dieren

Horrorverhalen over ongedierte en hoe mensen ervan afkwamen

“Ik schudde het koffiezetapparaat op en neer en er vielen zo’n dertig kakkerlakken op de grond – dood en levend, groot en klein.”
Alessandro Pilo
Budapest, HU
Juta
illustraties door Juta
Een rat, een kakkerlak en nog wat ranzige beesten.
ILLUSTRATIE: JUTA

Buiten op straat kan er nog zoveel ongedierte rondlopen, thuis ben je gelukkig altijd veilig. Tenminste, dat hoop je dan maar. Want als je woning toch iets meer gaten en kieren blijkt te hebben dan je dacht, en je overal maar voedselresten blijft laten slingeren, moet je niet raar opkijken als er ineens kakkerlakken, muizen, bedwantsen of vlooien opduiken. En mocht je denken dat die alleen maar op smerige en slecht onderhouden huizen afkomen: nee, ze zijn wel van meer markten thuis.

Advertentie

Zodra je dit soort ongedierte in huis hebt, kom je er moeilijk van af. Het kan best lastig zijn om daarmee om te gaan, zeker als je je geen professionele hulp kunt veroorloven. Ik sprak wat mensen die zelf dit soort ongenodigd gezelschap over – of onder – de vloer kregen en vroeg ze hoe ze dit probleem wisten op te lossen.

Een aanval van bedwantsen

“In 2018 woonde ik in Barcelona, in de buurt Raval in het oude centrum. Het was daar volledig bezaaid met kakkerlakken en bedwantsen. Op een dag kwamen mijn huisgenoten en ik erachter dat we beten op onze lichamen hadden, die opzwollen tot rode, jeukende bultjes. Eerst dacht ik dat het muggenbulten waren, maar er zaten ook bloedvlekken op onze lakens.

Het duurde even voordat we doorhadden dat het bedwantsen waren. We besloten onze matrassen, bedden en een hoop kleren weg te gooien. Daarna werd een van ons midden in de nacht gebeten – dat was de eerste keer dat we die weerzinwekkende beestjes zagen lopen. We vonden het een heel fijn huis, maar zagen geen andere optie dan te vertrekken.

Het had ook psychologische impact. We voelden ons niet meer veilig in ons eigen huis. Ik ging bezorgd naar bed en overdag kon ik alleen maar denken aan wat er ’s nachts ging gebeuren. Ik heb nog altijd een enorme hekel aan insecten.” - Giampiero*

Kakkerlakken in de koffie

“Op een dag was ik thuis koffie aan het zetten en zag ik aan de onderkant van mijn koffiezetapparaat wat bewegen. Toen was het weer weg. Ik schonk er verder weinig aandacht aan, maar de volgende dag gebeurde het weer – en dit keer bewoog het een stuk sneller.

Een week later was de situatie volledig uit de klauwen gelopen en zat de hele keuken onder de kakkerlakken. Ik was totaal in paniek, maakte alles meerdere keren heel grondig schoon en spoot overal insecticide rond. Alle kakkerlakken die ik vond gingen eraan, ik vulde ieder spleetje in het huis en veroordeelde mijn koffiezetapparaat tot een quarantaine in een afgesloten zak op het balkon.

Advertentie

“Ik vulde ieder spleetje in het huis en veroordeelde het apparaat tot een quarantaine in een afgesloten zak op het balkon”

Het hielp voor geen meter. De kakkerlakken bleven schaamteloos door mijn keuken kruipen, zelfs overdag. Toen ik er ook nog eentje op het plafond in mijn slaapkamer zag, kreeg ik bijna een inzinking. Ik speurde wat fora af over ongediertebestrijding en stuitte op een soort gel die ik bij de apotheek kon halen. Best duur, maar het bleek het geld meer dan waard.

Toen ik de gel had geprobeerd, leek het probleem verholpen. Ik durfde het koffiezetapparaat weer van stal te halen. Eerst maakte ik hem goed schoon. Toen ik ’m openmaakte zag ik een paar dode kakkerlakken, en daarna zag ik dat een paar van hen nog leefden. Ik schrok me de pleuris, schudde het ding op en neer en er vielen zo’n dertig stuks op de grond – dood en levend, groot en klein.

