VICE NL - SPORTSRSS feed for https://www.vice.com/nl/topic/sportshttps://www.vice.com/nl%2Ftopic%2FsportsnlMon, 04 Dec 2023 10:36:52 GMT<![CDATA[4 juni 2002, Japan-België, 1-1: een levenslange obsessie]]>https://www.vice.com/nl/article/v7bpky/takayuki-suzuki-krc-genk-japan-belgie-2002Mon, 04 Dec 2023 10:36:52 GMTEen houten blok. Dat is de laatste individuele trofee die Takayuki Suzuki in ontvangst mocht nemen. In Portland, als de Timbers, die in de Amerikaanse tweede divisie spelen, een doelpunt scoren, zaagt de mascotte van de club een stuk boomstam af en geeft het aan de scorer. Het was 15 juni 2010, tegen een amateurteam in een bekerwedstrijd.

Acht jaar eerder, op 4 juni 2002, deed Japan mee aan het wereldkampioenschap op eigen bodem. Gevechtsvliegtuigen vlogen over het Saitama Stadion om de wedstrijd tegen België te openen. Het land had hier zes jaar op gewacht, sinds het samen met Zuid-Korea was aangewezen als medegastheer van de competitie. Als opkomende voetbalnatie, is dit evenement een kans voor Japan om de wereld te laten zien waar het toe in staat is. Suzuki, die op zijn 26e (!) nog maar twee fatsoenlijke seizoenen achter de rug heeft en al zes maanden niet gescoord heeft, mocht beginnen. Hij nam zelfs de aftrap.

Het is tijdens het uur van het spel dat, enkele seconden na de openingstreffer van Marc Wilmots, Shinji Ono een lange bal naar voren stuurt. Achter de twee Belgische middenvelders dook Suzuki op met de bal, legde zich achterover, strekte zijn hele lichaam om dan zijn rechterbeen te strekken en de bal in het net van De Vlieger te duwen. Op school verstommen degenen die met me durfden te spotten door te anticiperen op de overwinning van België, en ik juich. Voor mij is het de bekroning van zoveel hoop die ik heb gevestigd op het Japanse nationale team, vanuit een land waar ik mijn identiteit met niemand anders deel. Ik sta vijandig tegenover België en Japan zal niet door hen worden verslagen. Ik heb het gevoel dat ik 23 kameraden heb om me in mijn eenzaamheid te steunen. Met dit doel wordt Suzuki mijn ideaal en  identificeer ik me natuurlijk met hem. In mijn zoektocht naar identiteit wordt hij mijn grootste hoop, mijn beste vertegenwoordiger.

Twee doelpunten volgden, één van elke kant. Bij het laatste fluitsignaal speelden de twee teams met 2-2 gelijk, Japan behaalde hun eerste WK-punt ooit. Het team werd eervol uitgeschakeld in de achtste finales en Suzuki's doelpunt betekende het begin van een nieuw tijdperk. Het was het hoogtepunt van mijn passie voor voetbal en het Japanse nationale team. Als 10-jarige wil ik alleen maar blijven genieten van de droom. En de zomerse transferperiode gaat me dat mogelijk maken.

Wanneer de flitsen van de camera's knipperen bij zijn aankomst in Limburg, weet Suzuki dat de verwachtingen hooggespannen zijn. Hij is één van de zeldzame Japanse spelers die erin slaagt zichzelf te exporteren. Van de 23 die in het wereldkampioenschap speelden, speelden er slechts vier in Europa. Zijn Japanse club Kashima Antlers leende hem voor een seizoen uit aan Genk, met een koopoptie. België als bestemming is geen toeval. Maar meer dan de WK-wedstrijd tegen de Rode Duivels is de zakelijke kant van de zaak belangrijk: Nitto Denko, de shirtsponsor van KRC Genk, is een Japans bedrijf dat onder andere gespecialiseerd is in industriële kleefproducten. En het was Jos Broekmans, President van Nitto Europe, die de onderhandelingen leidde. Zoals het geval zal zijn met veel Japanse spelers die in Europa komen spelen, hebben de transfers meer een zakelijk tintje dan een belangeloze overname. 

Maar op dat moment was ik 10 jaar oud en leefde ik al de hele zomer in de wolken, mijn hart kloppend op het ritme van het officiële volkslied, mijn ogen tranend als ik de beelden keer op keer bekeek, mijn vingers die een niet al te vol Panini-album afslijten. De kans krijgen om mijn nieuwe favoriete speler van zo dichtbij mogelijk te volgen - dat wil zeggen via de lokale kranten - in hetzelfde land, is een buitenkans. Met een beetje geluk is hij zelfs de eerste Japanse - of Aziatische - speler die ik op tv of in de krant zie. Hij wordt mijn ideaal en ik identificeer me van nature met hem. Dat hij de competitie net zo zou domineren als hij me in juni verblindde, is slechts een kwestie van tijd.

Aan het begin van elke week sla ik de krant in de boekwinkel open om de uitslagenpagina van de Belgische eerste divisie door te nemen. In deze fase van mijn leven is dit de enige manier waarop ik voetbal beleef, via het wachten op de krant van maandag. Elke keer als de krant opengaat, hoop ik Suzuki's naam in Arial 8 te zien bij de scorers van het weekend. 

Ik zal 69 lange weken moeten wachten.

De euforie van de zomer vervaagde naarmate de maanden verstreken, om vervolgens te sterven, getroffen door een triest wereldrecord (moeilijk te verifiëren, dat wel). Suzuki's doelpunt tegen België was eigenlijk zijn laatste voor 46 lange wedstrijden. In feite, net wanneer ik het meest emotioneel betrokken ben bij mijn fanatisme, en eindelijk een rolmodel heb gevonden, komt de slechtste periode van zijn carrière. Die 69 weken vertegenwoordigen op dat moment 11,9% van mijn leven. 16 maanden is een lange tijd. Mijn kind had veel minder tijd nodig om voor het eerst "papa" te zeggen. Ter herinnering, Fernando Torres' verschrikkelijke periode van stilte bij Chelsea in 2012 duurde 26 wedstrijden, verspreid over vijf maanden. Suzuki, 46 wedstrijden in de hoop dat hij een doelpunt zou maken, verdomme.

Op 26 september 2003, toen hij eindelijk weer het net vond, zag ik vier seizoenen voorbij gaan. Maar op die dag was niets meer hetzelfde. Na zijn mislukte seizoen draagt hij nu de kleuren van Heusden-Zolder, een club in the middle of nowhere in Limburg, die partner is van Genk. Het stadion zit niet erg vol - serieus, wie steunt deze club eigenlijk? We zijn ver verwijderd van de glans van 4 juni, van het stralende veld op tv. Zelfs hij, met zijn zwart gestreken haar, straalde minder. In de zomer van 2004 keerde hij terug naar zijn club Kashima. Het kwetste mijn ego om zoveel vertrouwen te hebben gelegd in een speler die uiteindelijk met zijn hoofd naar beneden vertrok, zonder te beseffen dat hij al mijn hoop droeg. Hij, de vertegenwoordiging van mijn identiteit, die zo zou schitteren op Belgische bodem. 

Ondanks alles zou deze 16 maanden durende ervaring mijn manier van voetbalbeleving bepalen: ik zou genieten van de pijn, het gebrek aan licht en de vermoeidheid die eigen is aan supporters van kleine teams en bescheiden spelers. Maar de momenten van genade zouden des te subliemer zijn, want vreugde komt alleen per ongeluk, als je niets meer verwacht. Je moet de pijn voelen en het eindeloze, horizonloze wachten ervaren voordat je ten volle kunt genieten van een opklaring. Er kunnen geen heldere momenten zijn zonder donkere,deprimerende fasen. De gewoonte van wachten en veerkrachtig zijn zou de mooie momenten nog intenser maken. Nu voel ik zeldzame maar intense vreugde. Ik koester zelfs de moeilijkheden en de lange periodes van schaarste. Ik heb het zelfs nodig, want zonder kan ik geen vreugde ervaren. Ik heb de modder, de frustratie en leegte nodig om op een dag mijn armen in euforie te kunnen heffen.

In de Japanse cultuur is ‘Shikata ga nai’ een van de bekendste uitdrukkingen: "Zo is het nu eenmaal, je kunt er niets aan doen". Het vermogen om je waardigheid te behouden bij onrecht of tragedie. In een land dat een gevoel van fatalisme heeft geaccepteerd - denk aan de twee atoombommen, de gevangenenkampen of de tsunami's - zijn lijden en volharding een soort deugd. Een ander principe illustreert deze mentaliteit van, in zekere zin, loslaten in het aangezicht van tegenspoed, door lijden te aanvaarden met kwetsbaarheid en veerkracht: de term 'Hogan-biki' komt van een samoerai, Minamoto no Toshitsune, een tragische held uit het Heiji-tijdperk. De term kan worden verklaard als sympathie hebben voor onfortuinlijke helden, of zelfs voor de zwakkeren, de verliezers. Bij uitbreiding kan het ook betekenen dat je aan hun zijde staat en hen steunt.

De manier waarop ‘Shikata ga nai’ wordt ervaren in het voetbal en het vieren van zeldzame overwinningen op bescheiden wijze is ook van toepassing op de steun die ik geef aan het Japanse nationale team. De vier keer dat Japan de laatste 16 van het WK heeft bereikt, was de nederlaag een kwestie van weinig: uitgeschakeld op strafschoppen (2010 en 2022) of met de nipte marges (2002 en 2018). De nederlaag in de laatste seconde tegen België in de ronde van 16 op het WK van 2018 zou de doodsteek betekenen.  ‘Shikata ga nai’ zit meer dan ooit vast in mijn aderen. Er was altijd wel iets om naar uit te kijken, maar de bitterheid vrat altijd de ruimte op die ik had gereserveerd voor vreugde.

Op clubniveau was het net zo: het enige team dat ik in die tijd in het stadion ging bekijken was een team dat wegkwijnde in de vierde divisie, omdat een collega van mijn vader daar speelde - een team dat voor hopeloos lege tribunes speelde. 

