Het was begin 2000. Ivar Muñoz-Rojas stond kopietjes te maken voor haar punkzine, Stab, in een bibliotheek in Barcelona, en een Britse vrouw kwam naar haar toe. Toen die zag wat het meisje aan het doen was, begon de vrouw te vertellen over de jaren zeventig en tachtig, toen ze punkbands fotografeerde in Los Angeles.De verhalen bleven maar komen, en uiteindelijk nodigde de fotograaf de jonge journalist bij haar thuis uit. Daar kwam Ivar erachter dat ze niemand minder dan Philomena ‘Philly’ Winstanley had ontmoet, de vrouw die in Los Angeles in de jaren zeventig het legendarische punkzine Slash had opgericht, samen met haar man Claude ‘Kickboy Face’ Bessy. Alles aan Slash viel buiten de norm – de interviews gingen over de raarste onderwerpen en de foto’s waren geen doorsnee concertfoto’s, maar veel persoonlijker. Ze werden bijvoorbeeld genomen op het strand achter het huis van Philly en Claude.
Advertentie
Voordat Ivar wegging, kreeg ze een doos vol iconische foto’s uit Philly’s persoonlijke collectie mee, van onder andere Nick Cave, Sex Pistols, Black Flag en Dead Kennedys. Bijna twintig jaar later dient deze collectie als inspiratie voor Ivars nieuwe boek, Underground Babylon – een visuele geschiedenis van de eerste punkers van L.A. Het boek bevat naast foto’s ook uitgebreide interviews van Ivar met Philomena.
Nadat Philly en Claude drie jaar lang zines maakten, verlieten ze Californië. Eerst vestigden ze zich in Londen, waar Philly de punkscene vastlegde – en vervolgens in Barcelona, waar ze meer dan vijftien jaar samenwoonden.Scroll naar beneden voor meer foto's van Ivar Muñoz-Rojas’ Underground Babylon.
Dit artikel verscheen eerder op VICE Spanje.