Een foto van de PlayStation 5
Foto via Sony 
gamen

De PlayStation 5 is een evolutie maar nog geen revolutie

De nieuwe console van Sony is experimenteler dan de nieuwe Xbox, maar belangrijker nog: hij heeft betere games.

Het is alweer zeven jaar geleden dat de PlayStation 4 en Xbox One op de markt kwamen. Tijd werkt mysterieus en verwachtingen kunnen nogal extreme vormen aannemen naarmate de tijd verstrijkt. Om interesse te wekken en aan de nodige hype te voldoen moeten consolefabrikanten zich gedragen alsof hun nieuwe apparaat het begin is van een belangrijke revolutie, zodat ze honderden euro’s van mensen kunnen lospeuteren.

Advertentie

De nieuwe PlayStation is misschien niet revolutionair, maar het apparaat heeft ten opzichte van zijn voorganger wel een uiterst bevredigende evolutionaire stap gezet.

Ik heb de laatste paar weken thuis met een PS5 doorgebracht, en mijn eerlijke eindoordeel is dat de meeste mensen waarschijnlijk zouden moeten wachten om ‘m te kopen. Er zijn nog niet veel games en de meeste daarvan zijn ook op de PS4 te spelen. Daarnaast raast de pandemie voort en ligt de economie op z’n gat. Het is waarschijnlijk niet het allerslechtste idee om 500 euro opzij te zetten voor als je het iets krapper hebt. Op het moment van schrijven heb ik nog geen games als Demon’s Souls gespeeld en staan belangrijke onderdelen van de interface nog onder embargo. Ik mag van Sony bijvoorbeeld niet schrijven over de winkel. En de onderdelen waar ik het wel over mag hebben, voelen eerlijk gezegd alsof ze nog niet helemaal af zijn.

MSM_MilesMorales_PS5_Whoops.png

De games die ik daarentegen wel heb gespeeld? Vrij goed! Miles Morales is erg leuk en ziet er prachtig uit – al is het wel een beetje meer van hetzelfde. Astro’s Playroom maakt waanzinnig gebruik van wat de nieuwe DualSense-controller allemaal kan en is daarnaast een gewoon een solide game. Bugsnax is een aangename en vreemde verrassing. De games stellen in een opzicht wel teleur: los van het controller-experiment in Astro’s Playroom voelt geen enkele game écht next-gen aan – wat waarschijnlijk komt doordat onze definitie van next-gen enorm aan het verschuiven is.

Advertentie

Vroeger was ik uren kwijt aan het lezen van Electronic Gaming Monthly en droomde ik over de toekomst van games. Het was een tijdperk waarin nieuwe consoles een echte verandering teweegbrachten. De technologie ging met gigantische sprongen vooruit: we zagen 2D-blokken veranderen in daadwerkelijk gedefinieerde werelden, werden met de komst van 3D geïntroduceerd tot een nieuwe dimensie en konden die tot in detail ontdekken met de komst van high-definition.

Een paar van mijn dierbaarste herinneringen komen uit mijn jeugd: ik stond op koude winterdagen voor de winkel te wachten en hoopte dat ik op tijd was om een nieuwe console te kopen. Het lange wachten was ongelooflijk oncomfortabel, een werknemer gaf je een nummertje op basis van hoeveel consoles de winkel op voorraad had en je hart brak als de arme ziel na jou te horen kreeg dat ze uitverkocht waren. Zelfs voordat ik oud genoeg was om ’s nachts voor de winkel te kamperen, overtuigde ik mijn broertje ervan om allebei hetzelfde kerstcadeau te vragen, zodat mijn ouders een nieuwe console voor ons konden kopen. De laatste keer dat dat gebeurde was met de eerste PlayStation, en nadat mijn broertje zich realiseerde dat wij met z’n tweeën die avond maar één cadeau zouden openmaken, zakte hij ineen in zijn stoel en kijk hij moedeloos toe hoe onze neefjes en nichtjes tientallen verpakkingen openscheurden.

Elke keer voelde het alsof de toekomst was aangebroken. De laatste keer dat zo’n “whoa!”-gevoel had, speelde ik Wii Sports voor de eerste keer. Ik realiseerde me toen dat de mogelijkheden eindeloos waren.

Advertentie

Maar de verschillende generaties zijn niet meer wat ze vroeger waren. Ja, er zijn elke keer weer verbeteringen, maar die richten zich steeds vaker op gebruiksvriendelijkheid en andere dingen in de marge. Ze voelen steeds meer als iets wat je uiteindelijk toch wel zou krijgen – of wanneer de onvermijdelijke prijsverlaging zich voordoet.

Sony heeft over de PS5 gezegd dat al die kleine veranderingen – voor zowel de ontwikkelaars als de gamers – bij elkaar opgeteld zullen veranderen hoe games worden gemaakt. Het is op dit moment nog te vroeg om daar iets zinnigs over te zeggen.

