Tien jaar geleden was Bastien het type persoon dat ramen zou schoonmaken met wattenstaafjes. Maar sinds hij zijn job verloor, zijn relatie eindigde en hij in een depressie belandde, is zijn aantrekking tot schoonmaakproducten en Swiffers volledig omgekeerd. “Ik kon niets meer weggooien,” vertelt hij. “Ik bleef maar afval meenemen van bij het grofvuil. Op een dag zat mijn vuilnisbak vol en kon ik hem niet buiten zetten omdat ik te veel spullen tegen mijn voordeur had gezet. Ik begon kartonnen dozen op de vloer te stapelen en uiteindelijk was mijn keuken ontoegankelijk geworden. Het was echt een zootje, maar ik paste me aan en at twee jaar lang koude maaltijden,” herinnert hij zich. Na een aantal jaren kwam de vereniging Survivre à l'insécurité helpen het appartement op een discrete en empathische manier op te ruimen.
Advertentie
Bastien leefde acht jaar lang met het syndroom van Diogenes, een gedragsstoornis die leidt tot dwangmatig objecten of vuilnis verzamelen. Aangezien ontkenning een symptoom is, kan een diagnose en behandeling lang uitblijven of zelfs nooit gebeuren. Daardoor kan het syndroom de vrije loop krijgen om de fysieke en mentale gezondheid, alsook de sociale relaties en de persoonlijke hygiëne aan te tasten. Blijft er nog ruimte over voor affectieve, liefdes- en seksuele relaties eens het syndroom van Diogenes je in zijn greep heeft?In tegenstelling tot een verzamelaar houdt iemand met het syndroom van Diogenes spullen niet bij voor het plezier, noch om hun objecten tentoon te stellen met trots. Het hamsteren, getriggerd door een gedragsstoornis, gaat gepaard met een gevoel van schaamte dat de persoon in kwestie vaak tot isolement leidt. “Ik was acht jaar lang een kluizenaar,” vertelt Bastien. “Als iemand langs mijn huis passeerde, zette ik de tv zachter en deed ik alsof ik niet thuis was. Als ik naar buiten ging, wachtte en luisterde ik zelfs aan de deur om zeker te zijn dat er niemand aan de inkom zou staan. Ik wilde absoluut vermijden dat iemand mijn appartement zou zien.” Tijdens die periode had hij drie relaties met vrouwen: “Ik kwam bij hen in het weekend, proper en opgeknapt met een klein tasje, vrolijk, hyperactief, ik was actief in de gemeenschap… Ze konden zich niet voorstellen dat mijn appartement vol lag met vuilnis.” Om dit aspect van zijn leven te verbergen, nodigde de man uit Seine-et-Marnois ze nooit bij hem thuis uit. Toen een van hen toch afkwam van Nancy naar Parijs om hem te bezoeken, vermeed hij de nachtmerrie door haar een nacht in een hotel voor te stellen.
Relaties met een vervaldatum
Advertentie
“Ik gaf toe dat mijn appartement een zootje was, maar ik heb nooit de hulp aangenomen die ze me had geboden,” gaat hij verder. “Het zou te vernederend geweest zijn, ik zou haar niet meer durven aankijken.” Op den duur leidde zijn standvastigheid om zijn vriendin niet uit te nodigen bij hem thuis tot problemen in de relatie. Diogenes loert over de liefdesverhalen van Bastien en bezorgt ze een vervaldatum: ze duren een aantal maanden, hoogstens een jaar. “Een van hen brak het af omdat ik haar niet in mijn huis wilde, en als ik mezelf in een moeilijke situatie bevond met de andere, vond ik een excuus om het uit te maken.” Met het syndroom van Diogenes gaat het niet enkel om de complicaties bij romantische relaties. Een simpele date kan al hevige inspanning vergen, zoals bergen vuil verzetten. In Parijs volgde Laurence Hugonot-Diener, psychogeriater en co-auteur van het boek Le syndrome de Diogène - Comprendre et soigner (Het syndroom van Diogenes - begrijpen en behandelen, nvdr.) honderden patiënten met het syndroom op, waaronder een veertigjarige vrouw. De specialist begeleidde haar terwijl ze haar appartement opruimde naar aanleiding van een ontmoeting met een man die ze online had leren kennen. “Ze woonde met een tiental katten in een studio, waarvan er al een derde overleden waren. We hebben alles laten schoonmaken door een bedrijf. Telkens als ze een kat meenamen, begon de vrouw te huilen. Maar ze durfde eindelijk deze man in haar huis te laten,” herinnert de psychogeriater zich. Deze date vergde veel meer intense voorbereiding dan gewoonlijk. Hoewel er weinig informatie beschikbaar is over de romantische en intieme levens van mensen die het syndroom hebben, merkt Laurence Hugonot-Diener overeenkomsten tussen de verschillende trajecten die haar patiënten volgen, en liefde maakt er bitter weinig deel van uit. “Er zijn niet veel koppels die dit overleven, het is een uitdaging voor zowel het koppel als de familieleden,” benadrukt ze. De weinige koppels die ze tegenkomt, vallen vaak binnen een van de twee categorieën: “Ofwel heeft de partner er nog niets van gemerkt of niet geaccepteerd, of ze komen hulp zoeken. In dat laatste geval, ben ik vaak de laatste hulplijn voor hun relatie.”
Bergen verzetten om te kunnen daten
Advertentie
Toch is liefde soms sterker dan rommel, en kan het iets voor altijd zijn. Patricia*, een gepensioneerde, woont samen met haar partner waarvan ze denkt dat hij het syndroom van Diogenes heeft, hoewel hij enig pathologisch gedrag ontkent. Ze hebben samen een zoon van 25. Toen ze hem voor het eerst leerde kennen, was het ondenkelijk voor haar dat “zijn rommel ook die van mij zou worden. Hij had een appartement met meerdere lagen rommel; hij stapelde alle nutteloze spullen die hij vond en kocht. Er waren oude staaltjes van panty’s, asbakken - hoewel hij niet rookt -, displays voor postkaarten… Hij kan zich er niet over zetten als een object achtergelaten wordt, dus verzamelt hij alles.” Sinds ze samen woonden, zag Patricia haar leefruimte verkleinen door de verzamelwoede van haar partner. Herhaaldelijke conflicten door zijn aandoening heeft een impact op hun dagelijkse leven, hun vakanties - wanneer hij erop staat dat ze met de auto reizen zodat hij bij alle Emmaus locaties (een sociale beweging met kringwinkels, nvdr.) onderweg kan stoppen - , en de mentale gezondheid van zijn naasten. “Telkens ik hem zie terugkomen van Emmaus, word ik angstig,” geeft Patricia toe. “Hij kan er niet mee om dat er een klein plekje leeg is, dus vult hij dat meteen op. Dat is heel moeilijk voor anderen want wij associëren die rommel met een gevoel van verstikking dat we dan op hem projecteren. Zijn aanwezigheid kan soms verstikkend zijn, dan nemen we een paar dagen afstand van elkaar. Altijd samenzijn, 24 op 7, 365 dagen van het jaar, dat zou onmogelijk zijn.”“Telkens ik hem zie terugkomen van Emmaus, word ik angstig,”
Advertentie