de trein naar hun kantoorjob te halen, zichzelf mee kunnen identificeren? In ieder geval is de muziek van Josh Homme en zijn band erin geslaagd om zich in de plaatselijke cultuur te nestelen. Volgens mijn eigen, regionale enquête - die niet werd goedgekeurd door mijn leraar statistiek (hij zei het nog, dat ik zijn leerstof ooit nodig zou hebben) - had 23% van de Vlaamse koppels voor het eerst seks op Make It Wit Chu, ergens achteraan in een café op een zaterdagavond na een Tripel Karmeliet te veel.

Als het je verjaardag is, ben jij degene die trakteert

Vier je je 30ste verjaardag met vrienden op café? In Luik zou je je portemonnee gewoon kunnen thuislaten en de avond straalbezopen beëindigen zonder ook maar één cent uit te geven. Voor ons is dat heel normaal: het is jouw dag, waarom zou je in hemelsnaam trakteren? Maar tot mijn grote verrassing, bleek het hier andersom te zijn: als het jouw feestje is, moet jij voor iedereen betalen. Niet om het cliché van gierige Vlamingen te voeden, maar jullie doen het een beetje met opzet of niet?

Advertentie

Gelukkig heb ik een loophole gevonden: op mijn verjaardag beloof ik om, als een soort van identiteitsprotest, geen cent uit te geven. Het is mijn charme, ik ben Waal. Ik heb al mijn tradities al moeten achterlaten om naar een vreemd gebied te verhuizen, dit is het enige wat ik nog kan claimen. En als een van mijn vrienden verjaart, respecteer ik de plaatselijke tradities. Dat is het minste wat ik kan doen. Puur uit respect voor de lokale cultuur, uiteraard. Uiteindelijk werkt dit voor mij best goed.

B.V.'s

Terwijl aan de zuidkant van de taalgrens veel acteurs en zangers naar Parijs vluchten, mensen meer naar Franse reality TV kijken dan naar lokaal geproduceerde programma's en ze behalve C'est Arrivé Près de Chez Vous of Dikkenek geen Belgische film kunnen opnoemen, consumeert men in Vlaanderen wel degelijk lokale televisie, cinema en muziek. In 2020 was het meest bekeken lokale programma in Franstalig België de nieuwsuitzending waarin de eerste lockdown werd aangekondigd, in Vlaanderen was het de kerstaflevering van FC De Kampioenen. Er is hier een echte, lokale entertainment industrie, en als gevolg daarvan zijn er ook veel beroemdheden: B.V.’s, ofwel ‘Bekende Vlamingen’. BV’s hebben een echte sterrenstatus in Vlaanderen: ze hebben veel volgers op sociale media, doen mee aan spelprogramma’s op radio en televisie en hebben zelfs hun eigen reality shows, zoals De Pfaffs of De Verhulstjes. Het is een grote machine en die brengt geld op. En dan vreemd opkijken als ik zeg dat ik nog nooit van iemand gehoord heb: “maar die heeft ooit in Thuis meegespeeld!”. Ja, ja. Weet ik veel. Al moet ik toegeven dat ik er ook een beetje jaloers op ben: zo’n eigen, lokale cultuur, dat lijkt mij wel cool. Daarom stel ik voor om de W.C.’s (‘Wallons Connus’) te introduceren! Wie wilt Déborah François nu niet zien schitteren in Danse Avec Les Stars, of “Château Laurent” met die vervloekte prins van onze Koninklijke familie?

Eendracht maakt macht

In Vlaanderen haat iedereen elkaar. Van provincie tot provincie is de concurrentie voelbaar: in Antwerpen luidt een populair gezegde: "Antwerpen is ‘t stad, en al de rest is parking". In Gent klaagt men over de vele "boeren" van West-Vlaanderen in “hun” stad, en wordt er openlijk gelachen met de dikke nekken van Antwerpen (wat ik ook wel begrijp, als ze je parkeerplaats noemen). De Limburgers daarentegen, worden quasi overal uitgelachen (en het klopt dat ze HEEL traag praten), meestal blijven ze dus gewoon in hun eigen provincie. Voor zo'n kleine regio besteden we veel tijd aan elkaar afkraken, maar da’s niet erg - zolang we balletjes in de vol-au-vent blijven stoppen en op zondag gaan fietsen in koersoutfit, zijn we uiteindelijk allemaal gelijk.

