Foto's door Proshots.​
Foto's door Proshots.

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Chaos, droomvoetbal en 32 debutanten: dit was het Oranje van bondscoach San Marco

“Ik was er nog lang niet aan toe, man.”

Als Wesley Sneijder tijdens ‘het tweede Wonder van Bern' vliegend door de lucht de 2-0 tegen de touwen jaagt, breekt door heel Nederland een combinatie van carnaval- en Koningsdagvreugde uit. Wereldkampioen Italië wordt op het EK van 2008 verslagen, en hoe. De jarige Sneijder rent naar de bank, omhelst Arjen Robben en pakt Marco van Basten liefkozend bij zijn nek.

De bondscoach stuitert op en neer na het doelpunt en kan zijn ogen niet geloven. Eindelijk laat zijn team zien waar het toe in staat is. De wedstrijd is misschien wel hét hoogtepunt van San Marco’s periode als bondscoach, jaren die – ondanks dat er veel gewonnen werd – vooral gekenmerkt werden door persoonlijke akkefietjes, een parade aan onverwachte debutanten en nét niet op het juiste moment pieken.

Advertentie

We gaan terug naar 2004, lang voordat Van Basten Hakim Ziyech een ''een domme jongen'' noemde, met Vladimir Poetin ging keuvelen en voor pannenkoek werd uitgemaakt. Van Basten was op dat moment pas 39, en had bijna tien jaar eerder zijn voetbalcarrière beëindigd. Samen met zijn vriend John van ’t Schip ging hij in 2003 Jong Ajax trainen. Het leek erop dat de voormalige topspits zich in de luwte als trainer wilde ontwikkelen.

Na een jaar Jong Ajax werd hij echter al door de KNVB benaderd om bondscoach te worden. Niet alleen op het veld – onder meer Frank de Boer, Jaap Stam en Marc Overmars zwaaiden af – maar ook daarbuiten vond de KNVB het blijkbaar tijd voor verjonging. Van Basten kreeg de zegen van Johan Cruijff, die als mentor voor de jonge coach wilde optreden. Het was alsof iemand die net was aangenomen bij een middelgroot bedrijf ineens minister-president werd, maar Van Basten ging er vol voor.

Marco van Basten.

De presentatie van Van Basten en Van 't Schip in 2004. (Foto: Proshots)

Van Basten was een ‘goed paard’ dat nu ook een ‘goede ruiter’ wilde worden, om de terminologie van Co Adriaanse te gebruiken. Hij had een gevarieerde selectie, met talenten als Wesley Sneijder en Arjen Robben en routiniers als Edwin van der Sar en Phillip Cocu. In zijn eerste serie wedstrijden als bondscoach verpulverde Van Basten het record van Rinus Michels, die in zijn eerste negen wedstrijden als bondscoach ongeslagen was gebleven. Pas in november 2005, bijna anderhalf jaar na zijn aanstelling, verloor Van Basten voor het eerst een wedstrijd – zijn zestiende pas. Die nederlaag tegen Italië was overigens vooral te danken aan een schutterende Ron Vlaar, voor wie ‘Ron Beton’ nog lang niet een logische bijnaam was – iets als ‘Ron Karton’ leek toen eerder op z’n plaats.

Advertentie

Naast de goede resultaten sprong er nog iets anders in het oog bij Oranje: de lijst met debutanten. Van Basten had er een handje van om spelers op te roepen die nog nooit over het Nederlands elftal hadden durven dromen. Romano Denneboom en Andwélé Slory – die destijds nog bij Excelsior speelde – hebben zichzelf waarschijnlijk nog wel even in hun arm geknepen nadat ze geselecteerd waren. Dave van den Bergh geloofde zelfs pas dat hij opgeroepen was nadat hij het nieuws zag op de website van Voetbal International. En Civard Sprockel was de hele dag 'spoorloos' en onbereikbaar, waardoor iedereen in Nederland wist dat hij was opgeroepen, behalve hijzelf.

Civard Sprockel.

Sprockel tussen Huntelaar en Sneijder bij Oranje, in 2007. (Foto: Proshots)

San Marco liet ook Barry van Galen op z’n 34e (!) debuteren, waarmee de AZ-middenvelder destijds de oudste Oranje-debutant ooit was – inmiddels heeft Sander Boschker dat record overgenomen. Een andere debutant was Ugur Yildirim, die weliswaar een WK vrije trappen won van onder anderen Zinedine Zidane, maar nooit verder dan één interland kwam. Andere jongens die de term vergetelheid een gezicht hebben gegeven (of juist niet) zijn Collins John, Theo Lucius en Martijn Meerdink. Uiteindelijk liet Van Basten 32 spelers debuteren.

Oranje vertrok na de succesvolle kwalificatie met een goed gemoed naar het WK in Duitsland, gevolgd door zo'n 20.000 Nederlanders. Van Basten liet grote namen als Roy Makaay, Edgar Davids en Clarence Seedorf thuis achter. De resultaten in de groepsfase waren niet per se sprankelend of opzienbarend (een nipte winst op zowel Ivoorkust als Servië-Montenegro), maar dat een verdediging met Kew Jaliens en Tim de Cler in de derde groepswedstrijd tegen Argentinië onder anderen Lionel Messi van scoren afhield (0-0), was veelbelovend.