De gehypete harde schijf van de PS5 is echt heel snel. De laadtijden bestaan nog wel, maar zijn veel korter. 3D-audio is in theorie een heerlijk idee, maar ik kan je echt niet zeggen hoeveel beter het nou echt klinkt. 4K-resoluties, waarvan ik lang heb gedacht dat ze eigenlijk niet goed op te merken zijn, zijn bij de PS5 juist makkelijk op te merken, wat een heerlijke upgrade is. De DualSense-controller biedt veel experimentele mogelijkheden en ligt – in tegenstelling tot de DualShock 4, een controller die ik altijd heb geminacht – heerlijk in de hand.

Screen 1.png

Ik moet het even over 4K hebben. Ik ben altijd sceptisch geweest over de technische elementen van games waar anderen geobsedeerd door zijn, zoals de framerate. Natuurlijk vind ik een snellere framerate beter dan een langzame, maar ik ben ook bereid om gewoon een beetje door te ploeteren met wat anderen onacceptabel of frustrerend zouden vinden. Het maakt me echt niet zoveel uit. Misschien ligt het er wel aan dat ik vroeger als console-gamer lang jaloers en boos ben geweest op pc-gamers, die gewoon een nieuwe videokaart konden kopen of wat met de opties konden rommelen om een game beter te laten lopen.

Advertentie

Tegelijkertijd maakte ik me ook zorgen over 4K. Ik was bang dat ik de toverspreuk zou doorbreken als ik ook een 4K-tv in huis zou halen en ik me ineens zou gaan ergeren aan tv’s die geen 4K-resolutie hebben. Maar ik besloot uiteindelijk om het roer toch om te gooien en voor deze nieuwe generatie consoles een 4K-scherm aan te schaffen.

Zodoende was mijn eerste ervaring met de PS5 ook mijn eerste ervaring met 4K.

Om eerlijk te zijn merkte ik er in het begin niet veel van, omdat de games er prachtig en nieuw uitzagen – zoals je verwacht dat ze eruitzien als je ze op dure nieuwe game-apparatuur speelt. 4K raakt je niet op dezelfde manier als de overgang van SD naar HD ooit deed. Maar op een gegeven was ik Astro’s Playroom aan het opnemen en toen ik goed naar het scherm keek, dacht ik: huh, ziet alles er nou wazig uit? Het bleek dat de opnamefunctie de tv dwong tot een output van 1080p, waarna ik me realiseerde: ah, kut, ik kan het verschil tussen 1080p en 4K zien. En ineens maakte het me uit. Mijn onwetendheid was met de waarheid geconfronteerd – de kristalheldere high-res-waarheid.

Het verschil in beeldkwaliteit werd ook ontzettend duidelijk toen ik wat PS4-games op de PS5 ging spelen.

God of War heeft, net zoals veel games tegenwoordig, een performance-modus. Daarin wordt de resolutie teruggebracht ten gunste van de framerate, maar dat ziet er verschrikkelijk uit op mijn 4K-tv: ik kan het het beste omschrijven als pixelachtig. De andere modus, die wel op 4K draait, heeft daarentegen juist een verschrikkelijke framerate. Ik moet dus kiezen tussen twee lelijke opties. Toen ik mijn PS5 op een 1080p-tv aansloot, zag God of War er goed uit, maar het overgrote deel van de tijd zal de PS5 op mijn nieuwe tv aangesloten zijn, dus het is echt een probleem.

Advertentie

Het was gelukkig wel minder problematische bij Days Gone, een game die ik niet zo cool vond toen ik ‘m voor het eerst speelde. Maar ontwikkelaar Sony Bend heeft er duidelijk veel werk in gestoken om deze game uitstekend te laten draaien op de PS5. Ik ben niet Digital Foundry, dus ik kan niet zeggen wat er onder de motorkap allemaal gebeurt, maar ik kan met overtuiging zeggen dat de game er fantastisch uitziet – alsof-ie voor de PS5 is gemaakt.

Ik hoefde geen keuze te maken tussen prestatie en resolutie, en ik raakte er helemaal verslaafd aan. Ik wilde dat de andere spellen er ook zo goed uitzagen op de PS5. Maar het werkt met een PS5 niet hetzelfde als met een pc, waar je gewoon een nieuwe videokaart in kan stoppen en je oude games er opeens extreem veel beter uitzien. Bloodborne draait bijvoorbeeld niet opeens op 60 FPS. Ik weet wel dat een PS5 niet zo werkt, maar ik vind het verbijsterend dat sommige games wel een eersteklasbehandeling krijgen en andere niet.

Ik denk niet dat 4K een dealbreaker is. Je kunt erg goed met deze nieuwe console op een oudere tv gamen. De snelle harde schijf werkt nog steeds snel, de controller is nog steeds vet en ook op een oude 1080p-tv zijn PS5-games gewoon uitzonderlijk mooi.

Maar het is wel waar dat de betovering verbroken is en ik nu mijn andere tv’s wil vervangen door 4K-tv’s.

Het beste aan de PS5 zijn de games, want van de gebruikersinterface krijg je echt koppijn. Opeens snap ik waarom Sony zo lang heeft gewacht om te onthullen hoe het is om door alle menu’s van de PS5 te navigeren, want het is een omslachtig en complex proces. Ik vermoed dat het bedrijf het komende jaar veel onderdelen van de gebruikersinterface zal verwijderen of versimpelen.