Ik zal nooit meer op dezelfde manier naar het koffiezetapparaat kijken. Is die van jou wel goed schoon, trouwens?” - Leonardo

Muizen tussen je kleren

“Ik was net met mijn ex naar het oude centrum van Porto verhuisd. In de winter hoorde ik in het donker iets bewegen. De volgende dag vonden we gescheurde voedselverpakkingen in de voorraadkast en uitwerpselen in de bestekla. Het was heel goor. We moesten bijna al ons eten weggooien.

Een paar uur later vond mijn vriendin een muis onder een trui. Vanaf dat moment vonden we het zelfs eng om een la te openen. Onze huisbaas stuurde een man die alle spleten in ons huis opvulde, maar het was blijkbaar al te laat: ze waren al binnen. Elke ochtend vonden we zo’n vijftig stukjes poep en de hele woning stonk enorm naar ammoniak.

Advertentie

De muizen waren niet alleen in ons huis – ze zaten ook in ons hoofd. Het idee dat er kleine diertjes zijn die het juiste moment afwachten om door je spullen te snuffelen maakt je paranoïde. Je ziet ze overal. Je hoort ze ’s nachts onder je bed. Een goede nachtrust is haast onmogelijk, en dat wordt na een tijdje een grote kwelling.

Je kunt dit probleem onmogelijk op een diervriendelijke manier oplossen. Als je ze vangt en loslaat in de natuur, komen ze gewoon weer terug – dat had ik tenminste online gelezen. Volgens dierenrechtenorganisaties sterven ze buiten bovendien aan honger of dorst, of worden ze opgegeten door roofdieren.

Muizenvallen vond ik aan de andere kant nogal middeleeuws. Met plakstrips sterven ze zo’n langzame en pijnlijke dood dat ze vaak proberen om hun eigen ledematen eraf te bijten, om zichzelf te bevrijden. Gif veroorzaakt interne bloedingen. Maar goed, na een tijdje schoof ik al mijn ethische bezwaren makkelijk opzij.

We hebben zo’n beetje alles wel geprobeerd. Onze vallen bleven onaangeroerd. We hebben maanden heel voorzichtig geleefd – tot het punt dat we elke keer dat we even een raampje wilden openzetten voor wat frisse lucht, we erbij bleven staan om te kijken of er niets binnenkwam. En toen, op een dag, verdwenen de muizen ineens net zo snel als ze waren gekomen.” - Alessandro

Een vlooienplaag van Bijbelse proporties

“Er logeerde een keer een vriendin bij me. Ze had ook haar hond bij zich. Ik zei dat ze best in het bed van mijn huisgenoot konden slapen, die op dat moment toch weg was. Ik dacht dat ze het niet door zou hebben.

Een week later kwam mijn huisgenoot terug. Midden in de nacht werd ze wakker met rode vlekjes op haar polsen en enkels. Nadat ze online had opgezocht wat het zou kunnen zijn, dacht ze dat het vlooienbeten waren. Eerst ontkende ik alles, maar de waarheid kwam uiteindelijk toch aan het licht.

Advertentie

Op dat moment zat het huis al onder de vlooien. Die beesten leggen zo’n vijftien eitjes per dag en ze kunnen zich makkelijk verspreiden naar het tapijt, meubels en kleren.

We belden een ongediertebestrijder, wat ons met korting alsnog 150 euro kostte. Hij zei dat we een week het huis uit moesten en spoot overal pesticide. Toen we terug waren, was alles plakkerig en bedekt met vergif. We waren doodop, maar blij dat het probleem zo snel was verholpen.

Althans, dat dachten we. Twee weken later waren ze namelijk gewoon weer terug. We hadden al onze kleren al gewassen en sommige weggegooid, maar dit keer gooiden we alles dat “niet-essentieel” was in de vuilnisbak, om zoveel mogelijk verstopplekjes te elimineren. We deden de rest in vuilniszakken en wikkelden onze meubels in folie. Toen we rond middernacht klaar waren, waren we blijkbaar zo vermoeid geweest dat onze sleutels per ongeluk in de prullenbak waren beland.

We kochten een krachtige chemische stof die we online bij een apotheek hadden besteld en maakten het huis van top tot teen schoon. We spoten overal insecticide en hielden de ramen gesloten. Twee of drie dagen later deden we het weer opnieuw.

Uiteindelijk werkte onze schoonmaakmethode, al hield mijn huisgenoot er hoestbuien aan over. Ik heb er veel van geleerd.”—Alessandra*

*Namen zijn veranderd.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE Italië.

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.