Lamine Bangoura
Photo :  Teddy Mazina bij de BLM demonstratie, uit de video Lamine Bangoura ou le George Floyd belge, van Olivier Mukuna
Identiteit

Zonder gerechtigheid kan de familie van Lamine niet verder

De zaak van Lamine Bangoura dreigt geseponeerd te worden. Jean-Pierre Bangoura kijkt terug op de dag dat zijn zoon stierf en het onrecht dat daarop volgde.
Souria Cheurfi
Brussels, BE

In de ochtend van 7 mei 2018 komen er een deurwaarder, twee agenten en een slotenmaker naar de woning van Lamine Bangoura in Roeselare, omdat hij een huurachterstand heeft van 1500 euro.

De gemoederen lopen hoog op, de agenten vragen om versterking en plots zijn er acht van hen in zijn appartement. Diezelfde dag sterft Lamine Bangoura door verstikking, nadat de agenten hem in een wurggreep hebben gehouden en stevig druk op zijn borstkas hebben uitgeoefend (ook wel bekend als versmachting). Dit soort politietechnieken zijn in sommige landen verboden vanwege de risico’s die eraan kleven gaan – het zijn dezelfde technieken die George Floyd het leven hebben gekost. 

Advertentie

Bijna drie jaar later ligt het lichaam van Lamine Bangoura nog steeds in het mortuarium, ondanks dat de familie meerdere keren heeft gevraagd of hij begraven mag worden. Dat dit niet kan maakt de verwerking niet alleen lastiger, maar ook erg duur: de kosten voor het bergen van het lichaam heeft de familie nu al meer dan 30.000 euro gekost, en dat kunnen ze eigenlijk niet betalen.

Op 26 juni 2020 seponeerde de president van de Kortrijkse raadkamer de zaak – voor de verandering – en de agenten werden niet geschorst. De familie van Lamine ging in beroep

Op donderdag 4 februari zal het Gentse Hof van Beroep beslissen of de acht politieagenten voor de strafrechter moeten verschijnen. In afwachting van deze doorslaggevende datum vertelde zijn vader, Jean-Pierre Bangoura, ons over het onvermogen voor hem en zijn familie om te rouwen, het racisme waar ze mee te maken kregen en de tegenstrijdigheden in deze zaak.


Lamine Bangoura of de Belgische George Floyd, een reportage van Olivier Mukuna


"Op 7 mei 2018 klopte de Mechelse politie rond zes uur ’s avonds bij ons aan, om te vertellen dat onze zoon was overleden na een uithuiszetting. Ze zeiden dat hij was overleden nadat hij “flauwgevallen” was. Ze gaven ons contactgegevens voor mensen die het verder zouden afhandelen, en die konden helpen om het lichaam te zien.

In het ziekenhuis moesten we heel lang in de wachtkamer zitten. Er was een agent bij ons, die met een bezorgde blik door de kamer ijsbeerde. Toen ik hem wat vragen wilde stellen, zei hij dat hij daar geen antwoord op kon geven omdat het onderzoek nog liep. “En we zijn hier niet in Afrika,” zei hij er nog bij.

Advertentie

Toen we het lichaam van Lamine zagen, was alleen zijn gezicht onbedekt. Er kwam bloed uit zijn oor, en toen mijn jongere zoon dat zag raakte hij in paniek. “Wat hebben jullie met hem gedaan?” vroeg hij. Ik kalmeerde hem en vroeg of hij een foto mocht maken. De agent ging akkoord. Ik denk dat dat is waar hij zich zorgen over maakte. We hebben Lamines lichaam niet aan kunnen raken om afscheid te nemen, en ook niet de rest van zijn lichaam gezien.

Aangezien ik nog steeds met vragen zat, maar de agent weigerde antwoord te geven, zei ik dat ik in de buurt van Lamines huis rond zou vragen. Hij zei dat er toch niemand iets kon gezien hebben, aangezien het allemaal in zijn appartement gebeurde. Toch belden we aan bij alle deuren en vroegen we of iemand ons kon helpen. Een vrouw vertelde dat ze niets had gezien, behalve een heleboel politieauto's en een ambulance. Maar ze hoorde wel geschreeuw. Toen besefte ik dat mijn zoon een tragische dood was gestorven. 

Toen de deurwaarder, de slotenmaker en twee politieagenten bij Lamine binnenkwamen maakten ze hem wakker. Hij had geen idee dat hij die dag uit zijn huis zou worden gezet. De agenten vroegen hem of hij een brief had ontvangen, waarop hij in de brievenbus keek en daar inderdaad een brief zag liggen. Hij vroeg om uitstel, omdat hij dan tenminste nog zijn persoonlijke bezittingen kon inpakken. Toen liep het uit de hand.

