Copyright-ProShots-4821629
Sport

Het bitterzoete verhaal van Amin Younes bij Ajax

De kleine Libanese Duitser verdween via de achterdeur bij Ajax. Vanuit Napels vertelt hij nu over zijn intense jaren in Amsterdam.
Sam van Raalte
zoals verteld aan Sam van Raalte

Amin Younes (27) dook in 2015 uit het niets op bij Ajax. De kleine buitenspeler werd door Marc Overmars en Frank de Boer gescout op een jeugd-EK. Ajax kreeg in die tijd veel kritiek op de tergend saaie speelstijl, en de technische Younes moest helpen de boel voorin open te breken met zijn dribbels.

Er volgden drie intense jaren voor Younes bij Ajax. De Libanese Duitser beleefde het sportief dramatische einde van het tijdperk van De Boer en had een geweldig seizoen onder Peter Bosz, waarin hij met name belangrijk was in de Europa League. Maar Younes maakte ook het drama rondom Appie Nouri mee en kreeg in zijn laatste seizoen bij Ajax onenigheid met Erik ten Hag, waardoor hij via de achterdeur verdween uit Amsterdam.

Advertentie

Nu speelt hij bij Napoli met rugnummer 34, als eerbetoon aan Appie Nouri. Ajax volgt hij vanuit Napels nog steeds op de voet. We vroegen Younes naar zijn heftige tijd bij Ajax.

Dit is zijn verhaal.


Copyright-ProShots-1544657.jpg

“In de jeugd van Borussia Mönchengladbach vond ik het altijd al leuk om tegen Nederlandse clubs te spelen, ook tegen Ajax. Ik zag mezelf daar wel spelen, omdat de stijl bij me past. Dus toen Ajax me wilde binnenhalen, was het voor mij meteen duidelijk: ik doe het. Ik kon die zomer naar clubs waar ik veel meer geld kon verdienen, maar koos bewust voor Ajax. Dat Gladbach me als Duits jeugdinternational voor twee miljoen liet gaan, was trouwens ook een prima deal voor Marc Overmars. Dat kan je wel aan hem overlaten.

Op mijn eerste dag bij Ajax reed ik met teammanager Herman Pinkster naar De Lutte. Davy Klaassen ving me daar op, samen met Arek Milik. De eerste training herinner ik me nog goed. Ik zeg je heel eerlijk: hoe Ajax traint is heel bijzonder. Het is iets anders. Het is een voetbalschool. Voor mij veranderde er veel. Het is niet alleen maar trainen op mentaliteit en vechten, maar er is ook een focus op dingen als met de juiste voet inspelen en de kwaliteit van de pass. Zoveel kleine details moeten goed zijn bij Ajax, de lat ligt er echt heel hoog.

Opeens stond ik op de training met jongens van zestien, zeventien die vrij voetbalden en risico durfden te nemen. En het leuke bij Ajax is dat ze ook weten hoe goed ze zijn. Ze zijn niet bang, weet je? Ze hebben er schijt aan. Je snapt wel wat ik bedoel. Dat is gewoon leuk om te zien op het veld. Ik heb geprobeerd alles in me op te nemen tijdens de trainingen en in de wedstrijden, om veel te leren. Op vrije dagen, voor en na de training, werkte ik door op de club. Bij Ajax adem en eet je voetbal. Zo heb ik mijn plek in de basis meteen verdiend, denk ik.

Advertentie

Ik bleef altijd lang hangen op De Toekomst, omdat ik daar naast de training ook Nederlandse les kreeg. Daarna had Jong Ajax vaak een wedstrijd, of speelde een jeugdteam. Ik keek er naar spelers als Appie Nouri, Frenkie de Jong en Donny van de Beek. Dat vond ik heel interessant. Ik was onder de indruk en wilde alles begrijpen van de club. Als je rondloopt bij De Toekomst, zie je aan de wanden overal foto’s van Dennis Bergkamp, Johan Cruijff, Piet Keizer, Sjaak Swart en al die anderen hangen. Dan voel je wat de club betekent.

Hier in Napels heb ik het nog vaak met Arek Milik over de laatste speeldag van mijn eerste seizoen bij Ajax, een uitwedstrijd bij De Graafschap. Dat was verschrikkelijk. Ik zeg je eerlijk: ik kan nog steeds niet uitleggen wat daar gebeurde. Ik weet nog dat ik de 0-1 scoorde en dacht: we zitten er lekker in, nu snel de tweede maken. Maar ik weet echt niet wat er daarna gebeurde. Het was dramatisch, doet nog steeds pijn. Als je me nu zou vragen wat ik zou willen terugdraaien in mijn carrière, dan zeg ik: die wedstrijd overspelen en gewoon winnen.

In de tweede helft ging ik nog vaak los, om te proberen er langs te gaan met de bal. Maar iedere keer zat er een voet tussen van De Graafschap. Ik voelde: hier kan je vandaag de titel verliezen. En toen kregen we ook nog zo’n kutgoal tegen. Het was na afloop van de wedstrijd doodstil in de kleedkamer. Ik kon het gewoon niet geloven, ik heb een week nodig gehad om het te beseffen. Volgens mij hebben we bijna heel dat seizoen bovenaan gestaan. Ik denk dat PSV het ook niet geloofde. Die dachten toen ze onze uitslag hoorden waarschijnlijk: dit is een grap.

Advertentie
Copyright-ProShots-1159090.jpg

Amin Younes na de verspeelde titel bij De Graafschap. (Foto: Proshots)

Het seizoen erna werd Peter Bosz onze trainer. Ik kende hem eerlijk gezegd nog niet, maar de jongens in de groep vertelden me dat hij heel goed werk had geleverd bij Vitesse. Ik herinner me de eerste training onder Bosz nog goed. Volgens mij dacht iedereen eerst: dit is crazy, hoe hij wil spelen, aanvallen en pressen. Maar al snel vonden we het allemaal geweldig. Ik raakte onder de indruk van Bosz. In mijn eerste seizoen bij Ajax scoorde ik meer, maar mijn tweede jaar bij Ajax, onder Bosz, vond ik mezelf beter spelen. Dat jaar was de mix in het team ook goed.

Het belangrijkste was dat iedereen dat seizoen bereid was om die manier van spelen te hanteren, om te pressen. Iedereen begreep wat Bosz wilde. De run in de Europa League was geweldig. Schalke 04 hebben we helemaal zoek gespeeld in de kwartfinale. Dat was één grote rondo. Ze hebben geen kans gehad. We waren gewoon tien keer beter. Ik was na afloop van die wedstrijd alleen maar boos dat het 2-0 was geworden, omdat we die wedstrijd gewoon met 6-0 hadden moeten winnen. Minimaal.

Copyright-ProShots-4821629.jpg

Amin Younes, achter Nouri, tegen Olympique Lyon in de Europa League. (Foto: Proshots)

Ik kan me herinneren dat Schalke 04 André Onana tijdens de eerste helft gewoon niet heeft gezien. Matthijs de Ligt stond zo hoog, dat we het voorin ook makkelijker hadden, met Bertrand Traoré, Kasper Dolberg en mijzelf, en Hakim Ziyech erachter. De afstanden werden kleiner. Dat was het belangrijkste. Goed, uit bij Schalke 04 ging het alsnog bijna mis, omdat we zo hoog speelden. Maar doordat Nick Viergever en ik in de verlenging scoorden, kon ik de Duitse pers daarna met een grote glimlach te woord staan.

Advertentie

Ik heb altijd veel begrip gehad voor de supporters van Ajax. Zij hebben altijd gelijk, omdat zij altijd leuk voetbal willen zien. Als je gelijkspeelt maar wel leuk hebt gevoetbald, is dat voor een keer best oké. Maar ze schamen zich echt kapot als je wint en verschrikkelijk hebt gevoetbald. Dat is een speciale manier van supporter zijn. De halve finale thuis tegen Olympique Lyon was voor hen daarom echt leuk, en dat voelde je als speler ook op het veld. Toen we 3-0 voor stonden, lieten we de bal lekker rond gaan. Het was een beetje arrogant, maar dat moment herinner ik me nog goed. De supporters genoten.

Tsja, de finale tegen Manchester United in Stockholm was een rare wedstrijd. We probeerden op onze manier te spelen, maar ik moet zeggen dat Manchester United echt goed was voorbereid. Ze stonden goed. Voor hen maakte het niet uit hoe ze voetbalden, zij wilden alleen maar de wedstrijd winnen. Wij kwamen daardoor niet in een flow, wat we daarvoor wel elke keer hadden. We konden niet pressen, want ze schoten de bal gewoon naar voren, naar Marouane Fellaini en Paul Pogba. Dat was niet makkelijk voor ons.

