Diefstal, kattenhandelaars en extreme hitte: het leven van een Twentse wielernomade

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Diefstal, kattenhandelaars en extreme hitte: het leven van een Twentse wielernomade

Wielrenner Maarten de Jonge is misschien niet zo bekend als zijn generatiegenoten Lars Boom en Sebastian Langeveld.

Hij rijdt niet in de Giro, Vuelta of Tour de France, maar onbekende Aziatische wedstrijden met extreme omstandigheden. Zijn bestaan als wielernomade bracht hem naar ploegen over de hele wereld. Hij woonde in een villa op het platteland van Maleisië, werd bestolen door zijn ploeggenoten in Oostenrijk en barbecuede bij het paleis van een steenrijke kattenhandelaar. VICE Sports sprak Maarten in zijn woonplaats Oldenzaal. Dit is zijn verhaal.

Advertentie

“Ik ben een laatbloeier. In Nederland zijn ploegen en sponsors altijd op zoek naar jonge talenten, maar ik had wat meer tijd nodig om een hoog niveau te halen. Ik reed bij een aantal ploegen in België voordat ik definitief voor het wielrennen koos. Ik studeerde voeding en diëtetiek op het HBO, maar heb me uiteindelijk volledig gericht op de sport en de vrijheid die dat geeft is geweldig. Ook ben ik door mijn ongewone carrière veranderd van een rustige, stille Tukker tot iemand die je de oren van de kop kan lullen.

In het begin van mijn carrière had ik een zaakwaarnemer, maar ik kwam er al snel achter dat ik het beste zelf de touwtjes in handen kon hebben. Ik won de Ronde van Limburg en belde zelf ploegen op. Daardoor kwam ik terecht bij een Schotse ploeg. Op papier was dat een semi-professionele ploeg, maar in de praktijk was alles top geregeld. Toch kon ik daar moeilijk mijn weg vinden. Ik was de enige Nederlander en werd ondergesneeuwd door de oudere renners. Na elke etappe stonden alle renners meteen bij de ploegleiderswagen om te laten weten hoe ze zich de blubber hadden gewerkt voor de ploeg. Iedereen probeerde zo zijn eigen positie veilig te stellen. Ik durfde toen nog niet zo goed voor mezelf op te komen en heb dat echt moeten leren. In 2010 reed ik voor het eerst een wielerronde in Azië, de Tour of Qinghai Lake in China. Sindsdien heb ik altijd het buitenland – en voornamelijk Azië – opgezocht. De wedstrijden in Azië zijn extremer dan in Europa, en dat ligt mij wel. Daarom heb ik vaak voor ploegen gereden die veel wedstrijden in het buitenland rijden.

Advertentie

In 2013 reed ik voor een Oostenrijkse ploeg die meedeed aan de Ronde van China. In Azië wordt het prijzengeld altijd contant uitbetaald. Dat wordt dan verdeeld over alle renners, maar na die ronde kwam ik erachter dat ik was bestolen.

Ik zat in het vliegtuig naast een Braziliaanse ploeggenoot en we rekenden het prijzengeld na. We hadden nog recht op een paar duizend euro per persoon. Dus toen haalden we verhaal bij onze Oostenrijkse teamgenoten in het vliegtuig en dat leverde nogal wat trammelant op. Met een telefoon in onze vliegtuigstoelen belden we onze teammanager in Oostenrijk, maar hij durfde eigenlijk niets te doen omdat een van die Oostenrijkse renners veel sponsors naar het team bracht. Dus ik en mijn Braziliaanse teamgenoot konden fluiten naar onze centen. Uiteindelijk werd het bijna een vechtpartij toen we aankwamen op het vliegveld in Zürich. Ik en die Braziliaanse jongen hebben de ploeg meteen verlaten. Toch heb ik een geweldige tijd gehad in de Oostenrijkse bergen, maar ik was wel even klaar met de Europese ploegen.

Gelukkig kwam ik tijdens de Ronde van China toevallig in contact met mensen van een Maleisische ploeg. In een hotellobby raakten we aan de praat en ik besloot bij hen te solliciteren. Uiteindelijk kreeg ik in december van dat jaar een contract opgestuurd en heb ik een beetje op hoop van zegen een vlucht geboekt naar Kuala Lumpur. Ik wist niet echt waar ik terecht zou komen, maar ze ondertekenden het contract en een dag later kon ik aansluiten bij een trainingskamp in de Maleisische hitte middenin de jungle.

Advertentie

Een dag daarna werden we uitgenodigd voor een barbecue van een vriend van de ploeg. Toen ik daar aankwam wist ik niet wat ik zag. Ik kwam terecht bij een ongelofelijk groot paleis en er was echt een overvloed aan eten. Dat was niet te geloven. Die vriend bleek schatrijk te zijn door zijn handel in junglekatten, die hij verkocht aan rijke Amerikanen. Twee dagen daarvoor was ik nog in het koude Nederland zonder ploeg en opeens zat ik op een barbecue bij een paleis met een vet contract op zak. Ik verdiende vijf keer zoveel als in Nederland. Het team werd gefinancierd door de overheid, dus geld was geen probleem. We leefden met een aantal ploeggenoten in een grote villa op het platteland in de provincie Terengganu.

We trainden eerst op de openbare weg en er ging dan altijd een bus mee. De buschauffeur zette dan een sirene aan zodat wij overal voorrang hadden en we niet voor stoplichten hoefden te remmen. Toch leverde dat nog regelmatig gevaarlijke situaties op, dus besloot de ploegleiding dat we veiliger moesten trainen. De overheid boorde een nieuw olieveld aan en met die opbrengst legden ze een gloednieuwe snelweg aan voor ons. De middelen hebben ze daar dus wel, maar de kennis ontbreekt. Hoe harder en langer je traint hoe beter, denken ze. Er zat niet echt een gedachte achter. Soms reden we dag in dag uit 200 kilometer. Het leek wel een strafkamp. Dat was soms echt heel erg zwaar. We trainden ook alleen vroeg in de ochtend of laat in de avond, omdat het daar overdag ontzettend vochtig en warm was. Ik ben een magere jongen en ben daar toch vier kilo afgevallen. Maar ik heb niet alleen lichamelijk mijn grenzen verlegd. Ook als persoon heb ik mijn horizon verbreed. Maleisië is een islamitisch land en die villa stond in een deel van het land waar veel traditionele moslims wonen. Er werd daarom tijdens de ramadan zelfs ‘s nachts getraind. Veel teamgenoten waren ook gelovig en bidden vijf keer per dag. Daar stonden ze middenin de nacht voor op. Ook mocht ik vrouwen geen hand schudden, at altijd rijst met mijn blote handen, sliep ‘s nachts vaak op een kleedje en een biertje mocht je alleen stiekem drinken. Toch kon ik het goed vinden met de lokale bevolking en heb daar veel nieuwe vrienden gemaakt. Alles was anders en als ik er achteraf op terugkijk was het toch wel echt een fantastische periode.

Advertentie

Bij die ploeg heb ik ook mijn grootste zege geboekt. Ik won een etappe in de ronde van Thailand. Het werd tijdens de etappes vaak 47 graden, maar om de een of andere reden ligt dat mij wel. Tijdens die ronde vielen er gewoon renners van hun fiets door de hitte. Die waren dan gewoon helemaal de weg kwijt. Na elke etappe stonden er ook altijd brandweermannen klaar om ons af te koelen. Toch ben ik niet zo lang bij die ploeg gebleven. Ik had een contract voor twee jaar, maar opeens werd de ploegleiding vervangen. Die wilden alleen maar verder met Aziatische renners en kochten mijn contract uit. Ik ontving eerst het geld niet, maar ik wilde niet weer besodemieterd worden, zoals in Oostenrijk. Daarom trainde ik elke ochtend om zeven uur gewoon mee, zodat ik niet gepakt kon worden op werkweigering. Uiteindelijk heb ik een deel teruggekregen in de vorm van een cheque. Die heb ik direct contant uit laten betalen bij de bank. Toen liep ik dus met een grote zak geld over straat, terwijl daar veel mensen op straat smeken om een paar centen. Dat voelde gek. Veel mensen kennen mij ook vanwege mijn periode in Maleisië, maar dat had niets met wielrennen te maken. Ik sta bekend als de man die twee keer net niet een rampvlucht nam. De eerste keer bij de MH370, die in de oceaan verdween. Ik nam een vlucht die iets eerder vertrok en heb nog gepraat met een aantal passagiers van die vlucht. De tweede keer was bij de MH17-ramp. Ik zou eigenlijk eerst dat vliegtuig nemen en mijn moeder zou me dan afzetten om vervolgens een dagje naar Amsterdam te gaan met een vriendin. Maar die vriendin belde af en ik besloot toen om een ticket te boeken voor een vlucht van twee dagen later, omdat die iets goedkoper was.

Advertentie

Toen mensen dat lazen op internet kreeg ik een hoop negatieve reacties. Sommigen vonden mij een klootzak, omdat ik publiciteit zou proberen te halen over de rug van overleden mensen. Maar ik heb zelf nooit de publiciteit opgezocht. Een kennis van mij werkt bij RTV Oost en die vroeg mij of hij dit mocht plaatsen en toen hebben veel media dit opgepikt. Laatst werd ik nog gebeld door iemand van een Canadees televisieprogramma. Hij vroeg zich af of ik mee wilde werken aan een programma over mensen die heel veel geluk hebben gehad, maar dat aanbod heb ik geweigerd. Na mijn tijd in Maleisië tekende ik een contract bij een Chinese ploeg. Dat was een minder seizoen. Ik viel tijdens een trainingsrondje in Oldenzaal en verloor bijna drie vingers. Hierdoor kon ik lang niet fietsen. Daarnaast was de ploeg ook niet zo goed georganiseerd. Toen heb ik mijn contract laten ontbinden, maar ik kreeg via een bevriende Finse renner nog wel de kans om een wedstrijd in China te rijden. Ik werd tweede tijdens de koninginnenrit en dat was een ontzettend zware wedstrijd. Dwars door een oerwoud met bergen die zo steil waren dat sommige renners lopend omhoog gingen. Al slingerend haalde ik het podium en dat was de bevestiging dat ik nog zo lang mogelijk prof wilde zijn. Ik sta nu onder contract bij een Nederlands team dat veel wedstrijden in Azië rijdt. Ik reis al jaren met mijn fiets en koffer de wereld rond en het bevalt nog steeds. Ik heb rondes gereden van Argentinië tot Taiwan en Azerbeidzjan tot Gabon. De teller staat op 56 landen, maar ik ben het allergelukkigst met de ontwikkeling die ik heb gemaakt als persoon. Ik heb veel nieuwe vrienden gemaakt, geleerd om voor mezelf op te komen, andere culturen ontdekt en ben van een gesloten Tukker veranderd in een open boek.”

Dit is een monoloog uit de serie VICE Sports Avonturiers. Zie hier alle verhalen uit deze serie.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.