Maar dat is nog steeds een vrij gebruikelijke realiteit als je uit de context van de topclubs in Europa en de beste nationale ploegen stapt. Het bijzondere aan Suzuki is echter dat we het niet hebben over het wachten op een titel of zelfs een overwinning, maar over een simpel klein doelpunt. Van een spits. Waar dat doelpunt tegen België tot op de dag van vandaag mijn obsessie blijft, is dat het net zo goed Suzuki's zwanenzang blijft, evenals zijn eerste prestatie. Het was ook het langste wachten van mijn leven.Tenslotte is er de context: een Japanner die mijn rolmodel is geworden die tegen België scoort, het land dat ik beschouw als de oorzaak van mijn ontworteling.

387507065_988859832379289_4265006728992272972_n.jpg
HET ALTAAR GEWIJD AAN SUZUKI'S DOELPUNT IN DE 59E MINUUT OP 4 JUNI 2002, OP HET NACHTKASTJE VAN DE AUTEUR.

Ik vraag me vaak af wat voor vreugde de fans van clubs die op oliedollars draaien werkelijk voelen als ze hun team de ene overwinning na de andere zien behalen. Hun geluk lijkt mij uitsluitend gebaseerd op een continue toestand, zoals browsen op TikTok, die hun aandacht vasthoudt en hun hersenen stimuleert langs een logische lijn die bestudeerd is aan de hand van algoritmes. De vreugde van de bescheiden supporter daarentegen is als een 4G-signaal dat verschijnt in de woestijn, samen met een frisse waterfles. 

Maar vandaag zijn het deze neo-supporters die het van me winnen. De smerige trucjes van de FIFA, het walgelijke WK in Qatar, de VAR, Saoedi-Arabië, het WK 2030 met 48 teams op verschillende continenten - niets verzoent mij met wat de grote besluitvormers me kunnen beweren te bieden als eenvoudig geluk. Het is niets anders dan woede en afkeer, in een wereld waarin alles gekocht en verkocht kan worden.

De neoliberale deregulering slaat steeds harder toe. Het is slechts een kwestie van tijd voordat het pakket dat Neymar ontvangt bij Al-Hilal gemeengoed wordt. Rijke clubs worden rijker en kopen massaal dankzij investeerders van over de hele wereld, marketing evolueert en spelers polijsten hun karakter. In deze sfeer, waar er steeds meer verloop is in de teams - nu big business - is het moeilijk voor mij om iets puurs en echts te voelen. Het elftal van United zou heel goed dat van City kunnen worden in de loop van twee seizoenen. Dus wat heeft het voor zin om je aan hen te hechten? En omdat alles hen te gemakkelijk afgaat, laten de gekke statistieken me onberoerd.

Meer lokaal heb ik RWD Molenbeek failliet zien gaan, uit de as zien herrijzen in Divisie 5, de ladder zien beklimmen om in 2023 de hoogste klasse te bereiken. Maar sinds de club werd opgekocht door een groot consortium en na een opeenvolging van transferdeals - of financiële investeringen - zijn de dingen niet meer hetzelfde en ben ik gestopt met het verlengen van mijn seizoenskaart (ook al speelt het feit dat ik vader ben geworden ook een rol). 

De virtuele wereld is het alternatieve middel om deze bescheiden genoegens te blijven beleven, in de marge van het echte voetbal, dat ik niet langer volg. In Football Manager neem ik het op tegen RWDM of Fréjus Saint-Raphaël, in de hoop ooit de uitdagende taak aan te kunnen om tegen degradatie naar de tweede divisie te vechten. En als een van mijn spitsen het seizoen begint met 8 doelpunten in 8 wedstrijden, ga ik terug naar de laatste save. In PES of FIFA neem ik de slechtste teams en stel ik mezelf als doel om een ambitieuze maar realistische wedstrijd te spelen. Een gelijkspel tegen een groot team en ik ben extatisch - alsof Suzuki gescoord heeft.

Maar ik speel ook niet veel meer. Dus wat heb ik nog over van voetbal? Niet veel eigenlijk. Een paar archieven om mijn jeugdherinneringen op te halen en de fantasie om op een dag ergens het voetbal waar ik van hou te herontdekken.

Suzuki keerde terug naar Europa om voor Servië te spelen in 2005. Daarna verhuisde hij naar de Verenigde Staten, na nog een periode in Japan, waar hij slechts drie wedstrijden speelde voor Yokohama Marinos - zijn laatste in de hoogste afdeling. Vanuit Portland keerde hij terug naar de Japanse tweede divisie, voordat hij in 2015 zijn voetbalschoenen ophing- zo'n 15 jaar na zijn enige twee goede jaren.

Takayuki Suzuki is nog steeds mijn favoriete voetballer. Hij vertegenwoordigt dat moment waarop dingen die persoonlijk voor me zijn, samenkwamen in één persoon. Het is het verhaal van een mislukte overdracht. Voetbal produceert miljoenen van dat soort momenten, en dat doelpunt tegen België en de 46 doelpuntloze wedstrijden die volgden zijn er slechts één van. Suzuki is geen icoon in welke vorm dan ook, hij is gewoon het soort speler dat meer indruk op mensen achterlaat dan je zou denken, en wiens verhaal we niet genoeg tijd nemen om te vertellen. Trouwens, als je het hoofd bent van een uitgeverij, ben ik bereid om naar je aanbod te luisteren.

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.

]]>
v7bpkyGen UedaGen UedavoetbaljapanBelgiëSportspassiesupportergenk
<![CDATA[Sporten als dikke persoon: hoe ga je om met een hypocriete maatschappij]]>https://www.vice.com/nl/article/n7ejj8/sporten-als-dikke-persoon-hoe-ga-je-om-met-een-hypocriete-maatschappijTue, 04 Apr 2023 08:07:28 GMTAan het begin van mijn 34ste verjaardag besloot ik iets te doen dat niemand zou kwetsen, zeker niet mezelf: ik nam een abonnement op een fitnesscentrum in de buurt. Ik was het beu om constant rugpijn te hebben - ik werk aan de computer en mijn anxiety maakt mijn spieren gespannen - en mijn conditie is niets meer waard sinds de eerste lockdown. Een ultra-sedentaire levensstijl verzuurt ons leven echt. Ik wou mezelf bewijzen dat ik mijn maandelijkse abonnement kon volhouden en het misschien zelfs leuk zou vinden. Ik heb nog steeds geen spijt van die keuze en kan het me niet langer inbeelden om te leven zonder mijn twee sessies per week om mijn cardio te onderhouden en buikspieren op te bouwen om mijn rugpijn te verlichten - de spieren zijn misschien verstopt, maar ze zijn er zeker! - alsook naar bed gaan met de vreemde zekerheid dat ik goed ga slapen. Waarom ben ik dan zo twijfelachtig geweest over dit hele idee? Ik ben dik, daarom.

Dikke mensen hebben vaak een nogal complexe relatie met sport. Sportlessen laten vooral gênante herinneringen na in een diepgeworteld geloof dat onze lichamen gewoon een lelijke overvloed zijn. Dokters, familie en advertenties herinneren ons er constant aan dat we moeten vermageren, anders sterven we binnen vijf jaar. Maar wanneer Nike eindelijk plussize modellen gebruikt, schrijft een journalist een artikel waarin hij de dikke vrouwen voor wie de kledij ontworpen is, uitscheldt. Een conservatieve figuur tweet naar zijn twee miljoen volgers “neen,” het is niet “gezond” om Gatorade te drinken terwijl je yoga doet, naast een foto van een dikke vrouw die op haar hoofd balanceert. Zou deze man dan dezelfde reactie hebben gehad op een magere persoon die hetzelfde drankje dronk tijdens de workout? Dit is natuurlijk een retorische vraag. 

De vrouw van wie hij de foto gebruikte, is niet zomaar iemand, het is Jessamyn Stanley, een Amerikaanse yoga instructeur en auteur met zo’n 468.000 volgers op Instagram, waar ze zichzelf de “Beyoncé van yoga” noemt - en met reden ook. Na Bikram yoga te ontdekken in 2011 begon ze twee jaar later zelf regelmatig yoga te doen. In een interview uit 2015 met The Cut legt ze uit hoe ze een plek voor zichzelf vond zonder “het typische yoga lichaam” te hebben (mager, wit, valide) en dat yogastudio’s meer toegankelijk moeten zijn voor mensen die buiten die norm vallen. Enkel met een hoofd vol vetfobische stereotypen durft men openbaar op een sociaal netwerk iets te schrijven zoals dat Jessamyn Stanley niet “gezond” is terwijl ze Sirsasana kan doen alsof het een gemakkelijke houding was. Terwijl Sirsasana net heel veel flexibiliteit en spierkracht vergt. Alle gewicht van het lichaam wordt gedragen door het hoofd en de onderarmen, het is dus nodig voorzichtig te zijn om ervoor te zorgen dat de nek niet beschadigd raakt bij de uitvoering. Heeft helemaal niets te maken met Gatorade dus.

Jessamyn Stanley helpt me eraan te herinneren dat als ik geen simpele gebroken kaarshouding kan aanhouden, dat niet komt omdat mijn pelvis te zwaar is om op te heffen, maar dat ik gewoon vaak genoeg moet oefenen. Ze helpt me ook onthouden dan mijn lichaamstype en gewicht, geen obstakels zijn om mijn spieren en balans te versterken. En dat er te veel mensen zijn die denken dat je niet kunt dik en atletisch zijn tegelijkertijd, dat ze echt moeten stoppen met hun ongevraagd advies aan ons op te dringen over onze echte of ingebeelde levensstijlen. Dat ze moeten stoppen met ons op te vernederen in openbare ruimtes alsof we nog in de middelbare school zitten. 

Mijn ervaring is enkel voor mezelf en mensen met hetzelfde type lichaam als ik. Ik heb een maat 48 - soms een beetje groter afhankelijk van het merk (zeker sportkledij, de ironie) - ik weet waar ik moet gaan om te kopen wat ik nodig heb zonder te ver te moeten zoeken en meer te betalen. Ik moet soms wel een aantal yoga poses aanpassen aan mijn buik zodat ik juist kan ademenen tijdens yoga of barre au sol, maar voor de rest is alles voor mij ook toegankelijk, van de ingang tot de douchehokjes. Toen ik vaak naar het zwembad ging had ik een beetje schrik, waarschijnlijk omdat de setting minder intiem is en eens in het water is mijn lichaam even licht als dat van een mager persoon dankzij de wet van Archimedes. Toen ik mij inschreef in de fitness was ik vooral bang om slecht opgevangen te worden door een team van coaches die enkel zouden praten met me over het verliezen van al dat lelijke vet of door zijwaartse blikken en gemene opmerkingen van andere gymleden. Maar dat is nog nooit gebeurd. 

