FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Een interview met Tom Barman en CJ Bolland van Magnus

“Vergist u niet he, gast? Dit is wél een feestplaat.”

Foto: Sanne van der Ven

Het is altijd fijn als reputaties een beetje overeen komen met wat je verwacht. Als ik het kantoor van Carolina Records in Amsterdam binnenstap, staat Tom Barman druk gebarend en loeihard pratend bovenaan de trap. De interviewer, aan de andere kant van de kamer, kijkt er wat beduusd bij. Barman lacht ondertussen door en roept dan – ‘Ok, that’s it. Dank.’ En de reporter van dienst mag weer exit. Barmans kompaan CJ Bolland zit erbij en kijkt er naar.

Advertentie

Samen met technogigant Bolland vormt Barman, voorgoed afgod met dEUS in Vlaanderen, danceduo Magnus. Tien jaar geleden brachten ze al een album uit, toen min of meer tegelijk met Barmans speelfilm Anyway The Wind Blows. Die LP luisterde naar de naam The Body Gave You Everything en klinkt ook een decennium later nog steeds alsof hij na een weekend beestachtig feesten direct op band is geknald. Nog net op tijd voor de ergste kater aller tijden inslaat.

Terug naar 2014, het kantoortje in Amsterdam. We zijn hier omdat er een nieuwe Magnus is, Where Neon Goes To Die. Eerste single Singing Man, met kekke clip van Sander van de Pavert, deed al wat stof opwaaien en nu is er het hele album, tjokvol gastoptredens van bekende en iets minder bekende muzikanten. Onder hen Tom Smith van Editors en een heel pak Vlaamse artiesten. Ook nieuw is dat de groep nu echt een groep is – ze gaat op tour en bestaat voortaan uit een vijftal.

Barman verontschuldigt zich ondertussen naar mij en Bolland en rent naar een toilet. ‘Beginnen jullie maar vast’. Oké dan.

Noisey: CJ, dat gebeurt volgens mij niet vaak, dat jij solo voor Magnus met de pers praat.
CJ Bolland: Ach, meestal komen ze voor Tommie he? En gaat het alleen maar over dEUS of over speelfilms. Ik ben het gewend.

Wees gerust, ik kom niets over dEUS vragen. Wel wil ik van je weten wanneer jullie het zagen zitten om nog een Magnus-plaat te maken.
CJ: Goh, dat zal een jaar of vijf geleden zijn. We hadden vier tracks, zomaar, en toen konden we niet meer terug. Kijk, toen wij de eerste plaat maakten had ik nog nooit met Tommie samengewerkt. Ik kende hem wel een beetje, maar onze vriendschap moest nog ontstaan. Hij nam toen ook erg de leiding, ik vind dat je dat aan die plaat afhoort. Het is een goede plaat, maar toen we een paar jaar geleden nog eens wat songs maakten was er wel iets veranderd. Ik nam meer het voortouw, gaf de aanzetten. Dat zijn we blijven doen.

Advertentie

Barman keert onderwijl met veel bombarie terug. Terwijl hij doodleuk een sigaret aansteekt tuimelt hij zelfs bijna uit een openstaand raam. Een ‘Chet Bakertje’ in vakjargon. Gelukkig is daar de interviewer om hem een hand te reiken.

Tom Barman: Ah, thanks man. Ach. Ja. Nou ja, shoot.

Ik was al even bezig met CJ. Hij vertelde dat hij dit keer achter het stuur zat, jij veel minder.
Tom: Ah, zit dat zo? Nu ja, het is waar. Ik heb deze maal veel meer ingespeeld op de soundbites van CJ. Dat werkte perfect. Het heeft ook geleid tot het vormen van de podiumband. CJ is ook daar meer aanwezig. Op zijn 43e zit hij dan eindelijk in een groepje (lacht smakelijk).

Als ik het verschil zou moeten aanduiden tussen deze en de vorige plaat, dan vind ik deze veel gewichtiger, zwaarder.

Tom, op zijn hoede: Ah, hoe bedoelt u dat, gast? Saaier? Ouder?