Olympique Lyon en Schalke 04 dachten over ons: Ajax is een goed team, maar daar kunnen we wel aanvallend tegen spelen. Manchester United had daar gewoon geen zin in, waardoor we niet in de buurt van hun goal kwamen. We kregen ook rare goals tegen. In zo’n wedstrijd moet je misschien meer zoals Manchester United spelen, maar dat is gewoon niet de stijl van Ajax. In het lichaam, het systeem en het hoofd van een Ajacied zit: altijd voetballen, het veld aan de bal breed maken, en klein als de tegenstander de bal heeft.

Advertentie

Soms verlies je en denk je: het is niet anders, de winst hadden we gewoon niet verdiend. Maar deze keer vond ik dat we deze prijs wel verdienden, wij hadden die Europa League moeten pakken. Dan is het verlies moeilijk te accepteren.

Copyright-ProShots-1757875.jpg

Amin Younes met Hakim Ziyech. (Foto: Proshots)

Ik had na dat seizoen geen tijd om op adem te komen. Bondscoach Joachim Löw riep me op voor een paar oefenduels met Die Mannschaft. Daarna mocht ik ook nog eens mee naar de Confederations Cup, die we wonnen. Ik was ineens ook international voor Duitsland. Zo kon ik het seizoen alsnog mooi afsluiten, dacht ik op dat moment. Terwijl Ajax in Oostenrijk aan de voorbereiding begon, vloog ik naar Libanon, voor een vakantie na een lang en zwaar seizoen. Ik was daar nog maar een paar dagen, toen Dennis Bergkamp me belde.

Hij vertelde me dat Appie tijdens het trainingskamp op het veld naar de grond was gegaan. Meer was toen nog niet duidelijk over zijn situatie. Ik wist wel dat er iets ergs aan de hand was, dus ik ben meteen van Libanon naar Oostenrijk gevlogen. Twee, drie dagen hebben we met zijn allen in Oostenrijk zitten wachten op nieuws van de doktoren. Dat was een verschrikkelijke tijd. Later, in Amsterdam, kregen we het nieuws dat het echt niet goed zat met Appie. Dat was onbegrijpelijk. Ik krijg er nu weer kippenvel van, als ik eraan terugdenk.

De dagen daarna waren een waas. Ik zag heftige emoties bij Donny en Frenkie, ze konden er niet door trainen. Het was voor iedereen zwaar, ook voor de nieuwe trainer Marcel Keizer. Hij had het goed gedaan met Jong Ajax en kwam naar Ajax 1 om iets moois neer te zetten. Maar de eerste maanden was hij eigenlijk alleen maar bezig om op iedereen te letten, om te bellen, emoties te verwerken. Toen besefte ik dat niet volledig, maar als ik daar nu bij stil sta, denk ik: heel veel respect voor hem. Keizer heeft dat goed gedaan.

Advertentie

Appie zat naast mij in de kleedkamer. In mijn eerste maanden bij Ajax kwam hij soms langs bij mij thuis. Het is zo’n aardige gast, zijn hele familie ook. Het is echt een goede, positieve familie. God bless them. Serieus. Hoe ze nu met de situatie omgaan is geweldig. Mijn vader en ik hebben soms nog steeds contact met Appie’s vader. Ik had een goede band met Appie, maar ik vind het altijd belangrijk om de andere jongens, vooral Donny en Frenkie, te noemen. Als je jaren samen hebt gespeeld en iemand echt goed kent, is het nog veel erger. Ik wil niet weten hoe zij zich hebben gevoeld.

Toen ik bij Napoli tekende, wist ik meteen dat ik ook met rugnummer 34 wilde spelen. Appie is altijd in mijn hoofd, in mijn hart en nu op mijn rug. Zo is hij altijd bij mij.

Copyright-ProShots-1645184.jpg

Amin Younes naast Abderrahim Nouri in Geuzenveld. (Foto: Proshots)

De zomer daarna zag ik iedereen weg gaan, wat ik een beetje jammer vond na zo’n geweldig seizoen. Davy Klaassen ging naar Everton, Davinson Sanchez naar Tottenham Hotspur, en Bertrand Traoré naar Olympique Lyon. We hadden met zijn allen zo’n goede band en wilden nog een seizoen op die mooie manier spelen, maar trainer Bosz was ook al vertrokken, naar Borussia Dortmund.

Ik had nog een jaar over op mijn contract, wat een moeilijke situatie is bij Ajax. Zou ik blijven of weggaan? Het was in de zomer onduidelijk wat Ajax wilde. Wilde de club me verkopen of niet? Ik had geen idee. Er was, denk ik, veel miscommunicatie. Eigenlijk hadden we gewoon even met elkaar moeten gaan zitten, om alles te bespreken. Maar dat hebben we niet gedaan. Andere clubs hadden veel interesse in me, maar ik weet ook niet precies wat die clubs met Ajax onderling hebben besproken.