Eve, een trainer in een fitness zoals die waar ik naartoe ga, legt me uit dat ze geleerd heeft tijdens haar werk/studie opleiding om “te vragen aan de persoon, die naar de fitness komt voor een mogelijke inschrijving of tijdens een check up na hun registratie, waarom ze gekozen hebben zich in te schrijven. We gaan niet zeggen in hun plaats dat ze komen om te vermageren.” Ze werkt in een gym waar geen spiegels zijn, wat best vaak voorkomt in fitnesszalen tegenwoordig. Het zou de klanten die complexen hebben over hun lichaam of atletische prestaties op hun gemak moeten stellen. Ik ben de afgelopen weken niet gaan rondvragen aan iedereen in de fitness wat ze vonden van het feit dat er geen spiegels zijn, maar aangezien er mensen zijn van verschillende leeftijden met verschillende lichaamsvormen, lijkt het me dat het wel werkt voor de meesten. Niet de enige dikke persoon zijn doet me ook altijd beter voelen (of de jongste, maar dat is een andere kwestie). 

Naast de obstakels omtrent dik zijn - zoals “ik ben te dik om te sporten dus wat boeit het nog?” of “ik ga er belachelijk uitzien als ik buiten adem en volledig bezweet ben” of “ik heb aanpassingen nodig omdat ik overgewicht heb en me ervoor schaam, want ik wil niet gezien worden als iemand met een invalide lichaam” - hebben sommige mensen wel echte aanpassingen nodig om hun gekozen sport te beoefenen. Er zijn al problemen, nog voor ze beginnen met sporten. “Geen enkele technische sportmerken produceren stukken aangepast aan mijn maat (64-66),” legt Marion uit, “dus gebruik ik dure kledij (die extra kost voor plusmaten) die snel verslijt (want ze zijn niet technisch) en die nooit echt goed of comfortabel zit. Een zwempak vinden in mijn maat is een nachtmerrie, en als ik er een vind gaat die meestal maar voor een maand of twee mee.” Het is een kostelijke en tijdrovende zoektocht voor vrouwen die “beweging zien als een integraal deel van hun leven en hun balans,” en wier maandelijkse budget helemaal niet zo rekbaar is. Een probleem bekend bij veel dikke mensen: de laatste twintig jaar merkte men op in Frankrijk dat overgewicht vooral de minder welvarende sociale groepen treft. 

Momenteel speelt Marion vaak basketbal, ze zwemt en doet yoga. Ze geniet ook van wandelingen in de natuur en gaat dansen. “Het plezier dat je haalt uit een activiteit is een enorme boost voor het regelmatig beoefenen voor mij.” Een echte voorwaarde wanneer bijna alles gemaakt is om moeilijker te beoefenen dan voor magere mensen. Naast de schaarste in kledij die haar maat dragen en de geografische afstand van enkele sportinstellingen - “ik heb geluk gehad om een geweldige basketbalclub te vinden maar moet wel elke week 80 km reizen om er te geraken”, wat ook duur is -  wordt Marion ook nog geconfronteerd met plekken en uitrusting die niet gemaakt zijn voor mensen met haar soort lichaam. “De gewicht machines zijn niet ontworpen voor de vorm van mijn buik en benen, mijn armen zitten tegen de zijkant van de loopband, de draaihekken aan de ingang doen me pijn, de ladders van het zwembad zijn te smal of kunnen mijn gewicht niet dragen, ik kan niet altijd neerzitten om mijn schoenen aan en af te doen in het zwembad, de lockerruimtes zijn te klein, sommige wandelpaden zijn te nauw om door te raken, ik heb nog nooit een fiets gevonden die mijn gewicht kan dragen voor een deftige prijs en geen enkele gespecialiseerde verkoper heeft me ooit kunnen helpen… de lijst is echt te lang.” Er is altijd wel een persoon die je zal zeggen - soms met meer of minder respect - dat het genoeg is om gewoon te sporten om af te vallen (Le Monde stelt dat 67% van de Franse bevolking denkt dat afvallen vooral een kwestie van wilskracht is), maar als het komt op plekken, kledij en uitrusting toegankelijk maken voor alle dikke mensen (niet alleen small fats zoals ikzelf want dik zijn is een spectrum dat meer of minder discriminatie ontvangt), dan is het stil.

Inclusiviteit is de grootste motivator voor Alice Clerc die al twee jaar yoga instructeur is in Parijs en online voor de yogalessen van Gras Politique. “Het is iets wat ik heb bedacht tijdens mijn opleiding en waar ik sindsdien altijd mee bezig ben geweest,” vertelt ze me. “Ik kon met een van de instructeurs praten over inclusiviteit voor dikke mensen. Ze vertelde me dat ze haar yoga trainingen met zwangere mensen aanpaste naar dikke mensen. En dat kan zeker een goede start zijn, maar zwanger zijn is helemaal niet hetzelfde als dik zijn! Als je zwanger bent dan durf je geen druk te zetten op je buik, terwijl dikke mensen gewoon willen sporten op een meer toegankelijke manier.”

Alice voorziet zo’n twintig lessen per week, die ze aanpast aan haar publiek. “Voor Yogras (de lessen van Gras Politique) denk ik over alle mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld mensen die niet lang op hun polsen kunnen balanceren of helemaal niet. Ik vraag altijd aan het begin van een les als er iemand is die bepaalde dingen niet kan doen. Ik kan uiteindelijk altijd wel uitzoeken hoe ik de les kan aanpassen. Het is ook een kwestie van een veilige omgeving voor de les te voorzien, om mensen eraan te herinneren dat de les voor sommigen moeilijk kan aanvoelen maar niet zou mogen voelen als iets wat ze niet kunnen.” Het tegenovergestelde van de vernederende atmosfeer van de sportlessen uit onze jeugd. Alice betreurt ook het gebrek aan een algemeen debat hier rond, het gebeurt wel, maar “het gaat te traag vooruit!” Ze haalt wel de woorden van de Ayu Yoga School en het werk van yoga instructeur Claire Castagne aan als voorbeelden van meer inclusieve lessen, zeker voor dikke mensen, gericht op het plezier van yoga en niet om af te slanken over het algemeen of ons aan te passen aan lessen die ons niet passen. Hopelijk zal deze manier van yoga geven - en sporten in het algemeen - de dominante manier worden. 

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.

]]>
n7ejj8Lucie InlandGen UedaSportsFitnessyogaBelgiëlichaamgezondheidvetfobie
<![CDATA[Ik probeerde tijdens de lockdown een spierbundel te worden]]>https://www.vice.com/nl/article/88987p/spieren-kweken-tijdens-lockdownThu, 16 Jul 2020 10:57:25 GMT Op het moment dat mijn hoofdredacteur vraagt of ik tijdens de lockdown mijn lichaam fit wil proberen te krijgen, heb ik net drie bier en een halve fles wijn naar binnen geslagen. Ietwat aangeschoten stuur ik terug: “Ik verwaarloos mijn spieren al jaren, dus ik doe graag een poging.” Zodra ik op ‘verzenden’ drukte daalde het besef pas bij me naar binnen: ik moet nu dus wel daadwerkelijk gaan sporten.

Er zijn behoorlijk wat mensen die tijdens de lockdown een ‘quarantainelichaam’ probeerden te krijgen, en bijna net zoveel mensen die daar vervolgens hopeloos in faalden. Ze konden het niet, hoor je dan. Die ontsnappingsroute heb ik niet – ik krijg er letterlijk voor betaald om spieren te kweken. Ik kan niet zomaar mijn abonnement bij de sportschool opzeggen en het geld gebruiken om het op een zuipen te zetten, geen blessures faken en geen half werk leveren.

Het gaat er niet om dat ik een beachbody kweek of wat kilootjes afval – het gaat erom dat ik mezelf in een hel stort, zoveel mogelijk spiermassa probeer op te bouwen en tegelijkertijd zoveel mogelijk lichaamsvet probeer kwijt te raken, in een beperkt tijdsbestek, met alleen de spullen die ik zelf tot mijn beschikking heb: een paar gewichtjes en de zwaartekracht.

Op de eerste dag van mijn challenge werd ik wakker, en zag ik het proteïnepoeder (chocolade-pinda) dat ik de vorige avond laat had gekocht, en drong het zinnetje “je bent wat je eet” zich in me op. Mijn favoriete voedsel is waarschijnlijk bier. Ik eet bijna nooit vlees, maar ik laat ook vaak mijn spinazie in een flinke klont boter slinken.

Ik ben al tien maanden niet naar de sportschool geweest en heb zeker vier jaar niet hardgelopen. Aangezien ik thuis werk beweeg ik ook niet door naar mijn werk te gaan. Tijd om te fitnessen heb ik niet in deze gig-economie. Maar toen mijn nieuwe weegschaal binnenkwam, en ik zag dat zowel mijn BMI als mijn vetpercentage aangaven dat ik een ‘licht overgewicht’ had, realiseerde ik me dat ik er misschien toch wat meer tijd voor vrij moest maken – niet in de laatste plaats vanwege de gezondheidsrisico’s die eraan kleven (diabetes type 2, hoge bloeddruk, lever- en nierziektes, om er een paar te noemen).

1593516868188-ChristopherBethell_RhysBefore-12

Foto’s nemen van de beginsituatie vind ik vreselijk. Niks ten nadele van mijn fotograaf Chris – hij is fantastisch – maar ik heb het sowieso nooit leuk gevonden om gefotografeerd te worden. Bij iedere flits voelt het alsof er weer een laagje van mijn dikke huid vervaagt, waardoor mijn zelfbewustzijn steeds zichtbaarder wordt. We nemen deze weinig flatteuze foto’s op een witte achtergrond, zodat mijn vetrollen en de restjes melkchocolade op mijn gebit er des te beter uitkomen.

Zodra Chris weer weg is, voel ik de drang om te trainen. Ik druk mezelf vijf keer op en lig daarna met mijn gezicht op mijn yogamatje.