Advertentie

Maar toen brak 'de slag van Neurenberg' uit. In deze veldslag van Oranje tegen Portugal vielen in totaal zestien gele en vier rode kaarten, een record. Soldaat Boulahrouz was de eerste Nederlander die het strijdveld moest verlaten, majoor Giovanni van Bronckhorst de tweede. Tussen de vliegende ledematen door scoorde de Portugese plaaggeest Maniche het enige doelpunt in de wedstrijd. Deze onvergetelijke pot – voer voor nostalgische artikelen en forensische analyses – zorgde ervoor dat het Nederlands elftal met het schaamrood op de kaken terugkeerde naar het thuisland.

Terwijl half Nederland teleurgesteld de wuppies in de afvalcontainer donderde, draaide de publieke opinie rond Van Basten en Oranje na de nederlaag tegen Portugal. Hij werd bekritiseerd door columnisten als Johan Derksen, maar ook door Frank de Boer en Louis van Gaal. Edgar Davids stuurde een open brief naar Voetbal International, waarin hij de bondscoach een ‘’gebrek aan persoonlijke klasse’’ verweet. Daarmee doelde hij vooral op de manier waarop Van Basten antwoord gaf op de vraag waarom hij Davids niet had opgeroepen: ‘’Jan Wouters selecteer ik toch ook niet meer?’’

Marco van Basten.

Bondscoach San Marco op een training in 2006. (Foto: Proshots)

Zijn omgang met topspelers was zeker niet altijd briljant. Zo weigerde Mark van Bommel door kritiek van Van Basten om na het WK nog voor Oranje uit te komen, en zou Van Basten eens hebben gezegd dat hij Nicky Hofs op dat moment beter vond dan Clarence Seedorf. Voor zover bekend was Van Basten niet dronken toen hij dat zei. Ruud van Nistelrooy gaf aan dat Van Basten zich liet leiden door het 'ik-mag-je-gehalte', en ‘’bepaalde persoonlijkheden’’ simpelweg niet in z’n selectie wilde hebben.

Advertentie

Na het mislukte WK, bleef Van Basten volop experimenteren met spelers. Uitgerekend spelers met een laag ‘ik-mag-je-gehalte’, zoals Seedorf en Van Nistelrooy, mochten ineens weer opdraven. De kwalificatie ging weer vrij soepel, maar de loting voor het EK van 2008 leek vrij dodelijk: Nederland kwam in een poule terecht met Frankrijk, Italië en Roemenië. In het amateurvoetbal zou je bij zo’n loting voor een toernooitje lekker afbellen en genieten van je vrije zondag, maar dat was in dit geval helaas geen optie.

Voor het EK van 2008 riep Van Basten de pers op om achter Oranje te staan. Tijdens het toernooi zelf vielen alle puzzelstukjes in elkaar: wereldkampioen Italië kreeg met 3-0 een pak slaag en ook het sterke Frankrijk ging met 4-1 over de knie. Oranje werd door sommige kranten ineens gebombardeerd tot dé favoriet van het EK. We hoefden de beker alleen nog even op te halen. Amsterdammers begonnen zich al zorgen te maken over zinkende woonboten, en Wolter Kroes hield de dagen na de finale alvast vrij in zijn agenda.

Ook de derde groepswedstrijd, tegen Roemenië werd eenvoudig gewonnen, maar een paar dagen later zag de toekomst er een stuk minder oranjekleurig uit. Een familiedrama overschaduwde het toernooi (de te vroeg geboren dochter van Khalid Boulahrouz overleed) en Arjen Robben raakte tijdens een training geblesseerd. In de kwartfinale tegen Rusland was Nederland geen schim meer van de machine die de groepsfase domineerde. De Russen kwamen in de tweede helft met 1-0 voor, en Van Nistelrooy maakte in de slotfase nog gelijk. Dat bleek slechts uitstel van executie: tijdens de verlenging scoorde Rusland nog twee keer, waardoor de Nederlandse droom uiteenspatte.

Advertentie
Oranje.

De Jong en Heitinga in duel met Zyryanov. (Foto: Proshots)

Na het toernooi vertrok San Marco als bondscoach, en sprong hij meteen op een andere hogesnelheidstrein: hij werd trainer van Ajax. Dat werd geen succes, en binnen een jaar stopte hij er alweer mee. Na een 4-0 nederlaag bij Sparta gooide hij zelf de handdoek in de ring. Hierna volgden weinig succesvolle periodes bij SC Heerenveen, AZ en wederom Oranje (dit keer als assistent), en gaf Van Basten aan niet meer als coach terug te willen keren. ‘’Achteraf kun je stellen dat ik te vroeg bondscoach ben geworden,” zou Van Basten later tegen Voetbal International zeggen. “Ik was er nog lang niet aan toe, man.”

Ondanks alles heeft Van Basten nog steeds het hoogste winstpercentage van alle bondscoaches met minimaal tien interlands, hoger dan bijvoorbeeld Louis van Gaal en Bert van Marwijk. Door de twee mislukte eindtoernooien zullen echter vooral de relletjes en de 32 debutanten onthouden worden. Wat rest zijn de herinneringen aan de droomwedstrijden tegen Italië en Frankrijk, en een fantastisch kroegverhaal voor Romano Denneboom en Ugur Yildirim.

Van Basten.

Dit is een verhaal uit de rubriek Sportgeschiedenis met Doodeman, waarin Michel Doodeman bijzondere hoofdstukken uit de sportgeschiedenis belicht. Zie hier alle verhalen uit deze serie.