FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

Herinneringen aan Le Carillon: de beste kroeg van Parijs en doelwit van terroristen

Ik heb vaak buiten bij café Le Carillon gestaan, te vaak om te tellen. Rokend, pratend, en lachend. Vooral lachend.

Tot vrijdag had ik nooit een foto van Le Carillon gezien.

Maar ik heb er vaak buiten gestaan, te vaak om te tellen. Rokend, pratend, en lachend. Vooral lachend. Ik heb buiten op het volle terras gezeten, waarschijnlijk op elke stoel, kruk, bank, koffietafel en vensterbank. Ik heb zelfs op de wc-brillen gezeten, maar alleen wanneer ik te dronken was om boven de bril te hangen.

Ik ging voor het eerst naar Le Carillon om stomdronken te worden. Mijn vriendje was destijds naar Angola gegaan om te werken. Ik voelde me in de steek gelaten en was boos op mezelf omdat ik me in de steek gelaten voelde. Ondanks het feit dat ik een routebeschrijving kreeg over de telefoon, duurde het een tijdje voor ik het cafe vond. Ik dacht dat het Le Carry On heette, zoals de Britse komedies. Ik spelde het voor de taxichauffeur, en hij zei terecht dat het niet bestond. Misschien bedoelde ik Le Carillon?

Advertentie

Ik was verliefd op de tent vanaf het moment dat ik binnenliep, want ik kon in een rechte lijn doorlopen naar de bar om drank te bestellen. Dat is een wonder in het drukke tiende arrondissement op vrijdagavond. Het bier was een beetje waterig en het glas maar voor driekwart gevuld (zoals overal in Parijs). De wijn was goedkoop en de mojito's waren ongelofelijk inconsistent. Samen met een paar vrienden en collega's, die net zoveel en zo vaak zin hadden om dronken te worden als ik, werd het mijn stamkroeg.

Het was niet moeilijk om je thuis te voelen bij Le Carillon. Het cafe stond stampvol met allerlei meubels: houten en metalen stoelen, banken zonder springveren, tafels in verschillende hoogtes, kleuren en groottes. Er stond een piano in de hoek, er lag een onwijs grote stapel platen, en er hingen een paar scheve boekenplanken zonder boeken. Geen enkele muur had dezelfde kleur, als ze al geverfd waren. Een kleine kat sliep op de piano, of in een bepaalde leunstoel, als de bar bijna leeg was. De kat vond het niet chill om geaaid te worden. Soms sloop hij naar buiten en ging hij net ver genoeg bij de rokers vandaan zitten om op zijn gemak te zijn.

De eigenaars, twee Algerijnse broers en een familievriend, konden in éen nacht bot, charmant en nonchalant zijn. Ze gaven ons vaak shotjes karamelwodka, die mierzoet roken en smaakten naar terpentine. Als we lang genoeg bleven en genoeg complimentjes accepteerden, mochten we tot na sluitingstijd blijven. We kregen meer karamelwodka, huilden van het lachen, dansten op de bar, kotsten in de wc en gingen kruipend naar huis.

Advertentie

Een oudere Indiase man kwam elke avond rond hetzelfde tijdstip rozen verkopen. In tegenstelling tot bij de meeste kroegen, mocht hij hier zijn waren venten. Hij had zo'n vriendelijk gezicht. Het deed zeer om niets te kopen. We werden het zat om ze mee naar huis te nemen. We kochten er steeds toch een en gaven ze dan aan een nietsvermoedend koppel op straat. Ze moesten lachen of zoenden elkaar.

Le Carillon bleef niet lang rustig. Het werd een van de drukste kroegen van het blok. Het publiek werd jonger en hipper, of 'bobo' zoals de Fransen zeggen. De bekendste plek van de wijk, Le Cambodge, opende een mooi zusterrestaurant, Le Petit Cambodge, tegenover Le Carillon. De rij bij Le Carillon werd langer, maar we bleven komen.

Toen ik twee jaar terug Parijs verliet, had ik een afscheidsfeest bij Le Carillon. We aten eerst Vietnamese soep voor de grote ramen van Petit Cambodge. Daarna staken we de straat over naar Le Carillon. We zaten binnen, buiten, misschien op de wc. We dansten wat, maar niet op de bar. We werden van het terras geschopt omdat we te veel lawaai maakten. Na een smeekbede om karamelwodka – "Een laatste keer?" – gingen we zwalkend de nacht in.

De volgende keer dat ik Le Carillon zag, was afgelopen vrijdag op tv. Het was niets veranderd.

De krijtborden voor de ingang die een halve liter Amstel voor drie euro beloven en gratis WiFi. De verrotte zonneschermen, groen geworden door jaren schimmel. Maar in plaats van feestgangers, politie. Lichamen onder witte lakens.

Advertentie

Ik haastte me om contact te leggen met mijn vrienden in Parijs. Ik zuchtte van opluchting toen ik ook van de laatste vriend hoorde dat hij in orde was. Het was verschrikkelijk, gruwelijk, een tragedie, ja. Maar ook zo bizar. "Ze vielen de fucking Carillon aan? Le Petit Cambodge?"

Hadden we het berichtje van al-Baghdadi gemist dat vooral Cambodjaans eten en bruine kroegen het kwaad zelve zijn?

Ik probeer me voor te stellen hoe het gesprek ging tussen de militanten, toen ze doelwitten uitkozen. Samen met de concertzaal Bataclan en het restaurant Belle Equipe, allemaal in het linkse, multiculturele, agnostische noordoosten van de stad.

Er zijn zoveel vragen, maar net als bij alle zinloze geweldsdaden is er geen logica. Geen eurekamoment.

Ik heb geen antwoorden. Alleen het wrange besef dat mijn stamkroeg, waar ik elke vrijdag heen ging, opeens een historische plek is geworden. Le Carillon, de Bataclan, Le Petit Cambodge en La Belle Equipe zullen nu allemaal symbolen voor de tragedie worden. Dat is zo moeilijk te rijmen met wat het eerst was.

Le Carillon was mijn favoriete bar in Parijs. Het was de favoriete bar van zoveel mensen. Ik hoop dat het dat in de toekomst weer wordt.