Lisanne Sadelhoff schreef een boek over veerkracht
Foto door Joris Casaer.
geestelijke gezondheid

Lisanne interviewde 26 mensen over verlies en dit is wat ze leerde

"Eerst dacht ik: mijn moeder is dood, dat heb ik overleefd, dus mij maken ze de pis niet meer lauw. Maar ja, zo werkt het dus niet."

“Kan je me verstaan?”, roept journalist Lisanne van Sadelhoff door de telefoon. Op de achtergrond klettert de regen op het dak van haar blauwe Twingo. Ze is op weg naar yoga, want “dat is nu echt nodig: stilstaan bij de kleine en grote kutdingen die gebeuren in het leven.”

Hoe kan het dat mensen na de grootste tegenslagen toch weer opkrabbelen? Die vraag had Lisanne toen haar moeder stierf en haar vriend wegging. In haar nieuwe boek We zullen doorgaan vraagt ze daarom aan 26 anderen hoe ze het doen, dat opkrabbelen.

Advertentie

Ze sprak met een man die 678 dagen werd ontvoerd, ouders die hun dochter moeten missen na de MH17-ramp en een danseres die werd verkracht. Ze interviewde artsen, neurobiologen en psychiaters die vertellen over veerkracht. De belangrijkste vraag volgens Lisanne: kunnen we onze veerkracht vergroten?

VICE belt met de journalist om te praten over over rouw, liefdesverdriet en de lessen die ze leerde van de mensen die ze interviewde 

VICE: Toen je moeder zes jaar geleden ziek werd en overleed wist je zeker: “Dit komt nooit meer goed.” Klopte die gedachte? 
Lisanne van Sadelhoff:
De eerste twee jaar na het verlies van mijn moeder was ik woest. Waarom zij? Het ging bij vlagen echt niet goed met me. Ik ben nooit de hele dag onder een deken blijven liggen, maar ik wilde dat eigenlijk wel. Ik ben heel diep gegaan. Toch kan ik nu zeggen dat ik er ben uitgekomen, dat ik rouwend ben blijven functioneren, zeg maar. 

Is dat veerkracht?
Ik vind het moeilijk om dat over mijzelf te zeggen, maar ja. Het is geen superheldenverhaal. Het is een proces met heel veel lelijke en ongemakkelijke momenten. 

Dan: Hè, wat een afschuwelijk woord eigenlijk, veerkracht. Als mensen vragen waar mijn boek over gaat, durf ik het bijna niet te zeggen. Het voelt zo saai en zo zwaar, maar dat gevoel doet geen recht aan de krachtige, grappige en wijze mensen die ik heb gesproken. 

Kijk, veerkracht is bijna onze eerste levensbehoefte. Zonder veerkracht zouden de kapper, de arts of de premier niet meer uit bed komen na het verlies van een partner. We moeten allemaal doorgaan. 

Advertentie

Je interviewde rouwonderzoeker Jos de Keijser. Hij zei gelijk dat hij We zullen doorgaan niet zo’n goede boektitel vond. Waarom?
Toen hij dat zei dacht ik ‘kut, daar gaat mijn hele opzet.’ Jos vond het woord doorgaan iets stugs hebben, terwijl veerkracht juist vraagt om flexibiliteit. Toch zeiden veel mensen die ik sprak dat het leven wel degelijk doorgaat. In feite gaat elk mens door met ademen na een heftige gebeurtenis. Maar ik ben het ook wel met Jos eens hoor. 

Voor mij betekent doorgaan daarom niet doorleven alsof er niets gebeurd is. Het gaat juist ook om stilstaan of even niet meer overeind komen. Het betekent doorleven mét dat wat er is gebeurd. Hoe je dat doet, is voor iedereen anders. 

Afgelopen jaar werd je gedumpt. Weer dacht je dat het niet goed zou komen, terwijl: als je het verlies van je moeder aankan…  
Ja gek he, dat dacht ik eerst ook. Mijn moeder is dood, dat heb ik overleefd, mij maken ze de pis niet meer lauw. Maar ja, zo werkt het dus niet. Veerkracht is eigenlijk heel dubbelzijdig. Onderzoek laat zien dat mensen die herhaaldelijk moeilijke dingen meemaken, daar ook iets moeilijker van herstellen. Dus als de duivel op dezelfde hoop schijt, kost het echt meer moeite om die hoop weer op te ruimen. Daarom denk ik dat mijn liefdesverdriet extra hard aankomt. 

Aan de andere kant heb ik na mijn moeders dood geleerd hoe ik moet opkrabbelen. Die levenswijsheid is ook een onderdeel van veerkracht. Ik weet hoe ik het moet aanboren, ik ben veerkrachtig, maar daarnaast denk ik dus af en toe dat het niet meer goed komt. Ook bij liefdesverdriet.

Advertentie

Je schaamde je omdat je vertelt over dat liefdesverdriet, net na een interview met iemand die ALS heeft.
Nu jij dit zegt, schaam ik me weer. Ik heb me zo ongemakkelijk gevoeld, maar het hielp om het ongemak te benoemen. 

