Waarom ik zo ontzettend van kampioensdrama’s houd

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Waarom ik zo ontzettend van kampioensdrama’s houd

Elke week schrijft Martijn Neggers een sportcolumn voor VICE Sports over het theater achter het Nederlands voetbal. Neggers staat erbij en kijkt ernaar.

Ik moet de laatste dagen steeds vaker denken aan Louis van Gaal en aan Sjaak Swart. Even los van het feit dat ze het als komisch duo prima zouden doen op feestjes en partijen, moet ik steeds vaker aan ze denken omdat ook dit jaar weer een kampioensstrijd tot de allerlaatste speeldag dreigt. En dat soort kampioensdrama’s zijn de voedingsbodem voor goede televisie.

Louis van Gaal gaf ooit met AZ op hun allerlaatste benen het kampioenschap weg, nadat ze op de slotdag verloren tegen Excelsior. Een spektakelstuk: de Alkmaarders eindigden dat jaar daardoor niet op de eerste, maar op de derde plek, omdat PSV dat jaar één doelpunt meer maakte dan Ajax. Ik sluit niet uit dat er nog wel een aantal AZ-supporters zullen zijn die er nog altijd zwetend van wakker worden.

Advertentie

Een paar weken later dook Louis op tijdens de prijsuitreiking van de jaarlijkse musical awards – laten we zeggen, de Oscars voor Nederlandse musicalproducenten en -acteurs. Louis liep het toneel op, met een verfrommeld gezicht. In zijn ene hand de musicalaward, in zijn andere de envelop met de naam van de winnaar. Het publiek was verbaasd – de helft van de zaal kende Louis überhaupt niet eens.

“Ja, ik zie u denken,” begon Louis met een smalend gezicht. “Daar heb je die trainer weer, die komt zeker weer een prijs weggeven.” Nog nooit in mijn leven heb ik zó’n goede grap zo mager ontvangen zien worden.

Ook afgelopen jaar was het spannend tot het eind. De schaal stond al klaar in Doetinchem, Ajax er in chique letters al op gegraveerd. Maar Frank de boer rekende buiten Bryan Smeets. PSV werd kampioen, de beelden van Frank, met zijn hoofd tegen het glazen raam van de spelersbus bonkend, zijn legendarisch geworden, en gingen wekenlang het hele internet over. Het was het dé illustratie van het verlies van Ajax geweest, als Sjaak Swart er niet geweest was.

Een prachtig beeld, waar het hele land – misschien met uitzondering van een aantal supporters uit Amsterdam – nog lang van heeft kunnen nagenieten. Sjaak Swart zit, in pak, op een houten tuinstoeltje, ergens op een grasveld. Sjaak moppert wat op de scheidsrechters, en dan moppert hij op De Graafschap –want waar sloeg het in ’s hemelsnaam op dat ze ineens zo hun best deden tegen Ajax?

Advertentie

Zijn tirade houdt nog even aan. Sjaak wordt met de zin bozer en gefrustreerder. Om de paar zinnen meldt hij aan de cameraman dat hij “heerlijk hoopt dat de Graafschap degradeert”. Terwijl Sjaak verder moppert, worden er beelden van hem getoond van hoe hij beteuterd, in zijn blote buik, pionnetjes op het veld zet, waar hij straks nog eens even flink omheen gaat dribbelen om de frustratie uit zijn lijf te voetballen. Het is een vertederend beeld. Waanzinnig tragisch, maar extreem vertederend.

“En als ik dan De Graafschap zie juichen, na afloop… Of ze wereldkampioen waren geworden, die gekken. Het leek PSV 2 wel,” gaat Sjaak onophoudelijk door. “Nou, ze zullen wel wat voor PSV gedaan hebben: misschien krijgen ze wel een mooie televisie erbij, of zo, dat zal allemaal wel…” Even houdt Sjaak stil om moed te verzamelen. “Maar ja, Ajax is de titel verloren…”

Het punt met zo’n heftige kampioensstrijd is natuurlijk dat de verliezer veel interessanter is dan de winnaar. Die kampioen? Ja, prima, dat geloven we wel. Die vieren een feestje, gaan op de platte kar de stad door, krijgen aan het einde van de rit allemaal een bierdouche en zingen vervolgens zelf de liedjes nog eens, die de supporters eerder dat jaar voor hen verzonnen hadden. Maar voor het verhaal doen kampioenen er niet per se toe.

Ik herinner me niets meer van het kampioenschap van PSV, in het jaar dat AZ naast de titel greep, maar het beeld van Louis van Gaal zal me altijd bijblijven. Dat andere kampioensjaar van PSV zal me over een paar jaar ook niet veel meer zeggen. Maar ik zal voor altijd, wanneer ik aan Sjaak Swart denk, denken aan de uitwedstrijd tegen De Graafschap. Ik zal altijd denken aan die gebroken man in dat tuinstoeltje. De harde val van het verliezen van het kampioenschap maakt nou eenmaal veel meer indruk.

De kans is groot dat Feyenoord kampioen wordt, maar de kans is ook groot dat Ajax het wordt. Uiteindelijk zijn er zelfs nog scenario’s, die heel goed denkbaar zijn, dat PSV het nog wordt. In alledrie de gevallen weet ik niet wat er gaat gebeuren in Rotterdam, maar dat er – zeker in de laatste twee scenario’s – nog jarenlang over nagepraat gaat worden, mag als een paal boven water staan.

Maar toch. Zo’n kampioensdrama, daar kan ik voor één keertje best wel zonder. Als Feyenoord dit jaar geen kampioen wordt, wordt het de komende dertig jaar geen kampioen meer. Misschien wordt het dan wel nooit meer kampioen. Dus hoop ik dat die vier potjes – op de laatste benen – nog net goed gaan, komende weken. Dat, en verder hoop ik natuurlijk dat PEC Zwolle, Sjaak Swart indachtig, heerlijk degradeert.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.