De bakfietsouders

Tijdens de tien jaar die ik nu in Vlaanderen woon, heb ik voor mijn ogen een fenomeen zien bloeien: de bakfietsouders. Luik doet het niet slecht wat betreft de aanwezigheid van zero waste hippies en Brusselaars kunnen er ook wat van met hun superieure, multiculturele European vibes, maar bakfietsouders zijn nog zo’n duizend miljoen keer erger. Birkenstocks - zomer of winter -, groentenmandjes, een energiezuinige woning (ze dragen kleren met gaten erin, maar spenderen 200.000 euro aan renovaties), een vaste job in de sociaal-culturele sector: kampioenen van de gentrificatie en in hun vrije tijd delen ze petities "voor groenere straten" op hun esthetisch

Advertentie

verantwoorde Instagram. Dit segment van de bevolking is niet alleen hyper geprivilegieerd, maar ook gigantisch arrogant. Ze hebben overal een mening over, vooral als het anderen betreft. Waarom rij je met de auto? Waarom laat je je kinderen vaccineren? Hoezo eet je nog steeds vlees? Als zelfverklaarde progressievelingen, zijn deze mensen zelfs wreed genoeg om hun kinderen naar vruchten of dieren te vernoemen. Ze denken dat ze origineel zijn, maar je hoeft maar een kwartiertje in de wachtkamer van mijn gynaecoloog te gaan zitten om te weten dat er hier veel te veel kinderen "Wolf" en "Merel" heten. 

Tutoyeren

Ik dacht dat wij in Wallonië de kampioenen waren van de familiariteit: dikke natte kussen, dronken knuffels... de zogenoemde "Latijnse hartelijkheid" der Walen. En hoewel het klopt dat de meeste mensen in Vlaanderen iets koeler zijn, voeren ze gesprekken alsof ze elkaar al hun hele leven kennen. Afgezien van enkele zeldzame, schriftelijke vormen en in tegenstelling tot wat ik op school in de les Nederlands kreeg aangeleerd, bestaat er in de omgangstaal niet zoiets als beleefdheid. Het doet er niet toe wat de leeftijd, context of hiërarchie is: iedereen spreekt je aan met “ge” en iedereen vindt dat normaal. Soms wordt dat vergezeld van “sjoeke” of “schatteke”. Een jaar lang dacht ik dat ik bij iedereen touche had, maar toen besefte ik dat het hier vrij normaal is dat de ober je eten serveert en “smakelijk, schatje” zegt.

Luid praten in de trein

Als mensen me vragen hoe ik Nederlands geleerd heb, zeg ik altijd: door mensen hun gesprekken af te luisteren. Tijdens mijn eerste jaren op Vlaamse bodem, pendelde ik nog op en af naar Brussel voor mijn toenmalige job. Eén ding viel me al snel op: het kan Vlamingen niks schelen dat je kunt meeluisteren met hun gesprekken. Privéleven? Nooit van gehoord. Met z'n tweeën of via de telefoon voeren ze de meest intieme en vertrouwelijke gesprekken, van het begin tot het einde van hun reis: scheidingen, weekendtrips, geheimen van op het werk, hun mening over de nieuwe stagiair... Op 120 decibel, zelfs met koptelefoon kan je dit soort gesprekken niet ontwijken. Dat is niet alleen vervelend als je naar een podcast probeert te luisteren, maar ik zou er in jullie plaats ook niet echt trots op zijn om mijn levensverhaal zo luid te verkondigen. Anderzijds helpen twee treinritten per dag je om binnen de kortste keren tweetalig worden.

Het BVO'tje

Om mijn lijst op een positieve noot af te sluiten, wil ik graag een van mijn favoriete dingen vermelden: het B.V.O.('tje), Bier Voor Onderweg, oftewel het blikje dat je meeneemt als je onderweg bent naar je bestemming (de club, het café, je huis, je werk, schrappen wat niet van toepassing is). Iets dat ik eigenlijk vroeger ook al deed, maar hier heeft het dus een naam, waardoor het een Echt Ding is. Over bier gesproken, mijn andere grote ontdekking is dat je in Vlaanderen pintjes kunt bestellen zonder ook maar een woord uit te spreken: trek de aandacht van de barman, toon hem met je ene hand je pink en met je andere hand de gewenste hoeveel pinten. En voilà! Ik vroeg me al lang af hoe Vlamingen erin slagen om systematisch voor te steken aan de bar op festivals, maar nu weet ik het: efficiënt gebruikmaken van deze gekke secret handshake.

Zal ik ooit wennen aan balletjes? Moet ik een koersoutfit van mijn stamcafé kopen? Zou ik proberen meedoen aan De Mol? Wie weet waar mijn integratieproces zal stoppen, en wat ik over tien jaar nog raar zal vinden… No One Knows.

Volg VICE België ook op Instagram.