WEEK EEN

92 kilo, 33,4 procent lichaamsvet

Ik zeg nu hoeveel ik weeg, maar eigenlijk gaat het daar niet om – aangezien spieren zwaarder zijn dan vet, kom je ook meestal aan als je veel spiermassa opbouwt. Dus daar maak ik me niet zo druk om. Belangrijker is het vetpercentage, omdat ik heb gelezen dat iedere man een sixpack kan hebben als zijn lichaamsvet rond de 15 procent zit, en ik wilde graag weten hoe ik eruit zou zien met buikspieren.

Er zijn dingen die je je leven lang nooit zult vergeten. Je denkt er heus niet elke dag aan, maar vergeten zul je ze ook niet. Voor mij gebeurde er zoiets op 23 augustus 2018, toen Kim Kardashian vertelde dat ze 1000 squats per dag doet. Ik moest eraan denken omdat ik gister 200 squats heb gedaan en nu nauwelijks meer kan lopen. Naar de wc gaan was al een behoorlijk ding. Ik stel mezelf voor hoe Kim zichzelf naar de badkamer manoeuvreert als een soort Bambi op glad ijs. Mijn respect voor haar is alleen nog maar groter geworden.

De volgende avond doe ik een zogeheten Brutal HIIT Ladder Workout, om te kijken hoe het met mijn fitheid gesteld is. Na tien minuten voelt mijn bloed als wijnazijn. Ik strompel me naar het einde van de sessie en lig op de grond, tussen de tien minuten en een uur lang. Dan zie ik op mijn telefoon dat ik een mailtje heb gekregen: “We hebben geregeld dat je vanaf aanstaande maandag elke week een Zoom-meeting hebt met Zack George, de fitste man van het land. Hij stuurt je nog wat programma’s.”

Om gratis tips te krijgen van iemand als Zack is een grote luxe, maar wilskracht is dan weer niet iets dat je zomaar kunt kopen. Hij zal me wat workouts sturen zodat ik op een verantwoordelijke manier fit kan worden, maar gaat verder niet toekijken hoe ik het doe of wat er in mijn koelkast zit – en ik weet al dat ik hem elke keer dat hij voorstelt om te gaan rennen ga negeren. Hoe dan ook: door met hem te spreken zal ik op z’n minst wat minder in het duister tasten over wat me volgende week aan workouts te wachten staat.

Tot die tijd zal ik het zelf moeten zien te rooien. Terwijl de meeste mensen die fit willen worden het als een soort Dry January benaderen, staat mijn twitterfeed vol tweets van Fitness Blender en fitnessgoeroe Joe Wicks. Ik volg een hele rits fitness-accounts, en ontdek vervolgens iemand die hierna mijn nieuwe idool zou worden: Jeff Cavaliere van ATHLEAN-X™. Maar later meer over hem. Ik klik op een video die Brutal Triceps Workout (SORE IN 6 MINUTES!) als titel heeft, waarna het me opvalt dat wel meer titels het woord ‘brutal’ bevatten, en ik me afvraag of ik hierna de rest van mijn leven een masochist zal zijn.

Ik bekijk de video’s steeds voordat ik de oefeningen doe, omdat ik vaak geen idee heb hoe ik de bewegingen überhaupt moet uitvoeren (een ‘dumbbell reverse fly????’), waardoor alles twee keer zo lang duurt. Ook moet ik erachter zien te komen welke video’s überhaupt geschikt zijn om thuis te doen. De bank blijkt verrassend nuttig te zijn voor dips, incline press-ups en andere bewegingen waar ik nog nooit van had gehoord.

Na zes minuten verrek ik van de pijn. Ik sla een klonterige proteïneshake achterover die smaakt naar kalk, en vraag me af of ik eigenlijk ook rustdagen heb. Ik heb spijt dat ik voordat ik van start ging niet mijn biervoorraad had opgemaakt.

1593518683827-ChristopherBethell_RhysBefore-10

WEEK TWEE

92,5 kilo, 30,5 procent lichaamsvet

Ik spreek mijn persoonlijke trainer Zack George op Zoom. Op een gegeven moment begin ik over mijn pijntjes, en zegt hij: “Als je ‘s ochtends moeite hebt met lopen, kunnen we die dag gewoon een wat lichtere sessie doen.” Dat stelt me gerust. Dan zie ik hoe droog hij is en word ik jaloers en bezorgd.

“Ik denk niet dat je veel massa op gaat bouwen, dat is best lastig,” zegt Zack. “De meeste mensen hebben er maanden voor nodig om dat in een gym te doen. Of je moet wel hele bijzondere genen hebben.”

Ik heb niet per se bijzondere genen, en vergeet af en toe op te letten wat hij precies vertelt, maar ben er weer helemaal bij als hij zegt: “Je zult je uiterlijk wel binnen een maand vooruitgang kunnen boeken.” Ik krijg mijn eerste workout.

50 van elk:

Opdrukken
Squats
Dumbbell snatches (10 kilo)
Leg Raised Crunches
Kettlebell Swings Burpees

In totaal moet ik mezelf de komende vijf weken door 75 workouts van Zack heen zien te slaan en 21 van mezelf.

Niet lang hierna wordt de quarantaine echt serieus en trek ik in bij het ouderlijk huis van mijn vriendin. Al snel realiseer ik me dat ik mijn relatie niet echt kan onderhouden terwijl ik eet als een bodybuilder, neerkijk op tonijn en bruine rijst en weiger bier te drinken. Ik kan eigenlijk ook niet de hele tijd naar zweet stinken en ‘s ochtends rare kreungeluiden maken. Ook heb ik twee weken lang geen toegang tot een douche of keuken, omdat het ons veiliger leek om in de lounge in quarantaine te zitten, dus de proteïneshakes maakte ik op de wc, de plek waar ik ook mijn oksels was. Ik snap nog niet gelijk hoe de verwarming uit moet, wat het klimaat wat extra uitdagend maakt. Ik kan je van harte aanbevelen om nooit een high intensity interval training te doen op een plek die je aan hot yoga doet denken.

Op de eerste ochtend kreeg ik een milde paniekaanval. Dat kwam vooral doordat ik dacht dat ik best kon workouten waar mijn vriendin bij is, maar ik had het mis. Als ik tien burpees heb gedaan, terwijl ze me filmt voor mijn Instagram-story, merk ik dat ik begin te trillen en stop ik zonder uitleg om vervolgens 20 minuten lang met mijn gezicht omlaag op bed te liggen.

Ik besef dat dit over veel meer gaat dan alleen spieren kweken. Het gaat erom dat ik accepteer dat ik niet tevreden ben met mijn lichaam, en ik er daadwerkelijk verandering in wil brengen. Niet omdat ik er slecht uitzie, maar omdat er een reden moet zijn dat ik niet wil dat mensen foto’s van me maken, of waarom ik een lichte meltdown krijg als ik een half minuutje workouts doe waar mijn vriendin bij is. Tijdens het filmen denk ik al aan de afterfoto’s van deze challenge. Ik wil heus wel meer moeite doen om mijn doel te bereiken, maar moet wel beseffen dat dit echt nog flink wat moeite gaat kosten. Ik ben ook maar een mens.

1593518875801-ChristopherBethell_RhysBefore-4

WEEK DRIE


91,2 kilo, 26,4 procent lichaamsvet

Ik word wakker met het mooiste cadeautje ooit: biceps. En wanneer ik mijn borstspieren aanspan voelt het hard aan. Later, wanneer ik naar adem hap tijdens de middag-workout, lijkt het alsof mijn buik een vorm heeft die wat verticaal en ovaal is, in tegenstelling tot de ronde, vierkante klodder die ik gewend ben. Het voelt fantastisch. Dan probeer ik een stukje te rennen, maar begeeft mijn rug het. De rest van de dag wordt een rustdag, wat ik een keer per week mag doen, waarin ik vooral aan mijn lieve nieuwe biceps-kindje voel terwijl ik ondertussen wat workout-video’s bekijk.

Ik was graag wat actiever bezig geweest, maar neem nu genoegen met wat mentale workouts in de vorm van spierballenliteratuur. Als ik een paar uur later een hoop waardevolle kennis heb verworven – “per minuut is de burpee een van de effectiefste oefeningen om calorieën te verbranden” – word ik onderbroken door mijn vriendin.

“Je zit bewust naar die idioot te kijken, en je KNIKT ALS HIJ WAT ZEGT.” Ze heeft het over mijn nieuwe held Jeff Cavaliere en zijn video 5 Dumbest Forms of Cardio (DON’T LOOK STUPID!), waarin hij de vloer veegt met hardlopen, mijn grote aartsvijand.

“Hij heeft een vetpercentage van 5,3 procent – je kunt hem niet zomaar zo noemen!” sis ik terug.

Tegen het einde van de week doet alles zoveel pijn dat ik nauwelijks mijn kleren aan kan trekken, maar ik heb wel geleerd om er gewoon doorheen te trainen (hoe het me lukt kan ik niet echt uitleggen, het gebeurt gewoon, ik denk een beetje zoals je ook leert om te lopen). Ik begin oefeningen doen steeds meer te zien als iets dat er nu eenmaal elke dag bij hoort.

Making a protein shake

WEEK VIER


90,3 kilo, 23,4 procent lichaamsvet

Ik heb meer dan 10 procent lichaamsvet verloren. Mijn armen hebben zichtbare spieren, als je ze tenminste goed in het licht houdt. Er loopt een bescheiden verticale lijn over mijn buik. Als ik mijn heupen aanraak, voel ik geen demping. Ik smacht naar het gesprek dat ik later deze week met Zack ga hebben – ik heb hem nodig als een welpje die zijn moeder zoekt.

Na mijn ontbijt neem ik een smoothie met erwtenproteïnepoeder, tuinbonenisolaat, lijnzaadpoeder, boerenkool, bruine rijst en meer. Weet je wat er gebeurt als je verf mengt en je er een bruin-groen-grijze brei uit krijgt, de kleur die ze ook sigarettenverpakkingen geven om te zorgen dat mensen stoppen met roken? Zo zag dat er ongeveer uit. Maar het boeide me niet. Ik druip van gezondheid.

Making a protein shake

Alles valt op zijn plek. Ik kom erachter dat de fitnesswereld bol staat van de acroniemen, zoals de EMOM-workout – eentje die goed voor mij werkt. Het staat voor Every Minute On The Minute – dus als je tien burpees doet in 39 seconden, neem je 21 seconden rust, en daarna ga je weer verder. Hoe harder je werkt, hoe langer je dus rust krijgt.