Nee, ik bedoel meer dat het feestje nu niet per se plaats hoeft te vinden in een club. Maar dat ik er ook bij mag nadenken, ik mag het ook alleen beleven.
Tom: Ah, voilà. Daar heeft u gelijk in. Maar vergist u niet he, gast? Dit is wel een feestplaat. Tegelijk heb ik veel meer in de teksten en de zanglijnen gestopt. Zoals we op de eerste plaat zingen over wat voor uw neus langsloopt, heel direct inspelen op iets – dat is voorbij. We zijn nu ook veertigers he? Ik ga niet meer zingen over blauwtjes lopen, zoals in Jumneedle op de vorige plaat.
CJ: Daarnaast woont u samen tegenwoordig he? Ik ook, trouwens. Zie ons zitten (lacht).

Advertentie

Tom, kun jij je nog herinneren waarom je überhaupt met Magnus bent gestart?
Tom: Ik dj’de rond 2003 al vrij veel en leerde toen CJ kennen. dEUS lag wat op zijn gat, ik ging een film doen. Ik wilde de opwinding van de dansvloer ook zelf in muziek gieten. Wat overigens niet direct werd geapprecieerd. In dat opzicht worden we nu veel serieuzer genomen – we mogen zelfs buiten de deur lunchen zo dadelijk.

De promofoto die overal opduikt van deze plaat toont Tom als speelvogel en CJ als strong, silent type achter de computer. Een cliché. Vertel me eens iets dat dat beeld onderuit haalt.
CJ: Nou, allereerst zitten we zelden samen in een ruimte terwijl we opnemen. Ik verzorg de engineering, Tom loopt rond, praat met de muzikanten, improviseert.
Tom: Ik kom vaak met een impuls. Dan moet er een opeens een cello in een nummer. Maar dat het er vervolgens bijzonder en fantastisch opstaat, dat is hij daar he? Hij doet er iets mee, magie. Dat kan ik helemaal niet. Het is oneerlijk dat het creatieve beeld van Magnus vaak op mij focust. Ik ben slechts de frontman, haha.

Over de zang: er staan behoorlijk wat gastzangers en –zangeressen op de plaat. Schrijf jij wel die teksten. Of laat je dat aan hen?
Tom: Die schrijf ik wel. En meestal gaat het niet eens over daadwerkelijke teksten. Dan wil ik een stukje falsetto wat ik zelf niet beheers en dan bedenken we wie dat kan. En wil, vooral dat. Zo komen we bij de gasten uit. Singing Man is een ode aan zangers en dus wilde ik een gewichtige, larger than life-stem. Die heb ik niet, dus heb ik Tom Smith, van Editors benaderd. Die kan dat.

Advertentie

Dave Gahan van Depeche Mode was niet beschikbaar? Want dat hoort iedereen erin.
Tom: Ha, ja die horen wij ook steeds. Terwijl het voor ons vooral Belgische electro was die muzikaal de inspiratie vormde. En hiphop, ook een onderschatte invloed.

Dat hoor ik er minder aan af, maar de plaattitel vind ik wel heel erg hiphop.
Tom: Voilà. Ik wil er niet teveel mee zeggen, maar het moest wel definitief en toch mysterieus zijn.

De medewerker van de platenfirma komt seinen dat het gesprek wel over is.

Dank jullie wel, ik kan me voorstellen dat zo’n persdag een crime is.
CJ: Alleen de eerste was een hel, vanmorgen. Maar het was ook vroeg ’s ochtends.
Tom: Vroeg? CJ, komaan! Het was elf uur he?
CJ: Ik was net wakker.

Gelukkig – toch nog wat nachtdiergevoel. Ik begon me al zorgen te maken.
Tom: Ach, spelen blijft gewoon geweldig. Daarom trekken we er op uit. Naar de mensen toe.

Barman steekt zijn hand uit, het gesprek is over. Terwijl we naar buiten lopen haalt hij nog wat herinneringen op aan de tropendagen van dEUS – ‘Ah man, wat ze me toen hebben aangedaan gast. Vooral in Italie, 13, 14 gesprekken per dag! Ze noemden me daar La Machina.’ Barman gaat nog even verder, nu in idioot Super Mario-accent:’Tom! Tom! Thies ies Giovanni from Wiredee Soundeee. Do you want macaroni or lasangna?’Zo loopt de frontman, eeuwig jong met zonnebril, het Leidseplein op. CJ Bolland met zijn hoofd schuddend achter hem aan. Een prima stel, die twee. Luister hieronder naar het album, en volg Vincent Cardinaal op Twitter.