Levi Rigters

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Ik ben Levi “The Judge” Rigters

“Het is mijn stijl om mentaal met mijn tegenstanders te spelen."

In deze serie laat VICE Sports jonge vechtsporters aan het woord. Dit keer is de beurt aan aan Levi Rigters, de 23-jarige kickbokser uit Abcoude. Hij vecht op 27 oktober voor de wereldtitel in het zwaargewicht bij Enfusion. We zochten hem op bij Kops Gym in Amsterdam.

Dit is zijn verhaal.


1539341769947-IMG_1147

“Ik was een klein, dik jongetje van vijftien toen mijn broer Thomas me letterlijk van de bank af trok om mee te gaan naar een kickboksles van Jamal Karrouche. Ik lag in die tijd de hele dag tv te kijken en sportte nooit. Mijn ouders waren net gescheiden, ik had vaak ruzie met mijn zusje en broer en was flink aan het puberen. Mijn broer vond dat ik iets met mijn leven moest doen en hij had gelijk.

Advertentie

In de sportschool zou ik eerst alleen naar zijn les kijken, maar ik werd overgehaald om mee te doen. Ik weet nog dat ik geen spullen bij me had en iemands joggingbroek moest lenen. Verder trainde ik gewoon in de blouse die ik op dat moment aan had. Tijdens de warming-up moesten we push-ups doen. Ik zette mijn armen met volle kracht tegen de grond, maar zelfs één push-up lukte me niet.”

“Bij het sparren mocht ik mijn broer eindelijk legaal klappen en trappen geven. Dat ging dus prima. Jamal kwam speciaal naar me toe om te zeggen dat hij onder de indruk was. Dat wilde ik maar al te graag horen, dus ik bleef daarna naar de les komen. Zo leerde ik de sport kennen. Pas toen ik serieus ging kickboksen, keek ik op YouTube een hele hoop wedstrijden terug van Ernesto Hoost, Peter Aerts, Remy Bonjasky en Tyrone Spong.

Mijn eerste partij kan ik me nog goed herinneren. Ik was net zestien, nog een beetje chubby en vocht op een klein gala in Nigtevecht. Alle mensen stonden letterlijk om de ring heen. Mijn hele familie was er ook. Maar zenuwachtig was ik niet: ik maakte er echt een showtje van en won makkelijk op punten. Ik weet nog dat ik in de partij met mijn voeten ging schuiven als Muhammad Ali. In de ring ben ik nooit gespannen. Misschien dat ik daarom zo vaak win.”

1539341874454-IMG_1140

“Het is alweer drie jaar geleden dat ik voor het laatst een partij verloor. Dat was in de B-klasse tegen Roël Mannaart. We zouden twee jaar later weer tegenover elkaar staan voor de rematch, maar toen moest ik afzeggen vanwege bloedarmoede. Ik had een ijzertekort, waarschijnlijk door het harde trainen. Ik struggle daar nog steeds mee. Nu ik acht tot tien keer per week train, slik ik ijzerpillen om het op niveau te houden.

Advertentie

Het diëten vind ik misschien wel het moeilijkste van het topsporten. Ik ben een zwaargewicht, dus ik kan en moet wel veel eten, maar dat is dan wel meestal droge rijst met kip. Ik heb een schema en hou alles bij via een app, omdat ik aanleg heb om dik te worden. Dat is wel kut. Het komt door vroeger, omdat ik me als puber heb laten gaan.

Na een partij dieet ik effe niet en eet ik alles wat los en vast zit. Het is bij mij alles of niets: of ik dieet streng, of ik eet alles. Soms gaat het te ver. Dan eet ik na een partij een week lang alleen maar troep en moet ik me beheersen. Ik hou van chocola, kapsalon, Maccie, Burger King, noem maar op. In de weken voor een wedstrijd ben ik echt streng, maar daarna komt die chubby puber van vroeger weer naar boven.”

“In mijn gevechten zwiep ik mijn tegenstanders vaak onderuit met mijn voeten. Tijdens het sparren merkte ik een keer dat het werkte, daarna ben ik er nooit meer mee gestopt. Volgens K-1-regels mag je eigenlijk niet zwiepen, dat mag alleen volgens de Thaise regels. Maar ik heb het nu in twee van mijn drie profwedstrijden gedaan en geen waarschuwing of zo gehad. Voor tegenstanders is het vreselijk, ik maak het echt gewoon even kut voor ze. Het is een mentaal dingetje. Bij WFL zag je dat toen ik het deed bij Redouan Cairo. Vijf seconden later heb ik hem gepakt.

Mijn stijl is trouwens bij elke tegenstander anders. Als je nu op YouTube kijkt, zie je dat ik me aan elke tegenstander aanpas. Als ik merk dat mijn tegenstander ergens makkelijk door geïrriteerd raakt, gebruik ik dat tegen hem. Het is mijn stijl om mentaal met iemand te spelen. Soms heb je vechters die dat met mij gaan proberen, die bijvoorbeeld gaan lachen als ik ze raak. Maar dat doet me niks. Want als ze gaan lachen, dan weet ik juist dat ik ze geraakt hebt. Die zijn niet goed in het spelletje. Dan ben ik ze een stap voor.”

Advertentie
1539341824672-IMG_1172

“Ik ben twee keer begonnen met een hbo-opleiding, omdat ik zekerheid in wilde bouwen naast het kickboksen. Maar dan zat ik in het lokaal en dacht ik: wat doe ik hier? Ik wilde de sportschool in om te trainen. Daar heb ik dus twee keer snel een einde aan gemaakt. Nu volg ik een dag in de week een opleiding tot personal trainer. Naast het vechten geef ik les bij verschillende sportscholen in Amsterdam.

Het is best pittig om dat werk ernaast te doen, maar er moet brood op de plank komen. Ik heb vroeger ook heel lang gewerkt als verhuizer. Tot twee maanden geleden werkte ik ook als portier in het Amsterdamse nachtleven. Dan stond ik een paar avonden in de week voor de deur bij café Het Paardje in de Pijp of Club Air. Daar ben ik nu mee gestopt, want het ging niet meer samen met mijn trainingsschema.”

“Enfusion bood me begin dit jaar een vierjarig contract aan, waardoor ik nu wat meer zekerheid heb. Een paar weken geleden kregen Jamal en ik van Edwin van Os, de directeur van Enfusion, te horen dat hij me voor de wereldtitel van Enfusion wilde laten vechten tegen Martin Pacas. Daar zeg ik natuurlijk geen nee tegen. Sommige mensen zeggen wel dat het nog te vroeg is, omdat ik nog weinig A-partijen heb gevochten, maar ik denk dat ik makkelijk kan meedraaien met Pacas.

Mijn broer heeft een paar weken geleden van Pacas verloren op punten, dus dat is een extra motivatie om van hem te winnen. Ik wil de beste ter wereld worden. Niemand had ook verwacht dat ik die partij van Redouan Cairo bij WFL zou winnen. Maar voor mij is het prima om de underdog te zijn. Als mensen je onderschatten, heb je niks te verliezen. Het is extra lekker om daarna te winnen en te zeggen: zie je, ik zei het toch.”

1539341120993-IMG_1087