Aan het eind van de week vertrek ik uit het huis van mijn vriendin. Het voelt alsof ik veel heb bereikt, maar tegelijkertijd voel ik me ook rot dat onze tijd samen nogal te lijden heeft gehad onder mijn project. Hopelijk vind ze me nu wel wat knapper. Misschien koop ik een zilveren kettinkje om mijn spieren te accentueren, of blijf ik gewoon heel veel sporten zodat we allebei weer een hoop junkfood kunnen eten als ik haar weer zie. Hoe dan ook: tijdens de treinrit naar huis realiseer ik me waarom succesvolle mensen vaak als totale klootzakken overkomen. Het zet me aan het denken.

1593517880345-ChrisBethell_RhysHenchAfter-10

WEEK VIJF

89,4 kilo, 23,1 procent lichaamsvet

Ik staar uit het raam en alles ziet er mooi uit. Ik zie de neonletters van de kebabzaak en voel een warme bries door de ramen. Het voelt alsof ik op vakantie ben. Maar dat komt vooral doordat ik net een biertje heb gepakt en er een pizza in de oven zit. Nu de lockdown-challenge voorbij is, denk ik na over wat ik heb bereikt, en dat dat eigenlijk maar weinig voorstelt – het is maar half werk, vergeleken met wat er gebeurd zou zijn als dit stuk in een fitnesstijdschrift gepubliceerd zou worden met kleerkasten op de voorpagina.

Sinds mijn poging om gespierder te raken heb ik wel een paar dingen aan mijn lichaam gemerkt. Ik ben er bijvoorbeeld achter gekomen dat als je een klein beetje getraind hebt, je spieren niet zomaar ineens verdwijnen. De spiervezels houden de informatie vast, en onthouden hoe ze moeten samentrekken. Na een paar weken kan ik nog steeds mijn borstpieren aanspannen, en mijn armen voelen nog steeds stevig aan wanneer ik ze aanspan. Ik doe een stuk minder workouts dan tijdens de challenge – misschien twee keer per week, als ik tijd heb – maar het ziet er nog hetzelfde uit.

Aan het einde van de challenge was ik een derde van mijn lichaamsvet kwijtgeraakt – nogal een groot verschil. De overwinningspizza en -biertjes hebben dan wel weer een bescheiden laagje over mijn buikspieren getrokken, maar die spieren zijn aanzienlijk sterker geworden. Ik sta rechter en corrigeer mijn houding wanneer ik achter mijn bureau zit. Ik voel mezelf sterker, mijn rug doet amper pijn meer en ik hoef mijn nek niet meer drie keer per dag te kraken. Mijn beenspieren waren altijd al wel redelijk aanwezig, en zijn dat nu des te meer. Het lijkt vooral te zijn gegroeid op de plek tussen mijn dijen en mijn knieën, wat er wat gek uitziet, maar ik ben tevreden.

1593518560688-New-Project-39

Los van de fysieke veranderingen, zijn er ook andere dingen die ik heb geleerd. Zoals dat veel delen van deze challenge veel geschikter zijn voor iemand die vrijgezel is. Eigenlijk is het project, afgezien van dat je anders iemand hebt die je soms weer met beide voeten op de grond zet, volledig afgestemd op mensen die geen relatie hebben.

Ik voelde me ook zelfverzekerd genoeg om mijn eerste selfie ooit te posten. Toch was ik niet van plan om nog eens tijdelijk mijn leven te ruïneren om er maar goed uit te zien. Onder deze omstandigheden, die sowieso al heel raar zijn, vond ik het des te belangrijker om het weer wat normaler aan te doen.

1593517924201-ChrisBethell_RhysHenchAfter-4

De manier waarop ik tegen trainen aankijk is zeker veranderd. Ik zou niet willen zeggen dat ik het geweldig vind, of dat ik iedere millimeter lichaamsvet tel die kwijtraak, maar als ik nu soms twintig minuten niet zoveel te doen heb denk ik wel eens: ik zou die tijd zonder, of met zware dingen in mijn handen kunnen besteden. Dat ik een goede band met fitness heb opgebouwd is eigenlijk mijn echte gain.

De afgelopen vijf weken heb ik ook stilgestaan bij hoe ik me over mijn lichaam voel. Soms werd ik wat neurotisch van mijn eigen uiterlijk, maar toen herinnerde ik me dat ‘gespierd raken’ sowieso altijd al een belachelijke doelstelling was. Waar ik het meest trots op ben, is dat ik duidelijke verschillen zie binnen een specifiek tijdsbestek. Ik heb spieren gekregen, en dat voelde goed, maar het zorgde er niet voor dat ik me ook een beter mens voelde. Het is een nieuwe prestatie, alsof je een berg beklimt, in de zin dat ik het iedereen aanraad die er benieuwd naar is, maar ik nu ook wel weer blij ben dat ik ook weer naar het normale leven ben afgedaald.

Ik ga het regime van Zack zeker niet volhouden na de lockdown. Hij vertelde dat hij zijn leven lang al traint en gebruikt het woord ‘consistentie’ zeker vijf keer per uur. Hij is 29. In deze wereld ben ik net vier weken oud.

Volgens de wetenschap doe je er 66 dagen over om nieuwe gewoontes te ontwikkelen, en ik ben dus eigenlijk pas halverwege. Zelfs als ik maar een paar workouts per week doe kan ik al een machine worden – vergeleken met hoe ik eerst was, tenminste. Misschien dat ik deze zomer wel vol trots naar mijn spiegelbeeld zal kijken. Dat is het plan: het proberen vol te houden, in mijn eigen tempo, op een verantwoorde manier. Daar proost ik op.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE UK.

]]>
88987pRhys ThomasZing TsjengChris BethellFitnessLockdowngezondheidsportenCoronavirusSports
<![CDATA[De opkomst en ondergang van spookvoetballer Verhagen]]>https://www.vice.com/nl/article/7kzgpg/podcast-spookvoetballer-verhagenFri, 24 Apr 2020 08:07:00 GMTDit is een verzamelpagina voor onze podcasts over spookvoetballer Bernio “Jordan” Enzo Verhagen. Lees je liever, dan kan je hier en hier uitgebreide artikelen over de zaak vinden. Hieronder de vijf podcasts die we maakten over Verhagen.

Aflevering 1: Een Nederlandse amateurvoetballer in Transnistrië

We maken bij VICE Sports vaak verhalen over voetbalavonturiers. Nederlandse voetballers die naar obscure landen gaan, om daar een contract te kunnen tekenen. In de zomer van 2019 leek het ons daarom een goed idee om Bernio “Jordan” Enzo Verhagen te interviewen. Hij had als Nederlandse amateurvoetballer de stap gezet naar FC Dinamo-Auto, een kleine club in de Moldavische regio Transnistrië.

Transnistrië wordt ook wel “Het zwarte gat van Europa” genoemd. Het is een regio die zich in de jaren negentig eenzijdig onafhankelijk heeft verklaard van Moldavië. Transnistrië heeft eigen grenzen opgetrokken en geld ingevoerd, maar geen land ter wereld erkent het. Verhagen was daar in februari 2019 heen gegaan om bij FC Dinamo-Auto te tekenen, maar had er geen wedstrijd gespeeld en was terug naar Nederland gegaan. We waren benieuwd naar zijn mislukte avontuur in Transnistrië en namen daar een podcast over op. Deze publiceerden we op 5 juli 2019:

Aflevering 2: De leugens van spookvoetballer Verhagen

Kort na het verschijnen van de podcast over Verhagen en zijn mislukte avontuur in Transnistrië, kregen we van een paar luisteraars de tip dat er iets niet in de haak zou zijn met hem. Deze luisteraars beschuldigden hem van onder meer creditcardfraude, die zou plaats hebben gevonden voordat hij naar Transnistrië was vertrokken. Toen we Verhagen daarover opbelden, zei hij dat het vast “haters” waren die dat over hem zeiden.

We besloten de rest van zijn voetbalcarrière te volgen. Aanvankelijk dachten we dat er weinig meer zou gebeuren. Verhagen was tenslotte amateurvoetballer in Nederland en had bij het kleine FC Dinamo-Auto geen wedstrijd gespeeld. Maar al snel escaleerde zijn carrière. Binnen een paar maanden tekende hij bij nog eens drie profclubs, in drie verschillende continenten, zonder ergens een wedstrijd te spelen. We deden verder onderzoek en kwamen terecht in een web van leugens. Op 24 november 2019 publiceerden we hier deze podcast over:

Aflevering 3: De slachtoffers van spookvoetballer Verhagen

Op 24 november 2019 viel het doek voor de spookvoetballer. Op die dag maakte de voetbalclub Viborg FF in Denemarken bekend dat het slachtoffer was van documentfraude en identiteitsdiefstal rondom het aantrekken van Verhagen. In Denemarken schreven vooral de bladen Bold en BT over de zaak, in Nederland publiceerden we een podcast en een artikel over de leugens van Verhagen. Zijn dubieuze verleden als voetballer lag op straat.

Er zitten veel grappige elementen aan het verhaal van de spookvoetballer, omdat het gaat over iemand die niet goed kan voetballen, maar wel profcontracten kreeg bij verschillende profclubs. Maar in het kielzog van zijn tour over de wereld als spookvoetballer, zijn er ook mensen serieus slachtoffer geworden. Daar hebben we onderzoek naar gedaan. Deze aflevering van 22 april 2020 gaat over de slachtoffers van de spookvoetballer:

Aflevering 4: De vervolging van spookvoetballer Verhagen

Op 26 november 2019 werd Verhagen gearresteerd in Denemarken, na een ruzie met zijn Chileense ex-vriendin. In Denemarken stapelen de zaken tegen Verhagen zich daarna snel op. Tijdens het verlaten van de rechtbank voor een hoorzitting, vertelt Verhagen Deense media dat hij niks te maken had met de voetbalfraude. Hij zegt dat hij ook voor de gek gehouden is door iemand die zich voordeed als de grote zaakwaarnemer Mo Sinouh.

Daar hebben we onderzoek naar gedaan. We hebben verschillende bronnen gesproken die contact hebben gehad met zowel Verhagen als de neppe Mo Sinouh. Daarnaast zijn we aan informatie gekomen die erop wijst dat Verhagen zelf, al maanden voor zijn transfer naar Viborg FF, bezig was met het vervalsen van documenten voor een neptransfer naar Hebei Elite in China. In deze aflevering van 23 april 2020 brengen we bewijs voor zijn eigen rol in de fraude naar voren:

Aflevering 5: De jacht op spookvoetballer Verhagen

Op 16 december 2019 is Verhagen ontsnapt uit de handen van de Deense politie. Als hij van de rechtbank wordt vervoerd naar de gevangenis, weet hij weg te rennen in het stadje Holstebro. De Deense politie opent een jacht op Verhagen. De spookvoetballer probeert de politie intussen op het verkeerde been te zetten, met posts op social media.

In deze aflevering duiken we in de ontsnapping van Verhagen. Daarnaast vatten we het bewijs samen dat we in deze podcasts hebben gevonden en vertellen twee slachtoffers van Verhagen hoe zij de nasleep van de zaak beleven. Ook Katrine Melgaard, de openbaar aanklager in Denemarken, vertelt over de rechtszaak tegen Verhagen. Dat allemaal in de laatste aflevering:

Op 24 juni en 18 augustus 2020 is Verhagen door de Deense rechter veroordeeld voor onder meer mishandeling en fraude. We publiceerden op 18 augustus tot slot hier een artikel over de veroordeling.

]]>
7kzgpgSam van RaalteSam van RaalteDE KEERZIJDEvoetbalspookvoetballerSportSportsmisdaad
<![CDATA[De kickbokser van 1.35 meter]]>https://www.vice.com/nl/article/8843mz/de-kickbokser-van-135-meterMon, 30 Mar 2020 13:14:56 GMT

In deze documentaire volgen we Wopke Booijen (23), die zich met bloed, zweet en tranen vecht naar de top van de kickbokswereld. Wopke is geboren met achondroplasie (dwerggroei) en is 1.35 meter lang. Hij heeft de eerste officiële Europese kickbokswedstrijd voor mensen met dwerggroei gevochten én gewonnen. In deze documentaire volgen we hem in de aanloop naar zijn tweede professionele wedstrijd in Parijs, tegen de Franse kickbokser Minigang. Kijkers krijgen een kijkje in het leven van Wopke en zijn manier van trainen, maar ook de negatieve kanten van zijn ambitie.

]]>
8843mzRedactie VICE SportsVICE RedactieSam van RaalteFIGHTLANDKICKBOKSENvechtsportSportSports
<![CDATA[Podcast: De spijt van hooligan Wesley]]>https://www.vice.com/nl/article/neanyz/de-spijt-van-hooligan-wesleyThu, 02 May 2019 05:00:00 GMTAls tieners te veel alcohol drinken, doen ze soms domme dingen. Maar wat Wesley van Wilsem deed toen hij negentien was, ging een paar stapjes verder. In 2011 rende hij tijdens een bekerwedstrijd tussen Ajax en AZ in de Arena het veld op, om de keeper van AZ, Esteban Alvarado, aan te vallen.

Het liep voor Wesley iets anders dan gepland: Esteban trapte hem tegen de grond, hij werd afgevoerd door de politie en belandde een half jaar in de bak. Nu, bijna acht jaar later, spreken we hem in onze podcast over wat hem die dag bezielde en hoe hij erop terugkijkt.

De aflevering met Wesley is hier te luisteren:


Of op Spotify:

]]>
neanyzSam van RaalteSam van RaalteDE KEERZIJDESportsVICE Sports
<![CDATA[Zo vond Ruud Boymans zichzelf opnieuw uit]]>https://www.vice.com/nl/article/d3nppq/ruud-boymans-transfervrijWed, 01 May 2019 13:14:46 GMT Het is alweer tweeënhalf jaar geleden dat Ruud Boymans (30) zijn laatste wedstrijd speelde. Dat was in Dubai, waar hij uitkwam voor Al-Shabab. Hij had verwacht om nog jaren op doelpunten te jagen, maar het liep anders na zijn vertrek uit het Midden-Oosten. De operaties en enkelblessures stapelden zich op voor de voormalig aanvaller van onder andere AZ, Willem II en FC Utrecht. Terwijl de voetbalwereld gewoon doordraaide, lag Boymans regelmatig wakker in bed: wat als het niet meer gaat lukken om terug te komen?

De afgelopen tijd reed Boymans op een motor door Vietnam, investeerde hij in Rotterdams vastgoed en begon hij een evenementenbureau. Tegelijkertijd hoopt hij komende zomer alsnog een nieuwe club te vinden om goaltjes voor te prikken. In zijn appartement in Amsterdam-West spreek ik Boymans over zijn lange periode zonder profvoetbal, en wat dit hem gebracht heeft.

VICE Sports: Ha Ruud, je bent al een tijdje uit beeld in de voetbalwereld. Wat heb je de afgelopen tijd gedaan?
Ruud Boymans: Ik ben onder meer gaan investeren in vastgoed en heb nu vier appartementen in Rotterdam. Achteraf vind ik het weleens stom van mezelf dat ik niet eerder ben gaan investeren, rond mijn 23ste verdiende ik daar als voetballer ook al genoeg voor. Vorig jaar, na mijn derde operatie, begon ik er echt goed over na te denken: Ruud, wat als het voetbal niks meer wordt? Inmiddels ben ik daarom met twee vrienden ook een eigen evenementenbureau gestart.

Ruud Boymans VICE Sports

Dat klinkt interessant. Wat doen jullie precies?
We organiseren met 9am events zakelijke evenementen, bedrijfsuitjes of feestjes. Laatst hebben we onze eerste klus gehad voor een groep nieuwe studenten van het AMFI. We hebben een boot gehuurd met drinken, eten en dj’s. Echt heel leuk om te doen. En mocht het voetbal niet doorgaan, maakt het de acceptatie om te stoppen een stuk makkelijker. Beter zo, dan dat ik nog in paniek ben en eigenlijk geen idee heb wat ik ga doen.

Voelt het alsof je jezelf door je blessures opnieuw hebt moeten uitvinden?
Ja, dat vond ik aan het begin heel lastig. Ik was onzeker over wat ik in de toekomst zou doen en heb veel in bed liggen piekeren. Wat vind ik eigenlijk leuk? Ik was bang dat ik dan geen passie meer zou hebben na het voetbal. Mijn grootste liefde viel weg, en dan heb ik het nog niet eens over het inkomen dat daarmee gepaard gaat. Dat is best heftig. Ik merk nu dat het allemaal best meevalt. De onrust die ik in me had, heeft plaatsgemaakt voor rust.

Wanneer vond je die rust?
Het heeft echt dik twee jaar geduurd, het kwam pas twee maanden geleden. Het liefst wil ik weer voetballen, maar ik raak nu niet meer in paniek als het niet zou gebeuren. Dat is een fijne gedachte. Ik probeer het zo te zien: voetbal heeft me veel gegeven en ik ben enorm trots op wat ik bereikt heb. Ik ga er nog alles aan doen om deze zomer terug te komen als voetballer, begrijp me niet verkeerd. Maar ik besef dat er ook veel mooie dingen voor terugkomen als je niet voetbalt. Familie, vrienden, vakanties, uitgaan, alle vrijheid die je hebt.

Ruud Boymans VICE Sports

Wat heeft het leven zonder voetbal je precies gegeven?
Tijdens mijn blessure in Amsterdam heb ik zoveel nieuwe mensen leren kennen, die iets aan mijn leven en mijn denkwijze hebben toegevoegd. Maar ook die mijn kijk op muziek, kunst, fashion en het bedrijfsleven hebben veranderd. Ik heb een groepje vrienden die evenementen organiseren in Amsterdam, en iemand anders die ik heb ontmoet heeft zijn eigen zaak in Rotterdam. Echt mooi om te zien hoe creatief zij zijn. Al die mensen uit die verschillende werelden hebben me andere inzichten gegeven. Qua muzieksmaak ben ik ook een aantal jaar geleden compleet veranderd: meer naar de minimal house-muziek. Ik heb op zoveel vlakken geleerd, dat het eigenlijk maar goed ook is dat ik geblesseerd ben geweest. Op dat gebied dan hè, want natuurlijk had ik het liefst gewoon gevoetbald.

Waarom lukt het je niet om die nieuwe perspectieven te krijgen als voetballer?
De voetbalwereld is vrij klein en een beetje bekrompen. Je ontwikkelt je niet echt als mens. Je leeft constant naar het weekend toe en leert amper nieuwe mensen kennen. Nieuwe mensen kom je pas tegen als je uitgaat, op vakantie gaat en als je vrije tijd hebt. Daarom vind ik voetballers vaak kortzichtig. Daar kunnen ze niks aan doen, ik had het zelf ook. Van jongs af aan zit je in die kleine wereld. Wie gaat jou beïnvloeden? Niemand. Ik zie mijn blessure ook als een kans die ik heb gekregen om mezelf te ontwikkelen.

Ruud Boymans VICE Sports

Je begon net zelf over kunst. Waar komt die interesse vandaan?
Dat begon door Wouter, die vriend uit Rotterdam met zijn eigen winkel. We voerden er gesprekken over en zo liet ik me inspireren. Ik ging er meer over lezen en op zijn aanraden bezocht ik dan een museum. Op een gegeven moment ging ik ook zelf op zoek. In Dubai woonde ik bijvoorbeeld om de hoek van het Design District, waar alles draait om kunst en design. Ik was er vaak te vinden. Ik vind het mooi hoe creatief mensen kunnen zijn. Dat je denkt: wow, hoe heb je dit kunnen bedenken? Het blijft daarom leuk om af en toe een expositie te bekijken.

Ik zag op je Instagram dat je ook op de motor door Vietnam bent gereisd deze zomer. Hoe was dat?
Ja, ik was naar Vietnam en Thailand inderdaad. Daar heb ik met twee vrienden drie weken lang rondgetrokken op een motor, dat was heel vet. Dat gevoel van vrijheid was echt top. Van het noorden naar het zuiden van Vietnam zie je het landschap compleet veranderen. Het begint communistisch en hoe verder je naar het zuiden gaat, hoe kapitalistischer het wordt. Met diezelfde groep gasten ga ik binnenkort ook drie weken naar Bali. Als voetballer had ik niet zo vaak de kans om zo lang weg te gaan, dat is ook weer een voordeel. Al ben ik zeven jaar geleden toen ik bij AZ speelde ook een keer naar Ghana geweest.