Advertentie

Er is een klein detail dat denk ik perfect samenvat wat ik bedoel.

Een van de meest basale dingen die je met een console doet is ‘m aan- en uitzetten, en een van de heerlijke – en onderschatte – functies van de vorige generaties consoles was dat je een knopje op je controller kon indrukken om de machine tot leven te laten komen. Die optie bestaat nog steeds op de PS5. Maar het is vreemd genoeg veel moeilijker om het apparaat uit te zetten. Zowel op de Xbox One als op de PS4 hield je de centrale knop op de controller ingedrukt, waarna je de optie kreeg om je console uit te zetten.

Die simpele interactie bestaat nog steeds op de nieuwe Xbox, maar niet meer op de PS5. Als je op de PS5 op de PlayStation-knop drukt, krijg je de nieuwe activiteitenbalk te zien – een plek waar je je trofeeën kunt zien en hints kunt opzoeken. Daaronder bevindt zich een kleiner balkje met een paar makkelijk toegankelijke opties, zoals het wisselen tussen games, je notificaties, je vriendenlijst, etc. Het is tof! Maar dat is ook de plek waar je je PS5 uitzet – en zelfs de enige manier om ‘m uit te zetten. Als je de PlayStation-knop ingedrukt houdt, word je teruggeleid naar het startscherm van de console, waar je je media-apps en de instellingen kunt bekijken.

Kortom: elke keer als je de PS5 wilt uitzetten, moet je een knopje indrukken, naar beneden scrollen en opzij scrollen. Het klinkt nogal mierenneukerig, maar het is een moeilijkheidje dat er eerder niet was. En het is irritant.

Advertentie

Het bovenstaande voorbeeld is kenmerkend voor de PS5-interface als geheel. Op het eerste gezicht lijkt er niet veel veranderd en ziet alles er opmerkelijk vertrouwd uit, maar het zijn juist de goedbedoelde veranderingen die voor problemen zorgen.

Het nieuwe hintsysteem is bijvoorbeeld erg nuttig als je op zoek bent naar bepaalde collectibles in Astro’s Playroom, maar het was lastiger dan nodig is om erachter te komen hoe ik de hintvideo aan de zijkant van het scherm kon krijgen en tegelijkertijd door kon spelen. Ook was het lastig om ‘m weer weg te krijgen toen ik eenmaal de collectible had gevonden. Het is gewoon niet altijd duidelijk welke knop wat doet in de onderling verbonden lagen van de PS5-interface.

Ik heb me ook geërgerd aan andere kleine dingen. Je kunt de patchgeschiedenis van een game niet meer bekijken. Nou, dat is niet helemaal waar: je kunt de patchgeschiedenis van een PS4-game nog wel bekijken, maar die van een PS5-game niet meer. Ook kun je per ongeluk de PS4-versie downloaden van een game die op beide consoles beschikbaar is, omdat de PS5 het om de een of andere reden toestaat dat je de PS4-versie downloadt. In tegenstelling tot de Xbox behandelt de PlayStation de twee gameversies als afzonderlijke entiteiten en niet als dezelfde game.

Het wordt nog raarder. Toen ik Bugsnax speelde, stelde de interface geregeld voor of ik de PS4-versie van de game wilde downloaden, terwijl ik de PS5 versie aan het spelen was – op mijn PS5. Om dat op te lossen moest ik op zoek naar een ongeïdentificeerd menuutje, waar ik de game kon dwingen om de PS5-versie weer te geven.

Advertentie

Het voelt een beetje alsof de interface niet voldoende getest is op echte gebruikerservaringen.

Toch heeft de interface ook een heleboel leuke dingetjes. Als je tijdens het spelen van een game een trofee te pakken krijgt, is het lekker om die meteen te bekijken met een enkele druk op de PlayStation-knop. Je hoeft de game niet uit en kunt in real-time de informatie over de trofee bekijken. 

Misschien is het goed om nu een einde aan deze recensie te breien. Ik besef dat ik over trofeeën aan het lullen ben, terwijl ik normaal gesproken helemaal niet iemand ben die zijn tijd verdoet aan het verkrijgen van die trofeeën. 

Deze recensie is erg lang en ik heb eigenlijk de hele tijd een simpele vraag ontweken: hoe is het om te gamen op de PS5? Het antwoord op die vraag is: erg goed. Het is een nieuw, krachtig apparaat om nieuwe, krachtigere games op te spelen. De rest is – tot op zekere hoogte – bijzaak. Misschien zal niemand anders gebruikmaken van de mogelijkheden van de DualSense-controller en blijkt 3D-audio uiteindelijk niet meer te zijn dan een interessante voetnoot op Wikipedia.

De PlayStation 5 is uitgekomen in een wereld waar nieuwe consoles veel lijken op nieuwe telefoons en laptops – veel van hetzelfde, maar dan beter.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE US

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram