FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

De jongens van SWMRS groeiden van post-punktieners naar volwassen surfpunkers

We spraken met de zanger en gitarist Cole Becker over de weg naar volwassenheid via het nieuwe album ‘Drive North’.

Beeld: Alice Baxley

Terwijl jij op de lagere school met je vrienden Pokémon-kaarten aan het ruilen was, leerden zanger en gitarist Cole Becker en drummer Joey Armstrong fuckinghard muziek maken. Joey is de zoon van Billie Joe Armstrong, dus je begrijpt dat deze band vanaf het begin al doordrongen was van punkrock. Want laten we eerlijk wezen: het enige wat je nodig hebt om zomaar opeens een indrukwekkende punkrockband te kunnen beginnen, zijn hele goede genen en de film School of Rock uit 2003.

Advertentie

“Het was cool om jonge kids van onze leeftijd muziek te zien maken – als we die film toen niet gezien hadden, zouden we waarschijnlijk nog steeds covers spelen. Dat zou behoorlijk kut zijn,” zegt Becker via de telefoon. Hij is met zijn nieuwe band SWMRS (uitspreken als Swimmers) op tour, met The Frights als supportband, en als ik hem spreek zijn ze op weg naar New Orleans. Ik hoor aan zijn stem – zowel door de telefoon als op de nieuwe plaat Drive North – dat hij volwassen is geworden.

Nog maar een paar jaar geleden kende de wereld de jongens als Emily’s Army, het garagepoppunkbandje dat doordrenkt was van adrenaline, en ooit was begonnen om geld in te zamelen voor taaislijmziekte. De energieke skatepunkmentaliteit werd voor het eerst erkend op hun debuutalbum uit 2011, Don’t Be A Dick. Dat werd geproduceerd door de frontman van Green Day en gereleased door Rise Records, dus natuurlijk veroorzaakten ze gelijk ophef in de poppunkwereld. In 2013 kwam daar de plaat Lost At Seventeen bij, waarop hun jeugdige enthousiasme het best tot zijn recht kwam. Op beide platen is te horen dat ze een perfect oor hebben voor geweldige punkstructuren, en dat ze precies weten hoe ze hun kwaaie tienerbloed om moeten zetten in muziek.

Maar niemand blijft voor altijd jong. De band ging steeds meer richting surfpunk en ze wisten dat dat niet langer paste bij Emily’s Army. Ze vonden nieuwe inspiratie onder de nieuwe naam SWMRS, en besloten te vertrekken bij Rise Records en hun debuutalbum zelf uit te brengen. Dus daar zijn we nu: Drive North kwam eerder deze maand uit. Deze parel van twaalf nummers staat symbool voor hoever de jongens ondertussen gekomen zijn – het is een soort symbiose tussen de songwriting-ervaring tijdens Emily’s Army, en de nieuwe liefde voor surfpunk. Dit is een heel andere band en dat is meteen duidelijk vanaf de opener Harry Dean. Een plagende gitaarriff gaat speels heen en weer, wordt steeds intenser en ontploft dan in een vlammenzee van gruis en distortion. Op dat moment maakt ook Becker zijn entree. De band heeft een perfecte formule gevonden om riffs waar liters acid overheen zijn gegoten te combineren met catchy refreintjes waar elke punker, van de oude garde tot de jonkies, verliefd op kan worden.

Advertentie

De band speelt woensdag 18 mei (morgen dus) in Utrecht op de eerste editie van showcasefestival DICE. We spraken met Becker over de overgang naar een nieuw geluid, en vroegen hoe het is om volwassen te worden.

Noisey: Waarom hebben jullie je naam veranderd naar SWMRS?
Cole Becker: Met Emily’s Army bleven we maar in het hokje ‘poppunk’ gepropt worden. Daar is op zich niets mis mee, het is een coole wereld om deel van uit te maken, maar we hadden het gevoel dat we aan het groeien waren als artiesten en schrijvers en we wilden niet aan wat voor standaard dan ook gehouden worden. Origineel was jullie naam Swimmers, maar toen hebben jullie dat veranderd in SWMRS, voornamelijk omdat je anders op Google niet de juiste resultaten kreeg.
Klopt, we kwamen alleen maar uit bij Michael Phelps en spermacellen (lacht). Jullie maken al muziek sinds 2004, maar voor veel mensen is SWMRS nieuw.
We hadden al een geheime band die Swimmers heette, waarmee we ook een paar geheime optredens hadden rond het Reading and Leeds Festival. Toen we weer thuis waren dachten we: wow, dat was echt de shit en we zijn nu toch al deze nieuwe nummers aan het schrijven, dus waarom gebruiken we die naam niet gewoon en maken we dat tot onze nieuwe band? Voelde het alsof je vanaf nul moest beginnen?
Dat was ook wel een beetje de bedoeling. Emily’s Army was een tienerband, SWMRS is juist van en voor volwassenen. Niet veel mensen kunnen zeggen: ‘Ik zit in een band en de frontman van Green Day werkte met ons samen.’
Inderdaad (lacht). Billie produceerde jullie albums in het verleden – waarom wilde je met een nieuwe producer werken voor Drive North?
Dat hangt een beetje samen met volwassen worden. Toen met Emily’s Army produceerde Billie onze albums en dat gaf ons het gevoel dat we het niet helemaal op onze eigen manier konden doen. We wilden echt ons eigen geluid creëren, en ook dat mensen ons opnieuw zouden ontdekken. Zac (Carper, gitaar/vocals voor FIDLAR) vinden we helemaal geweldig – het hele plaatje klopte gewoon.

Advertentie

Hoe was het om met Zac Carper te werken?
We zijn superblij met het resultaat, maar tegelijkertijd kostte het ons wel wat. Hij mishandelde ons een soort van geestelijk in de studio – hij deed het licht uit en schreeuwde allemaal vuile taal naar ons. En hij had een pot waar we geld in moesten doen als we aan het vloeken waren, wat vreemd is, want het is duidelijk dat we vloeken op de plaat, maar zelfs wanneer we daarvoor teksten aan het opnemen waren, liet hij ons geld in die pot stoppen. Hij pakte dat geld er gewoon uit en kocht er niet eens iets leuks mee voor ons. Hoeveel van jullie geld is erin beland?
Waarschijnlijk iets van vijftien dollar. Wat heeft hij bijgedragen aan Drive North?
We hadden allemaal ideeën over hiphop in onze muziek. Hij kon ons helpen met de diepe bastonen van de subs en de rare elektronische shit die we echt graag wilden hebben. Hij schrijft echt goede nummers en herkent er een zodra hij het hoort. Hij is verantwoordelijk voor veel van de sound van het album, die bestaat uit diepe lage tonen maar ook uit scheurende gitaren. Dus je bent een hiphopfan?
Ja, groot fan. Welke artiesten vind je tof?
Mac Dre, E-40, Del The Funky Homosapien en Souls Of Mischief, dat was hoe ik hiphop leerde kennen. Nu luister ik veel Freddie Gibbs en Joey Badass – ik hou van die dude. Zie je samenwerkingen tussen SWMRS en hiphopartiesten in de toekomst?
Ja zeker. Hiphop en punk gaan hand in hand als je het hebt over ideologie en visie. Je nummer Miley, is dat geïnspireerd op een artikel dat je over Miley Cyrus schreef voor je het krantje van je universiteit?
Ik moest schrijven over haar inzending voor het New York City Porno en Film Festival. Ze had een superobscure video gemaakt, niet echt porno, maar een film geïnspireerd op Quentin Jones, een hele toffe gast. We hebben allemaal veel respect voor haar – ze is een popster, maar doet wat ze wil. Dat maakt haar heel menselijk. Heb je er ooit aan gedacht om samen te werken met haar voor een SWMRS-nummer?
Ja, ik denk dat dat geweldig zou zijn. Sowieso ben ik dol op muziek maken met mensen die ik artistiek interessant vind – wij allemaal denk ik.

Hoever willen jullie komen met SWMRS?
Het hoofddoel is altijd om het leven van mensen een beetje minder kut te maken, en lol te trappen terwijl we dat doen. Dat is waarom we muziek maken – we delen deze gemeenschap en het is een veilige plek voor mensen om zich te kunnen uiten. Nog even dit: speelde je nou al gitaar voor je School Of Rock had gezien als kind?
Nee. Die film is waarom ik ben begonnen met gitaarspelen. Joey had een gitaar, ik zette mijn vingers op en paar snaren en begon erbij te zingen. Het zou cool zijn als je daar een opname van had.
Die hebben we wel ergens denk ik. Ik zal ‘m eens opzoeken en naar Noisey sturen.

Je kunt Drive North hier vinden, en als je de jongemannen aan het werk wil zien kan dat morgen op DICE N° 1 in TivoliVredenburg.