Wat heb je daar gedaan?
Mijn zus ging lesgeven op een school en ik heb toen voor die kinderen een voetbaltoernooi georganiseerd. Alle scholen die meededen, kregen vrij om mee te doen aan dat toernooi. Echt bizar hoe al die mensen daar het voetbal beleven. Er stonden vierduizend mensen langs de lijn te kijken. Bij iedere goal rende iedereen het veld op. Er werd gezongen en gedanst. Het was zo bijzonder om te zien hoe gelukkig die kinderen daar werden van het voetbal.

Wat mis je zelf eigenlijk wel van het voetbal?
De drang om te presteren. Voelen dat je leeft. De spanning naar een wedstrijd toe, een echt doel waar ik me op kon focussen. Dat heb ik momenteel niet zo. Het leven wordt zelfs een beetje saai, misschien komt dat ook doordat ik altijd gewend was om als spits onder druk te staan. In een vol stadion voor supporters scoren, dat gevoel is in het normale leven met niks te vergelijken.

Wanneer was je laatste goal?
In november 2016 in Dubai.

Dat lijkt me zeker geen droomafsluiter.
Weet je wat het moeilijke is? Ik heb misschien mijn afscheid al gehad, zonder dat ik wist dat het mijn laatste wedstrijd zou zijn. Ik verwijt mezelf ook weleens dat ik niet nog meer heb genoten. Had ik het allemaal maar nog meer opgenomen in mijn systeem, en opgeslagen in mijn hoofd hoe het echt voelt. Als oudere voetballers vroegen zeiden dat ik ervan moest genieten, vond ik dat vaak gelul. Maar nu ik het zelf al een aantal jaar stilsta, mis ik het toch echt heel erg.

1556611030320-2019-04-25-12-35-22-0037

Daarom train je nu nog hard om de komende voorbereiding bij een club aan te kunnen sluiten.
Ik ga een of twee keer in de week naar mijn fysio in Eindhoven. Daarnaast train ik nog op het veld, doe ik nog twee keer in de week een duurloop en een krachttraining. Er is genoeg interesse van clubs uit de Eredivisie en de Eerste Divisie. Er komt sowieso wel een club die me de tijd en de kans geeft om te laten zien dat ik het nog kan. Dan ga ik kijken hoe ver ik kom. Houdt de enkel het? Kan ik het niveau nog aan? Vind ik het nog wel leuk? Ik moet er natuurlijk nog wel plezier uit halen.

Denk je dat je na tweeënhalf jaar weer terug kan komen op je oude niveau?
Dat is wel een bepaalde onzekerheid die ik nog heb. Ik heb er eerder een keer een jaar uit gelegen bij FC Utrecht, en toen ik terugkwam scoorde ik meteen bijna iedere wedstrijd. Het kan dus wel, al lag ik er toen een stuk minder lang uit. Ik heb er zeker vertrouwen in, daar niet van. Maar natuurlijk is het wel spannend.

Zou je ook nog naar het buitenland willen?
Mijn ideale plan zou zijn: een jaar knallen in Nederland en dan nog een buitenlands avontuur. Azië zou helemaal top zijn. Sinds ik bij VVV speelde met Keisuke Honda en Maya Yoshida heb ik al een fascinatie voor Japan. Ik ben er nog nooit geweest, maar het trekt me enorm. Als ik een film of serie zie in het Japans ben ik er helemaal door gefascineerd. Het niveau in Japan ligt vrij hoog en het is niet makkelijk om daar binnen te komen. Misschien dat het nu meer een illusie dan een realistisch beeld is, maar met een goed jaar in Nederland kan het misschien. Dromen mag altijd.

1556611075166-2019-04-25-12-31-35-0027

Dit is een verhaal uit de rubriek Ongewenst Transfervrij , waarin VICE Sports profvoetballers aan het woord laat die graag weer willen spelen, maar door hun eigen fouten of botte pech geen club hebben. Zie hier alle verhalen uit deze serie.

]]>
d3nppqDave AalbersDave AalbersDE KEERZIJDEONGEWENST TRANSFERVRIJRUUD BOYMANSAZwillem iiFC UtrechtSportsVICE Sports
<![CDATA[Joël is de beste persoon die ik ken]]>https://www.vice.com/nl/article/zmpnzy/joel-naomi-veltmanTue, 30 Apr 2019 09:03:06 GMTJoël Veltman speelt nu lekker met Ajax in de Champions League, maar dat neemt niet weg dat hij een klotejaar achter de rug heeft. In april 2018 scheurde hij zijn kruisband af, waarna een lange revalidatie volgde. Zijn vrouw Naomi (27) hield hem daarin soms letterlijk op de been. We vroegen Naomi naar haar perspectief op die periode.

Dit is het verhaal van Naomi Veltman.


Ik moet eerlijk zeggen: eerst dacht ik dat er niet zoveel aan de hand was. Joël lag op het veld van de Arena en schreeuwde, maar voetballers schreeuwen wel vaker van de pijn. Daarna kunnen ze meestal weer gewoon voetballen. Vanaf de tribune kan je niet altijd alles goed zien, dus ik appte mijn moeder om te vragen wat zij ervan dacht. Zij kijkt Joëls wedstrijden altijd thuis op tv. “Het ziet er niet goed uit,” appte ze terug.

Ik liep naar de kleedkamer, waar Herman Pinkster, de teammanager van Ajax, me op kwam halen. Hij bracht me naar het kantoor van de dokter van Ajax. Daar lag Joël. Nou, die was helemaal van de kaart. In tranen, helemaal in zijn eigen wereld. Joël en ik zijn nu zes jaar samen, en zo had ik hem nog nooit gezien. Hij huilt nooit. Toen begon ik me pas echt zorgen te maken, want Joël weet wat hij voelt in zijn knie. Hij was zo van slag, ik kon niet eens met hem praten. Niks kwam binnen.

Het was even onduidelijk wat de schade was. Eerst dacht de dokter dat het om de binnenste band ging, dan zou de revalidatie drie maanden zijn. “Oké,” zei ik tegen Joël. “Dan sta je er volgend seizoen.” Maar de volgende dag kregen we het slechte nieuws te horen: de kruisband was afgescheurd, en Joël moest negen maanden revalideren. Ik weet nog heel goed dat we in dat kantoortje zaten en elkaar aankeken. Nog twee wedstrijden en het seizoen was klaar geweest. Waarom moest dit nou gebeuren?

Ik blijf daar dan heel erg in hangen. Waarom gebeurt zoiets? Is dit karma? Ik geloof daar heel erg in. Maar Joël is niet zo, die zet heel snel de knop om. We moesten meteen een plek kiezen waar Joël geopereerd zou worden. In Augsburg zit de Hessingpark-kliniek, waar heel de Bundesliga komt. Vaclav Cerny en Daley Sinkgraven waren daar ook geweest, en waren er enthousiast over. Joël kon daar binnen twee dagen terecht.

Dus ik mijn moeder meteen bellen, om te vragen of Sienna, onze dochter van een paar maanden oud, bij haar terecht kon. Dat klinkt misschien heel bot, je kind meteen achterlaten. Maar ik kon Joël niet alleen laten gaan. Hij kon niks, niet eens lopen, dus dat was een no-brainer. Mijn moeder en zus hebben ons in die tijd enorm geholpen met die kleine. De fysio van Ajax, Perry Augustine, ging met Joël en mij mee naar Augsburg. Ik kon niks anders doen dan er zijn, en ervoor zorgen dat Joël buiten die knie niks anders aan zorgen had. “Wat wil je eten? Hoe voel je je? Kan ik iets voor je pakken?” Dat waren de vragen die ik stelde die dagen.

De Hessingpark-kliniek is zó professioneel, het ademt sport. In de gangen hangen overal shirtjes van de bekendste Duitse spelers die je maar kunt bedenken. Shirts van Huntelaar en Robben hangen daar ook. Op 30 april werd Joël er geopereerd, en drie uur later moest hij al in een soort karretje proberen te lopen, terwijl er nog allemaal slangen in zijn knieën zaten. Dat vond ik heel naar om te zien. Het ergste wat ik ooit heb gehad is een gekneusde voet, en daar stond Joël ineens voor me in een soort kar, omdat hij anders niet kon lopen.

Daarna moesten we kiezen waar we de revalidatie in Nederland af wilden maken. Joël vond het lastig om bij Ajax te revalideren, omdat hij dan steeds de andere jongens zou zien trainen. Dat is te pijnlijk. Hij is vanwege het Nederlands elftal goed bekend met de fysio’s van de KNVB, dus het werd Zeist. Ik wilde niet dat Joël de hele tijd op en neer moesten rijden vanuit Amsterdam, dus we besloten ons gezinnetje naar Zeist te verhuizen. Voor mij gaat dat heel makkelijk, hoor. Ik weet hoe belangrijk die revalidatiemaanden zijn.

Er was alleen bijna geen woning beschikbaar in Zeist. Gewoon helemaal niks. Dus toen er voor het eerst een appartement vrijkwam, namen we dat meteen. “Dit wordt het, klaar,” zei ik. In Amsterdam wonen we in een drukke straat, nu zaten we opeens in een bejaardencomplex. Alleen maar mensen met rollators om ons heen. Alles ging er geautomatiseerd, hoe lekker is dat? Met de kinderwagen was dat heerlijk, alle deuren gingen zo open. Die bossen rond Zeist waren ook lekker om in te lopen voor onze honden, twee Cavalier King Charles-spaniëls.

Mijn hele webshop verhuisden we ook naar het appartement in Zeist. Vier jaar geleden heb ik mijn eigen zaakje opgericht op Instagram, een webshop met accessoires waar alles onder de 25 euro is. Het begon als een grap met een vriendin, maar ik heb het uitgebouwd tot een website en verkoop nu elke dag spullen. Joël denkt altijd mee over de posts op het instagramaccount. We waren bijvoorbeeld een keer in Dubai met Kostas Lamprou en zijn vriendin; gingen ze samen op de foto met de zonnebrillen die ik verkoop. En als ik even niet kan, brengt hij zelfs mijn pakketjes weg. Behalve tijdens de revalidatie natuurlijk.

Ik doe verder alles zelf voor die shop, dus als ik niks doe, ligt de boel stil. Alle spullen voor de webshop gingen, hup, mee naar Zeist. In het appartement in het bejaardencomplex zat een grote inbouwkast, waar ik alles in legde. Elke ochtend ging Joël naar het revalidatiecentrum. Dan runde ik mijn webshop of ging ik met onze kleine de stad in. Joël was altijd om half vier thuis, dan gingen we nog even wandelen of wat leuks doen. Zaten we elke keer bij het pannenkoekenhuis in Zeist.

Ik denk dat mijn domme grapjes en debiele dingen Joël wel hebben laten lachen, wanneer hij dat nodig had. Ik vind Singstar heel leuk. Dan zit ik in mijn eentje voor de PlayStation heel hard mee te zingen, en zie ik Joël lachen en denken: wat doet zij? Door die revalidatie hebben we ook mooie momenten mee kunnen maken. Joël heeft heel veel tijd met onze dochter doorgebracht. We hebben in de weekenden samen zoveel leuks kunnen doen. Dat konden we anders nooit.

Die maanden in Zeist vlogen voorbij, en we gingen terug naar Amsterdam. Vlak voor de winterstop trainde Joël weer mee met Ajax. Hij kon in januari zelfs mee op trainingskamp naar Florida. Ik heb de wekker toen om twee uur s’ nachts gezet om zijn terugkeer in het team te kunnen zien op tv. Het was een oefenwedstrijd tegen Flamengo, Joël viel in en speelde een prima helft. Toch voelde ik het niet helemaal. Op tv naar voetbal kijken is anders, dan lijkt het niet echt. Ik had daar heel graag bij willen zijn, samen met Sienna.

Een paar weken later konden we er wel bij zijn. Joël begon in de basis bij een oefenwedstrijd van Jong Ajax tegen PEC Zwolle, in de sneeuw. Zat ik daar in mijn eentje te kijken op de tribune van De Toekomst. Joël speelde negentig minuten en mijn hart liep over. Ik dacht: oh my god, hij kan weer voetballen! Tegelijkertijd was ik bang. Die tegenstanders moesten niet in de buurt van zijn knie komen. Joël liep zelf heel blij rond. Hij stond daar gewoon weer te voetballen, alsof er niks was gebeurd. Bizar.

Op dat moment maakte het ons niet uit tegen wie, of het nou FC Bal op het Dak 3 of Real Madrid was, als Joël maar minuten maakte. Maar doordat Ajax het dit seizoen zo goed doet in Nederland en Europa, en het programma dus vrij druk is, wist Joël dat er kansen zouden komen. Toen kwam die wedstrijd tegen Real Madrid, in Santiago Bernabéu. Als ik er nu aan terugdenk, word ik weer helemaal blij. Het was een zegen dat we überhaupt mee mochten. Daar gingen wij niet meer van uit na zo’n lange afwezigheid.

Het werd zo snel zo bizar in Madrid. Ik had al de hele dag niks gegeten, dus dan ben je al een beetje slap. Joël begon warm te lopen in de tweede helft. In het stadion zat ik tussen de andere familieleden van spelers, en iedereen om me heen leefde met Joël mee. Ik brak gewoon. Ik was zo hard aan het huilen van trots. Het was al zo’n zieke wedstrijd, ze gingen gewoon door naar de kwartfinale, en dan kwam hij er ook nog in op zo’n groot moment.

Iedereen sloeg me op de schouders, ze zeiden dat Joël het verdiende. Dan besef je het allemaal. Ik denk dat ik op voetbalgebied nooit blijer voor Joël ben geweest dan toen. Na de wedstrijd kwam Joël naar me toe. Hij zag dat ik het niet droog had gehouden. “Hoezo heb jij gehuild?” zei hij lachend. Maar het was zó speciaal. Die avond was ik mijn stem helemaal kwijt, ik kon niet eens meer praten. We gingen met alle spelers en families naar het hotel om de overwinning te vieren. Ik geloof dat we pas om half vijf gingen slapen.

Toen moest Juventus nog komen. Vooraf maakten sommige media er een ding van: Joël tegen Ronaldo. We hebben het dan wel over Ronaldo, hè. En Joël had nog maar tweeënhalve wedstrijd gespeeld sinds zijn terugkeer. Ik wilde Joël niet laten merken dat ik gespannen was, want daar heeft hij niks aan. Joël heeft sowieso altijd minder zenuwen dan ik. Ik kon niet eten, niks, omdat ik zo graag voor hem wilde dat het goed ging. Iedereen wilde hem gek maken en stuurde berichtjes: spannend hè? Maar hij blijft dan zo kalm.

Vroeger had ik er veel last van als mensen kritiek op Joël hadden op social media. Als mensen op Twitter iets zeiden over Joël, ging ik los. Kijk, het eerste jaar dat wij samen waren was alles alleen maar leuk, toen werd Ajax kampioen. Maar daarna kwamen er jaren waarin het wat minder liep bij Ajax. Toen kwam de kritiek. Ik dacht dat het zou helpen om op die kritiek te reageren, maar dan weten mensen juist dat je te raken bent, en pikken media het op. Achteraf denk ik: hoe dom was dat?

Joël zit al achttien jaar bij Ajax en klaagt nooit. Als mensen zeiden dat hij geen aanvoerdersband waardig was, of zijn best niet deed, raakte dat me persoonlijk. Terwijl ze eigenlijk alleen wat zeggen over de voetballer, niet over de persoon. Ik vond dat onderscheid heel erg moeilijk. Hij is mijn man. Voor mij is hij niet Joël de voetballer, voor mij is hij Joël.

Mensen zeiden weleens tegen me: voetballers krijgen heel veel betaald, dan hoort dat soort kritiek erbij. Maar dat maakt het niet makkelijker. Moet ik dat geld in mijn oren stoppen dan? Joël is oprecht de beste persoon op de wereld. Niet alleen voor mij hè, voor iedereen om hem heen. Als je hem in je team hebt, hoe blij ben je dan? Maar goed, al ben je de lekkerste perzik, dan is er nog iemand die perziken niet wil. Dat besef ik nu. Het heeft Joël sowieso nooit geraakt. In een interview met het Algemeen Dagblad zei hij laatst dat zijn gezicht een woestijn is. Zo is het ook. Hij blijft kalm.

Die thuiswedstrijd tegen Juventus heeft me tien jaar van mijn leven gekost, terwijl Joël gewoon rustig bleef. En toen kwam de wedstrijd in Turijn. Met de spelersvrouwen reisden we de spelers weer achterna, samen met de sponsoren. We vertrokken een dag later en hadden flinke vertraging, maar dat maakte niet uit, want de sfeer was superleuk. Toen we aankwamen bij het stadion, moesten we 200 meter lopen van de bus naar het stadion. Bam, overal ME om ons heen, omdat wij Ajax-sjaaltjes om hadden. We werden langs iedereen begeleid en naar binnen gebracht.

De eerste twintig minuten van de wedstrijd keken we elkaar aan op de tribune. Dit gaat hem niet worden, dachten we. We voelden dat ze onder druk stonden. Maar toen veranderde er ineens iets, en kreeg Ajax heel veel kansen. En Joël, hij was echt een fucking baas. Zo trots was ik. Hij stond gewoon zijn mannetje en was superscherp. Alle jongens waren bazen, tuurlijk, maar dat hij daar zo stond... In de laatste minuten tackelde Ronaldo Joël vet hard, hij was gewoon gefrustreerd.

Al die reizen brengen ons als vrouwengroep ook dichter bij elkaar. Normaal zie je elkaar alleen bij de Arena, en is het “hoi” en “doei”. Nu leer je elkaar langer kennen. En bij ons is het ook chaos hoor. In Madrid en Turijn waren wij nog blijer dan die jongens. Wij schreeuwen, jongen, echt fantastisch. Nu gaat het allemaal zo goed, dan moet je ook echt even genieten. Dit kan niemand ons meer afpakken.

]]>
zmpnzySam van RaalteNaomi VeltmanSam van RaalteSUPPORTERSCULTUURSportsVICE Sports
<![CDATA[Podcast: Zo werd Tijani Babangida een held in Limburg en Amsterdam]]>https://www.vice.com/nl/article/kzmw3x/tijani-babangida-podcastTue, 30 Apr 2019 07:07:47 GMTTijani Babangida reisde als tiener van Nigeria naar Venlo, om het te maken als voetballer. Hij speelde in Limburg voor VVV-Venlo en Roda JC, en schopte het tot het Ajax van Louis van Gaal. In onze nieuwe podcast strooit hij met anekdotes uit zijn leven. Ook vertelt hij wat er precies met hem is gebeurd sinds hij Nederland heeft verlaten. Check de podcast hieronder:

Of hier op Spotify:

]]>
kzmw3xSam van RaalteSam van RaalteATLETENSportsVICE Sports
<![CDATA[Dit is onze podcast: De Wereld van VICE Sports]]>https://www.vice.com/nl/article/evynvw/podcast-vice-sportsThu, 25 Apr 2019 04:00:00 GMTProost! Vandaag lanceren we onze podcast De Wereld van VICE Sports. De podcast is hier te luisteren op Spotity, hier op iTunes. In deze podcast gebruiken we sport als excuus om subculturen of levens in te duiken, waar we anders nooit iets over hadden geweten. Zo onderzoeken we in het eerste seizoen de Nederlandse invloeden op het Kaapverdiaans voetbal, spreken we een beruchte hooligan met een stadionverbod van 30 jaar spreken en gaan we op zoek naar een verdwenen paard.

Maar we trappen af met drie afleveringen over sporters die vanuit het verre buitenland naar Nederland zijn gekomen. Aflevering 1 is voor Gibril Sankoh, die de burgeroorlog van Sierra Leone ontvluchtte en een held werd bij FC Groningen. In aflevering 2 spreken we Tijani Babangida, die als tiener vanuit Nigeria naar Venlo kwam om het te maken als profvoetballer. Hij schopte het tot het Ajax van Louis van Gaal en is nu voetbalbobo. In aflevering 3 horen we Siyar Bahadurzada. Deze vechtsporter zit in de UFC, de grootste MMA-competitie ter wereld. Hij groeide op in Afghanistan en leerde de MMA kennen nadat hij met zijn familie naar Nederland kwam.

De eerste drie afleveringen van de podcast zijn hieronder te beluisteren. Je kunt je hier ook abonneren, zodat je geen aflevering hoeft te missen. Check hieronder ons podcastkanaal:

]]>
evynvwSam van RaalteSam van RaalteATLETENPodcastDe Wereld van VICE SportsPodcast VICE SportsSportsVICE Sports