Advertentie

Omdat ik bijna geen vakantie had gehad na de Europa League-finale en de Confederations Cup met Duitsland, begon ik niet helemaal fit aan het nieuwe seizoen. Mijn vorm was weg. De transfergesprekken gingen intussen door. Napoli werd concreet, maar ik besloot in de winterstop nog niet naar Italië te gaan. Dat werd een moeilijke situatie, met weer veel miscommunicatie. Maar ik zal nooit zeggen dat het de schuld was van Ajax of Napoli. Het lag aan mij. Ik heb veel geleerd van wat er dat seizoen allemaal mis ging.

Intussen werd Keizer ontslagen, en moest ik onder nieuwe trainer Erik ten Hag mijn basisplaats aan Justin Kluivert afstaan. Tijdens een thuiswedstrijd tegen sc Heerenveen had ik bijna de hele tweede helft warmgelopen, toen de trainer me in de negentigste minuut vroeg om in te vallen. Kijk, ik wil geen slecht voorbeeld zijn voor de jeugd. Echt niet. Het is je werk als voetballer en dat moet je dan doen. Je kunt zo’n invalbeurt niet weigeren. Maar ik maakte een emotionele beslissing en weigerde in te vallen.

Nogmaals: dat kan je niet doen. Maar als je van voetbal houdt, dan zul je me wel een beetje begrijpen. De trainer zei na de wedstrijd in een interview dat hij me wilde belonen voor een goede invalbeurt de week ervoor. De manier waarop hij dat deed, met een invalbeurt in de negentigste minuut, vond ik op dat moment niet goed. Ik vind ook dat je daarna als trainer tegen een speler in een onderling gesprek gewoon kunt zeggen: “Hé, dit was niet top van mij, maar als ik zeg dat je erin gaat, ga je erin.” Dat heeft hij ook niet gezegd.

Advertentie

Ik aanvaardde de consequenties van mijn actie. De trainer stuurde me terug naar Jong Ajax. Dat was het einde van mijn tijd bij Ajax. Mijn contract liep die zomer af en ik heb geen minuut meer in het eerste elftal gespeeld. Achteraf kreeg ik enorm spijt van de manier waarop ik bij Ajax ben vertrokken. Het was geen makkelijke situatie vanwege mijn contract, al die onderhandelingen en onzekerheden. Maar voor mij is het belangrijkste dat mensen moeten weten dat ik altijd alles heb gegeven voor Ajax, omdat ik heel veel van de club hou.

Als Arek Milik en ik hier in Napels samen wat gaan eten, hebben we het er soms nog over dat we de manier van trainen bij Ajax een beetje missen, het kappen en draaien en zo. Het seizoen 2018/2019 van Ajax heb ik fanatiek gevolgd vanuit Italië, ik voelde mee met de groep. Ze wonnen niet alleen al die duels in de Champions League, maar hebben ook echt leuk gevoetbald. Ik hoorde het van iedereen om me heen: “Kijk hoe mooi zij voetballen!” Dan zei ik altijd: “Bij Ajax is dat normaal!”

Dat Ajax-DNA heb ik nu gewoon in me zitten. Ik ben een echte Ajacied geworden, ben nu een supporter van de club. Ik speelde mijn hele jeugd bij Gladbach, maar voor mijn gevoel leerde ik pas bij Ajax echt voetballen. Ze halen niet zo snel spelers terug, want het is toch vooral een club voor doorstroom van jonge talenten. Maar ik zou het leuk vinden om na mijn spelerscarrière bij Ajax aan te sluiten in een andere functie, ik kom er graag nog eens terug.

Als voetbal alleen maar om gevoel zou gaan, was ik voor altijd bij Ajax gebleven. Dan was ik de Duitse Mister Ajax geworden. Maar Ajax is ook een club die doorverkoopt, waar altijd jeugdspelers klaar staan om je plek over te nemen. Ik ben uiteindelijk op een slechte manier bij Ajax weg gegaan, maar ik hoop toch dat mensen goede herinneringen aan mij hebben. Het was de beste tijd van mijn leven.”

-

Naast onze geschreven verhalen en video's hebben we nu ook een podcast: De Wereld van VICE Sports. De afleveringen zijn hier te luisteren bij Apple of hier op Spotify: