Alle foto's via Peter Leeuwenburgh.

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Peter Leeuwenburgh en de Afrikaanse voetbalclub die voor inclusiviteit pleit

“Mijn vader had dit avontuur fantastisch gevonden.”

Peter Leeuwenburgh staat op het terras van zijn woning. Via Facetime laat hij het uitzicht over Kaapstad zien. “Het is vandaag alleen voor het eerst in tijden niet zo’n lekker weer,” zegt de keeper. De regen komt inderdaad met bakken uit de lucht vallen. Het zwembad op zijn terras heeft Leeuwenburgh uit voorzorg netjes afgedekt.

Leeuwenburgh speelde van 2004 tot 2018 voor Ajax, waar hij bijna de hele jeugdopleiding doorliep. Van een doorbraak in Ajax 1 kwam het helaas niet. Afgelopen zomer liep zijn contract in Amsterdam af en kon de doelman transfervrij op zoek naar een nieuwe club. Dat werd Cape Town City FC, een piepjonge club uit Kaapstad, die zich hard maakt voor inclusiviteit. Vanuit de Zuid-Afrikaanse stad vertelt Leeuwenburgh over zijn leven bij deze club.

Advertentie
Peter Leeuwenburgh.

“Pas toen ik in contact kwam met Cape Town City, ben ik research naar de club gaan doen. Toen kwam ik erachter dat de club een manifest heeft opgesteld voor inclusiviteit. Ik moet eerlijk zeggen dat het mijn keuze voor Zuid-Afrika vooraf niet heeft beïnvloed. Maar in een land als Zuid-Afrika is er nog wel onderscheid tussen wit en zwart. Natuurlijk is het nu niet meer zo erg als vroeger tijdens de apartheid, maar het is er nog wel. De club heeft ervoor gekozen om daar niet aan mee toe doen, om zich open te stellen voor iedereen.

Ik zal je een voorbeeld geven van de verschillen die je hier nog duidelijk ziet in het dagelijks leven. In de duurdere restaurants en winkels zie je vooral witte mensen en toeristen zitten en shoppen, en in de bediening en achter de kassa juist vaak zwarte mensen uit de townships. Dat is gewoon een feit, daar hoef ik niet omheen te draaien. Op onze tribunes zit zwart en wit gelukkig gewoon volop door elkaar. De tickets zijn heel goedkoop, omgerekend zo’n 1,50 euro per wedstrijd. Het is zo voor iedereen toegankelijk. Dat is bijvoorbeeld iets dat in dat manifest staat.”

Peter Leeuwenburgh.

“Een andere barrière tussen mensen hier kunnen de talen zijn. De voertaal hier is Engels, dat spreekt iedereen en maakt integreren makkelijk. Maar Zuid-Afrika heeft nog tien officiële talen, bijvoorbeeld Zoeloe, Afrikaans en Xhosa. Sommige voetbalclubs doen hun communicatie op social media alleen in het Zoeloe, en daardoor spreken ze ook alleen Zoeloes aan. Bij Cape Town City communiceren ze belangrijke berichten in meerdere verschillende talen. Het is ook iets kleins om te doen als club, maar het helpt wel als je inclusief wil zijn voor iedereen, in plaats van voor een specifieke groep.

Advertentie

In Zuid-Afrika wordt ook regelmatig onderscheid gemaakt tussen echt zwarte mensen en mensen van een andere kleur. Ze hebben het hier over ‘white people’, ‘coloreds’ en ‘black people’. Maar ondanks die stempels, zie je dat onderscheid gelukkig niet terug in wie met wie omgaat in onze selectie. In de selectie van Cape Town City zitten nog twee andere witte spelers, maar het is niet zo dat wij altijd bij elkaar zitten. Eigenlijk helemaal niet zelfs. Ik vind dat je dat onderscheid in Nederland veel meer merkt. Dan heb je vaak groepjes bij het eten en drinken, of in de kleedkamer. Hier zit het allemaal door elkaar.”

Peter Leeuwenburgh.

“Met Cape Town City gaan we vaak naar scholen, opvangcentra en de townships in. Zo voeren we het manifest uit waar de club voor staat, en tegelijkertijd is het natuurlijk ook een goede manier om de naamsbekendheid van de club te vergroten in de stad. De mensen uit Kaapstad zijn blij dat deze voetbalclub er is. Wij zijn een redelijk jonge club, dus we hebben nog bijna geen historie of een grote achterban. Cape Town City bestaat nu drie jaar, en we hebben dit seizoen voor het eerst de beker gewonnen. Ajax Cape Town zit hier ook, maar is gedegradeerd naar het tweede niveau.

De grote voetbalclubs van Zuid-Afrika zitten in Johannesburg, op twee uur vliegen van Kaapstad. Dat zijn Kaizer Chiefs en Orlando Pirates. Supporters van die grote clubs en ook de Mamelodi Sundowns uit Pretoria zitten door het hele land. Bij ons zitten er tegen een normale tegenstander op een goede dag 10.000 mensen, soms op een doordeweekse avond tegen een kleintje maar 4.000. Maar toen we dit seizoen thuis tegen Kaizer Chiefs speelden, zat het stadion vol met 60.000 man. Dat zijn dan vooral mensen uit Kaapstad die de Kaizer Chiefs willen zien spelen, en dat maar een keer per jaar kunnen. Dan speel je bijna een uitwedstrijd.

Advertentie

Ik had nog nooit voor 60.000 man gespeeld, dus als de bal aan de overkant was, keek ik weleens om me heen. Wat ik heel mooi vond, was dat iedereen hier door elkaar zit. Ons stadion heeft volgens mij officieel niet eens een uitvak. Alles en iedereen is aan het zingen, dansen, eten en drinken. Er zit eigenlijk niemand rustig naar de wedstrijd te kijken, behalve de mensen op de vip-tribune. Iedereen die voor het voetbal komt, maakt er een feestje van. De Cape Town-supporters zingen en dansen gewoon met die van de Kaizer Chiefs. Er zijn natuurlijk wel wat politieagenten en stewards, maar die heb ik nog nooit in actie zien komen.”

Peter Leeuwenburgh.

“Voorafgaand aan elke training worden alle spelers bij elkaar geroepen door de trainer, Benni McCarthy. Dan gaan we in een grote cirkel staan om samen te bidden. Daarna begint pas echt de training. Benni is heel erg relaxed. Het is pas zijn tweede jaar als hoofdtrainer, maar hoe hij het doet is bijna een openbaring voor mij. Vaak zie je dat de peoplemanagers de wat oudere trainers zijn. Maar als er een trainer een goede peoplemanager is, dan is het wat mij betreft wel Benni McCarthy met zijn veertig jaar. We hebben een selectie van 25 spelers en ik denk dat alle 25 meer dan tevreden zijn.

Benni geeft iedereen iedere dag een oprechte knuffel. Hij heeft altijd voor iedereen een momentje, dan vraagt hij even hoe het met je gaat. Hij is heel oprecht geïnteresseerd, dat vind ik knap. Maar als het niet loopt of iemand verzaakt, is Benni ook wel de eerste waarvan je het hoort. Hij kan ook helemaal tekeergaan in de rust, een kwartier lang. Hij is als beginnende trainer soms wat emotioneel, dan denkt hij nog als een voetballer. Maar ik moet zeggen dat ik hem echt een toptrainer vind.”

Peter Leeuwenburgh en zijn moeder.

“Mijn moeder was hier laatst op bezoek. Toen hebben we het gehad over hoe mijn vader dit avontuur in Zuid-Afrika zou hebben gevonden. Mijn vader is overleden in de tijd dat ik bij Ajax speelde. Ik denk dat hij het fantastisch had gevonden. Als hij hier ook eens langs had kunnen komen, had hij elke dag om acht uur ‘s ochtends met zijn fototoestel in zijn handen klaargestaan om erop uit te gaan. Mijn vader zou alles hebben volgepland om zoveel mogelijk van het land te zien. Hij hield ervan om ons op sleeptouw te nemen en op de foto te zetten.

Mijn vader had ook de hele wereld verschoven om hier regelmatig naar mijn thuiswedstrijden te komen kijken. Ik heb geen idee of er iets is na de dood, en zal nooit zeggen dat ik zeker weet of er wel of niet iets is. Maar af en toe heb ik wel het gevoel dat mijn vader een soort van meekijkt. Dat denk ik wel, of wil ik in ieder geval graag geloven.”

Dit is een monoloog uit de serie VICE Sports Avonturiers, waarin Nederlandse sporters vertellen over hun ervaringen in het buitenland. Zie hier alle verhalen uit deze serie.