Advertentie

“Ik heb het autopsierapport verschillende keren gelezen en kan met zekerheid zeggen dat mijn zoon is gestorven door wurging en verstikking, in plaats van aan een natuurlijke dood.”

In plaats van proberen de boel te sussen, vroeg de politie om versterking. Toen waren er dus acht politieagenten aanwezig om één persoon uit zijn woning te zetten. De agenten beweren dat mijn zoon gewelddadig was, dat er een mes in zijn kamer lag en dat zijn hond zich agressief gedroeg. Maar het mes werd direct weggelegd en Lamine stuurde zelf zijn hond naar de tuin. Hij begon zich pas te verzetten toen ze hem in de handboeien sloegen.

Ze bonden zijn handen en voeten vast en pasten de versmachtingstechniek toe. De rest van het verhaal is bekend. Ik heb het autopsierapport verschillende keren gelezen en kan met zekerheid zeggen dat mijn zoon is gestorven door wurging en verstikking, in plaats van aan een natuurlijke dood. In het rapport staat dat er in zijn nek sporen van drukkend geweld waren gevonden. Er zat zelfs een scheur in zijn strottenhoofd. 

Je kunt Lamine horen schreeuwen in de video, op een manier die ik nog nooit gehoord heb. Het was een schreeuw om hulp, een noodkreet die onbeantwoord bleef. Ze gingen door totdat hij stierf. In de video zie je een agent aan de telefoon zeggen: “Het is onder controle.” Alsof Lamine een gevaar was. Ze hadden hem tot aan zijn borst vastgebonden, alsof hij een dier was.

Advertentie

De waarheid wordt tot op de dag van vandaag verborgen gehouden. Op een gegeven moment kwam er schuim uit zijn mond. Een agent lachte en zei: “Hij wil op ons spugen.” Een ander zei: “Hij doet alsof hij dood is.” Ik vind het nog steeds moeilijk om deze zinnen uit te spreken, omdat ze zo onmenselijk zijn.

Ze hebben niet één keer aan zijn pols gevoeld, om te kijken of hij nog leefde. Ondanks het geschreeuw en het schuim uit zijn mond. Wel namen ze uitgebreid de tijd om zijn gezicht schoon te maken voordat de brandweer aankwam – de doekjes werden later in zijn huis gevonden. Aan de telefoon vertelden ze de hulpverleners dat zijn toestand “niet fraai” was. In werkelijkheid was hij allang dood voordat er hulp kwam. Om die laatste momenten van mijn zoon op deze video te zien is erg moeilijk. 

Omdat ze niet wilden dat de zaak ophef zou veroorzaken, hadden ze een bemiddelingscommissie ingesteld [en er werd slechts één journalistiek onderzoek gepubliceerd over zijn dood, in De Morgen]. In 2020 waren er twee bemiddelingspogingen: één in Kortrijk en één in Mechelen. Na de tweede keer verzochten we om rechtstreeks met de politie in contact te komen, maar de commissie weigerde dat, zodat de politie niet met het gezin geconfronteerd hoefde te worden. Uiteindelijk stopte de bemiddeling, met als conclusie dat de agenten gewoon hun werk hadden gedaan en er niet genoeg bewijs was om ze in staat van beschuldiging te stellen. 

Advertentie

Ik begrijp niet hoe het mogelijk is dat de betrokkenen een maand lang hebben kunnen overleggen voordat ze ondervraagd werden. [De agenten zijn niet onmiddellijk na Lamines dood door het Comité P verhoord, wat volgens de bepalingen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens wel verplicht is, en hadden daardoor veel tijd om van tevoren te overleggen.]

“Hoe kunnen we rouwen als zijn lichaam nog ergens in een of andere frigo ligt?”

Tweeënhalf jaar later ligt het lichaam van mijn zoon nog altijd in het mortuarium. We hebben meerdere keren een verzoek ingediend om hem een waardige begrafenis te geven in Afrika, maar de rechter ging daar niet op in. “Er is geen sprake van om Lamine in Afrika te begraven,” zei hij. “Het lichaam is verzegeld.” Aanvankelijk bedroegen de begrafeniskosten ongeveer 8000 euro. We hadden geld ingezameld, maar hadden alsnog veel te weinig – het mortuarium kost ons 25 euro per dag, dus de begrafenis zou ons nu 30.000 euro kosten. En hoe kunnen we rouwen als zijn lichaam nog ergens in een of andere frigo ligt?

Nu zijn we vooral gefrustreerd. Alle gevoelens die we de afgelopen jaren hebben gehad hebben plaatsgemaakt voor frustratie. Alles wat we willen is gerechtigheid.”

Jean-Pierre en zijn familie hopen dat de acht politieagenten op 4 februari voor de strafrechter worden gedaagd, en dat de staat de kosten van het mortuarium zal betalen, zodat ze Lamine eindelijk kunnen begraven en hun rouwproces kunnen vervolgen.

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.