Het gesprek met Hanno Bos was een van de heftigste. Hij zat in een rolstoel en sprak via een spraakcomputer. Ik vond het heel confronterend. Eerder interviewde ik mensen die deels of helemaal herstelden na een heftige gebeurtenis. Hij moet accepteren dat hij fysiek alleen maar achteruit gaat. ‘Ik kan niet meer lopen, ik kan niet meer praten, ik kan niet meer slikken…’ en daar steeds mentaal van herstellen. Hoe Hanno over dat proces vertelde was zo puur en leerzaam.

Ik wil me niet schuldig maken aan de leedhiërarchie, maar nu durf ik wel te stellen: het hebben van ALS is gewoon duizend keer… (denkt na) een miljoen keer erger dan het hebben van liefdesverdriet. 

Leedhiërarchie?
Bij een leedhiërarchie wordt verdriet met elkaar vergeleken. Het is makkelijk om te zeggen: mijn liefdesverdriet stelt niets voor omdat jij iets ergers hebt meegemaakt. Maar daarmee bagatelliseren we ons eigen leed. Als ik iets heb geleerd van de interviews, is het dat je je eigen verdriet serieus moet nemen. 

Ik wil het hebben over alle vormen van verlies en verdriet. Klein en groot. Daarom sprak ik ook met neurobioloog Gert ter Horst, die onderzoek deed naar liefdesverdriet. Hij vertelde dat de klachten van rouw en liefdesverdriet allebei lijken op die van depressie. Liefdesverdriet kan dus net zo ontwrichtend zijn. 

Advertentie

In je boek vertel je ook over je kinderwens, een hormoononderzoek en een eitjes-invriestraject. Best persoonlijk. 
Ja, ik vind het doodeng. Ik ben bang dat lezers denken: ‘Jezus mens, stel je niet zo aan’. Maar het voelde als liegen om het niet te delen, omdat het wel speelde toen ik schreef aan mijn boek.

Het gesprek met hoogleraar Anne-Laura van Harmelen was daarin echt een eye-opener. Ze doet al jaren onderzoek naar veerkracht. Ik keek daarom een beetje tegen haar op. Maar tijdens het interview vertelde ze hoe ze zelf bijna haar zoon was verloren. Eerst zaten we aan haar keukentafel als hoogleraar en journalist. Nu vertelde ze als moeder en als mens waar ze zelf mee worstelde, hoe lastig het kan zijn om haar eigen verdriet met vrienden te delen. Toen dacht ik: ik moet ook met de billen bloot. Anders kan ik mezelf niet serieus nemen. 

Maar ja, het voelt wel heel kwetsbaar. Gelukkig ben ik in goed gezelschap van 26 anderen die heel open vertellen over hun zware depressies, hun grootste angsten en hun leed. 

Psychiater en filosoof Damiaan Denys zei tegen je dat het normaal is om als mens een uur per dag te lijden. Wat bedoelt hij daarmee? 
Ik denk niet dat we allemaal zittend op de bank een uur moeten lijden. Wat wel zo is, is dat in lijden een zekere mate van acceptatie zit. En acceptatie – ik vind het een kutwoord omdat ik zelf moeilijk dingen kan accepteren – is een heel groot onderdeel van veerkracht. In onze maatschappij willen we niet lijden, wij vechten ertegen. 

Advertentie

Maar lijden hoort erbij, dat zei Damiaan ook. Er is nog niemand geweest die niemand heeft verloren, dat bestaat niet. Je kan die pijn heel hard wegdrukken en toch komt het altijd weer omhoog. We moeten het in de ogen kijken. Ja, laten we dat lijden gewoon maar toelaten. 

Lukt je dat?
Ik vind lijden een groot woord omdat ik niet het gevoel heb dat ik heel erg lijd aan mijn liefdesverdriet of aan mijn kinderwenspaniek. Ik probeer wel gewoon verdrietig te zijn af en toe. Ook nog steeds om mijn moeder trouwens. Niet van ‘o wat erg dat mij dit is overkomen’, maar gewoon, ja, dit is het leven. Dit is wat ik moeilijk vind en daar sta ik even bij stil. En straks ga ik weer verder, met het verdriet onder mijn arm.  

Dan nog de belangrijkste vraag: hoe kunnen we onze veerkracht vergroten?
Toen ik begon aan deze zoektocht had ik gehoopt dat ik een sluitend antwoord zou vinden op deze vraag. Veerkracht is, dubbele punt. Maar ik heb 26 verschillende omschrijvingen gehoord. Nu besef ik dat ik niet degene ben die het antwoord kan geven. Veerkracht zit niet enkel in de mensen die ervoor geleerd of geleden hebben. Het zit ook gewoon in de mensen om je heen. 

Ik denk dat ik schaamte voel bij het delen van mijn persoonlijke ellende, omdat we het niet gewend zijn zulke dingen te delen. We willen het niet zien van elkaar of durven het niet te laten zien. Daarmee houden we iets in stand. Als we meer met elkaar praten, wakkeren we juist onze eigen veerkracht aan. Iedereen loopt met z’n ziel onder de arm. We kunnen gewoon vragen: ‘Hé, hoe doe jij het?’ Ik leerde dat we niet zonder de ander kunnen. Dat is de basis van veerkracht. 

Regent het nog?
Ja, het komt echt met bakken uit de hemel. Het past wel goed bij dit onderwerp, hè. Mijn yogales begint ook zo trouwens. 


We Zullen Doorgaan van Lisanne van Sadelhoff verschijnt op 27 oktober.